‘Zenden, verbinden, converseren’ – dat zijn volgens Martijn Arnoldus de drie pijlers van kerkelijke presentie op internet. Terecht waarschuwt hij ervoor niet te blijven steken in alleen maar zenden: informatie plaatsen alsof de site een veredelde soort kerkelijke informatiefolder is. Het eigene van internet is nu juist dat je er veel meer kunt dan informeren en je presenteren: ‘verbinden’ en ‘converseren zijn de termen die Martijn daarvoor kiest.

De andere kant van het verhaal kan zijn dat je je (als kerk of als pastor/predikant die present wil zijn op internet) weinig bekommert om de inhoud, de content, de boodschap – áls je maar present bent, want dan ben je relevant en eigentijds bezig. Veel van de tien redenen die Boele Ytsma noemt voor de aanwezigheid van de kerk op internet gaan die kant op: zichtbaar zijn, transparant zijn, contact make, de nieuwe samenleving ontdekken, onderweg zijn, nieuwe vaardigheden leren.

Dat is allemaal waar en ook heel belangrijk, maar de centrale vraag die je volgens mij allereerst moet stellen als je present wilt zijn op internet: wat wil ik zenden? welke boodschap wil ik communiceren? wat moeten bezoekers vinden als ze mijn website bezoeken, mijn blog lezen, mijn tweets volgen? Twitterende dominee of twitterende kerk zijn is an sich nog helemaal niet interessant. Dat zegt alleen maar dat je met je tijd mee gaat en de mogelijkheden van web 2.0 kent en toepast. Op zich lofwaardig, maar wat je toegevoegde waarde is, is dan nog niet duidelijk.

De internettende kerk en de internettende dominee  zullen duidelijk moeten maken dat ze internet gebruiken om het evangelie te communiceren. Daar bedoel ik niet mee dat je moet ‘preken’ op internet (dat ook: door audiopreken en uitgeschreven preken aan te bieden bijvoorbeeld) en ook  niet per se dat je inhoudelijke en door het evangelie geïnspireerde bijdragen moet bieden in lopende discussies (maar ook dat mag uiteraard). Maar wel zou ik willen stellen dat de zinvolheid van kerkelijke presentie op internet primair te maken moet hebben met wat primair de taak van de kerk is: het evangelie communiceren. Evangelie is de goede boodschap over het goede leven. Die boodschap communiceren kan in woorden. Dat kan ook in daden en ontmoetingen die kleuren naar het evangelie.

Kerkelijke presentie op internet betekent volgens mij primair (vanuit missionair oogpunt gezien) dat de internetsite iets laat zien en ervaren van wat de goede boodschap van Jezus aan effecten kan teweeg brengen in het leven van mensen die zich met elkaar verbonden hebben in een geloofsgemeenschap en die elkaar ontmoeten. Uiteraard moet dat eigentijds, creatief, relevant, verrassend, uitdagende, interactief, verbindend enzovoort – maar dat zijn allemaal woorden die nader kleur geven aan datgene waar het ten diepste om zou moeten gaan: het evangelie communiceren.

Boele Ytsma schrijft:

Je geeft en je ontvangt – Sociale netwerken zijn marktplaatsen van vertrouwen. Binnen communities delen mensen dingen met elkaar: ze geven en ontvangen. Wie waarde geeft, ontvangt vertrouwen. En wie waarde ontvangt, geeft vertrouwen. In deze ‘economie van sociaal kapitaal’ is 1+1 altijd 3 of meer. Het is goed om dat proces te leren kennen door er aan deel te nemen. En dit is het geheim: hoe meer je geeft, des te meer ontvang je. Je zou haast denken dat het een uitspraak van Jezus is…
Prachtig! Dat geldt niet alleen voor sociale netwerken of communities maar ook voor een website die toch nog primair content aanbiedt. Het centrale woord is: ‘geven’. Je kunt ook zeggen: ‘zenden’.  Wat wil je geven waar anderen waarde aan kunnen ontlenen? Wat is jouw toegevoegde waarde op internet?
Zenden is het eerste. Het is niet het enige. Je moet er ook niet in blijven steken. Maar sla het vooral ook niet over.