kruisstilleweekMijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?
(Matteüs 27:46)

Deze schreeuw van Jezus aan het kruis komt heel diep binnen. Het is een uiting van de diepe stervensnood van onze Heer. Tegelijk geeft het woorden aan wat vele mensen ervaren in hun leven. Want er is heel veel diepe nood en intense eenzaamheid. Tallozen maken dingen mee in hun leven die ze onmogelijk kunnen verbinden met de aanwezigheid van een God die er voor je is.

‘Mijn God, mijn God!’ Deze dubbele uitroep versterkt ook de kracht van deze woorden. Jezus had ze al geleerd van zijn voorvader David. Hij had ze gevonden in de Psalmen. Wist hij al langer dat hij deze woorden zou gebruiken om het uit te schreeuwen aan het kruis? Psalm 22:

Mijn God, mijn God,
waarom hebt u mij verlaten?
U blijft ver weg en redt mij niet,
ook al schreeuw ik het uit.
‘Mijn God!’ roep ik
overdag, en u antwoordt niet,
’s nachts, en ik vind geen rust.

Ook David, de man naar Gods hart, kende de intense ervaring van Godverlatenheid. De Zoon van David volgt hem daarin, maar geeft er ook een grenzeloze verdieping aan. Want Jezus, de koning van de Joden, hangt tussen hemel en aarde in een niemandsland. De aarde heeft hem weggekruisigd. De hemel is gesloten. Onvergelijkbare verlatenheid.

Want hoe herkenbaar het is, toch is het ook anders. Als wij het gevoel hebben dat we door God verlaten zijn, dan is dat gevoel wel echt, maar de realiteit is anders: God is bij ons, hoe dan ook, desnoods in verborgenheid. Maar Jezus was echt verlaten. God was er niet voor hem. De poorten van het koninkrijk waren voor hem gesloten.

Hij liet zich boeien,
om ons vrijuit te laten gaan.
Hij is met smaad overladen,
zodat wij nooit meer te schande worden.
Hij werd onschuldig ter dood veroordeeld,
zodat wij voor Gods rechterstoel worden vrijgesproken.
Hij heeft zijn lichaam aan het kruis laten spijkeren
om de aanklacht tegen ons weg te doen door haar aan het kruis te nagelen.
Hij heeft de vloek die op ons lag op zich genomen
om ons met zijn zegen te vervullen.
Hij heeft zich aan het kruishout tot in de allerdiepste angst van de hel laten verstoten,
opdat wij door God aangenomen en nooit meer door hem verlaten worden.

‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?’

Opdat wij
nooit meer
door God
verlaten worden…

Dat is de zegen van het koninkrijk dat open is gegaan omdat het voor Jezus aan het kruis gesloten was.