Afgelopen middag mocht ik wat zeggen in het programma Radio Online (beluister hier de uitzending – het interview met Boele begint op 24:00 en mijn telefonische bijdrage op 30:08). Boele Ytsma werd geïnterviewd over de mogelijkheden van internet voor de kerk en zijn idee dat de kerk hier veel meer mee aan de slag moet gaan. Ik ben het helemaal met Boele eens.
In de vorige blog gaf ik aan dat ik niet twitter en dat ik daar zo mijn redenen voor heb. Aardig was dat een van de presentatoren de typische twitter-uitdrukking ‘Follow Me’ verbond met de uitspraak van Jezus: ‘Volg Mij’. Dat is inderdaad de kern van het christelijk geloof: er ontstaat rond Jezus een nieuwe gemeenschap van mensen die ervoor gekozen hebben hem te volgen. Nu is het natuurlijk een beetje onzinnig om te zeggen dat elke twitteraar zichzelf dan een Jezus-rol toebedeelt, maar het kan helemaal geen kwaad om wel eens na te denken – om ook kritische reflectie niet te laten ontbreken rond de toepassing door de kerk van nieuwe media – over die frappante parellel tussen de boodschap van Jezus en het fenomeen Twitter.
Ik twitter dus niet. Ik blog wel. En ik vind ook dat dat een belangrijke manier is voor de kerk en voor de voorgangers in de kerk om vandaag de dag te communiceren. Daarbij is een blog in principe veel inhoudelijker dan een tweet. Webloggen betekent: reflecteren, met de beodeling anderen inspireren. En daarmee is het mijns inziens een toepassing van het nieuwe medium internet dat erg goed in het verlengde ligt van de kern van het predikantswerk: reflecteren (van exegetiseren tot mediteren, van analyseren tot discussiëren) en anderen daarmee inspireren (informeren). Terwijl ik twitter als medium voor een predikant in zijn rol als predikant niet erg aanbevelenswaardig vind (privé en in andere rollen zoals netwerker vind ik het overigens voor wie dat wil helemaal prima), denk ik dat webloggen veel beter past, en dat je terecht de vraag aan een predikant mag stellen: Waarom heb jij geen weblog? Zie je niet de kansen van nieuwe media voor je bediening als predikant in een netwerk-samenleving?
Nu besef ik wel dat er wel een beetje een schrijver in je moet schuilen als je gaat webloggen. En niet elke predikant is een schrijver. Dus je hoort mij niet zeggen dat álle predikanten zouden moeten webloggen. Maar dat er nog een wereld te winnen is voor de kerk en haar voorgangers als het gaat om het gebruik van internet is wel duidelijk.
Lees ook het verhaal dat Boele Ytsma gisteren heeft gehouden in Amsterdam over ‘Kerk en internet’: Internetcommunities – de kunst van leven op het internet en zijn blog daarover: Tussen anarchie en sociaal kapitaal.
01/07/2009 op 22:45
Ik las ook woorden van je in Visie, Jos! Twitter is onzinnig als je er over hoort, maar leuk als je er mee gaat werken. Zeker ook als je blogt! Hoe kun je sneller mensen laten weten dat je een nieuwe blogpost geschreven hebt? Twitter is een beetje het cement tussen de blogs. Je kunt ook melden dat je een mooie foto ge-upload hebt, je kunt ‘m zels gelijk laten zien. Mensen geven elkaar tips, stellen praktische vragen, bemoedigen elkaar, wisselen ‘wijsheden’ en grapjes uit en: communiceren.
Ik vergelijk Twitter met de bedrijfskantine. Het is small talk. Maar er zitten ook serieuze tweets tussen, soms zelfs pareltjes. Als je een tweet gezonden hebt, ga je weer vrolijk verder met je werk. Vooral voor mensen die niet in een team werken – soms ook vanuit huis – is dit een leuke manier om toch heel informeel wat te kwetteren. Ik vind het leuk en interessant. En ja, er zitten triviale boodschappen tussen, maar dat geldt ook voor small talk in alledaagse spreektaal.