Boele Ytsma heeft afscheid genomen van het internet. In alle openheid en kwetsbaarheid schrijft hij erover: Een tijd van komen en een tijd van gaan.

Ik moet dat bericht even laten landen, merk ik. De voorbije jaren was Boele voor mij een reisgenoot op internet. We leerden elkaar via internet kennen en waarderen. Twee keer kwamen we elkaar in levende lijve tegen en dat was goed en opbouwend.

Boele opende mijn ogen voor de ruimte die er ook in de kerk nodig is om ‘zoekend te geloven’. Ik heb zijn beide boeken gelezen en er – terwijl er ook best wel wat ruimte zit tussen de weg die hij wijst en die ik ga – van genoten, omdat Boele gewoon een goede schrijver is. Zijn weg gaat nu verder buiten de kerk – maar ongetwijfeld niet buiten mede-christenen om.

Het raakt me. Met name deze zinswending: ‘Mijn ziel is verspreid over duizenden bits en bytes’. Dat is wat internetpresentie dus ook met je kan doen. Boele heeft als pastor/theoloog in een belangrijke pionierende rol internetpresentie aangeprezen als een weg van verbinding zoeken. Dat verhaal blijft staan, denk ik. Maar dan toch nog een keer: ‘Mijn ziel is verspreid over duizenden bits en bytes.’ Wat doet internet met de ziel van een mens? Of maak ik het dan te algemeen, en is Boeles verhaal te uniek om er meer algemene conclusies aan te verbinden?

Ik ben Boele in elk geval dankbaar voor wat hij heeft gegeven via internet, aan mij en aan heel veel anderen. En nu dat woord ‘ziel’ is gevallen, kan ik Boele alleen maar toewensen dat hij de komende tijd mag ervaren dat zijn en mijn Heer zal zorgen voor zijn ziel.

Alleen bij God vindt mijn ziel haar rust,
van hem komt mijn redding.

Zoek rust, mijn ziel, bij God alleen,
van hem blijf ik alles verwachten.

(Psalm 62:2,6)