In de afgelopen weken heb ik (getipt door Pieter Kleingeld) het boek van Alan Hirsch gelezen: The Forgotten Ways. Reactivating the Missional Church (2006). Ik vind het een bijzonder inspirerend boek en het lijkt me dan ook meer dan terecht dat Pieter Kleingeld dit boek hartelijk aanbeveelt (ook al is het soms wel erg scherp richting de institutionele kerken): ‘Hirsch is enorm aansprekend in zijn praktijkvoorbeelden en de verbindingen die hij legt met de hedendaagse cultuur. Bovendien is hij nooit theologisch naïef en verwerkt hij het denken van bijvoorbeeld Newbigin en Bosch nadrukkelijk in zijn werk’.

Eén element haal ik nu naar voren, namelijk het spreken van Hirsch over een ‘Apostolic Environment’ als element van het missionaire DNA. (‘mDNA’ is een centraal begrip in het boek van Hirsch; de vertaling van ‘missional’ met ‘missionair’ dekt niet helemaal de lading, eerder gaat het om: een kerk die is georganiseerd vanuit en rondom haar centrale missie; in de eigen woorden van Hirsch: ‘A missional church is a church that defines itself, and organizes its life around, its real purpose as an agent of God’s mission in the world’).

In die ‘Apostolic Environment’ speelt de vijfvoudige bediening van Efeziër 4:11-12 een centrale rol:

En hij [Christus] is het die apostelen heeft aangesteld, en profeten, evangelieverkondigers, herders en leraren, om de heiligen toe te rusten voor het werk in zijn dienst. Zo wordt het lichaam van Christus opgebouwd.

Hier wordt dus gesproken over vijf bedieningen en Hirsch stelt: in de missional church moeten al deze bedieningen een plek hebben. Iets kritischer geformuleerd: is de problematiek van een naar binnen gekeerde kerk misschien niet te wijten aan het gegeven dat herders en leraren daar de boventoon voeren en de apostelen, profeten en evangelieverkondigers zijn verdwenen of gemarginaliseerd?

Ik ga nu even voorbij aan de exegetische vraag of je ook vandaag zomaar over een vijfvoudige bediening kunt spreken op basis van Efeziërs 4:11 (zijn bijvoorbeeld de ‘apostelen’ niet een eenmalige categorie?) maar het lijkt me dat het in elk geval zinvol is om de vijf bedieningen ook naar vandaag toe te vertalen als een mogelijk Bijbels model van de structuur van de bedieningen in de kerk van de 21e eeuw. Hirsch wijdt er op zijn website ‘The Forgotten Ways. Developing Apostolic Imagination and Practice in Western Contexts‘ ook apart aandacht aan (compleet met de mogelijkheid van een assessment). En ik denk dat dat verhaal heel verhelderend is voor het gesprek dat gevoerd wordt rond ‘Eten, bidden, beminnen’ en dan vooral rond de dieperliggende vraag in hoeverre de institutionele kerk zoals die zich vandaag de dag in de Westerse context heeft gedefinieerd en georganiseerd voldoende in staat is om vorm en inhoud te geven aan de Jezusbeweging zoals die in de eerste eeuw in gang is gezet als gevolg van de opstanding van Christus.

Lees mee met wat Hirsch schrijft over de vijf bedieningen (wie een Nederlandse tekst, in een heel ander verband overigens, hierover wil lezen, kan hier terecht).

APOSTLES extend the gospel. As the “sent ones,” they ensure that the faith is transmitted from one context to another and from one generation to the next. They are always thinking about the future, bridging barriers, establishing the church in new contexts, developing leaders, networking trans-locally. Yes, if you focus solely on initiating new ideas and rapid expansion, you can leave people and organizations wounded. The shepherding and teaching functions are needed to ensure people are cared for rather than simply used.

PROPHETS know God’s will. They are particularly attuned to God and his truth for today. They bring correction and challenge the dominant assumptions we inherit from the culture. They insist that the community obey what God has commanded. They question the status quo. Without the other types of leaders in place, prophets can become belligerent activists or, paradoxically, disengage from the imperfection of reality and become other-worldly.

EVANGELISTS recruit. These infectious communicators of the gospel message recruit others to the cause. They call for a personal response to God’s redemption in Christ, and also draw believers to engage the wider mission, growing the church. Evangelists can be so focused on reaching those outside the church that maturing and strengthening those inside is neglected.

SHEPHERDS nurture and protect. Caregivers of the community, they focus on the protection and spiritual maturity of God’s flock, cultivating a loving and spiritually mature network of relationships, making and developing disciples. Shepherds can value stability to the detriment of the mission. They may also foster an unhealthy dependence between the church and themselves.

TEACHERS understand and explain. Communicators of God’s truth and wisdom, they help others remain biblically grounded to better discern God’s will, guiding others toward wisdom, helping the community remain faithful to Christ’s word, and constructing a transferable doctrine. Without the input of the other functions, teachers can fall into dogmatism or dry intellectualism. They may fail to see the personal or missional aspects of the church’s ministry.

[Lees ook Hirsch’s artikel Three Over-looked Leadership Roles.]

Het mooie van deze benadering is dat helder wordt gemaakt dat álle vijf bedieningen nodig zijn. Zelden of nooit zullen de verschillende functies in één persoon verenigd zijn, maar nagestreefd zou moeten worden dat leiderschapteams c.q. kerkenraden zo zijn samengesteld dat alle vijf kwaliteiten erin vertegenwoordigd zijn en ook duidelijk stem hebben en gewaardeerd worden, ook al zal er regelmatig een botsing zijn tussen bijvoorbeeld de profeet en de herder…

Ook op het bovenlokale niveau (zeg maar van een kerkverband, bijvoorbeeld de GKV, of van een lokale interkerkelijke beweging zoals in Haarlem ‘Geloven in de Stad’, of van ‘de kerk in Nederland’ zoals die samen kwam op de Dordtse Synode) is het van groot belang om alle bedieningen te waarderen, te herkennen en te erkennen.

En dan wordt het interessant om onszelf in het kader van het gesprek (op blogs, twitter en in kerkbladen) over kerk zijn in de 21e eeuw en over ‘Eten, bidden, beminnen’ en de daarin soms redelijk hoog oplaaiende emoties, eens deze vraag te stellen: vinden we het misschien moeilijk om met ‘apostelen’ (visionairs die er aandacht voor hebben dat de 21e eeuwse context vraagt om andere manieren van kerk zijn) en ‘profeten’ (die op scherpe wijze de status quo aan de kaak stellen) om te gaan omdat we vooral een ‘herder-en-leraar’-cultuur hebben ontwikkeld? In een eerdere blog benoemde ik dat wellicht wat te scherp door te zeggen dat we de neiging hebben om in de ‘herder-leraar-reflex te schieten als we geconfronteerd worden met de ideeën en gedachten van ‘apostelen’ en ‘profeten’. Andersom is ook deze vraag te stellen: waarom lukt het ‘apostelen’ en ‘profeten’ soms niet om wat meer begrip op te brengen voor de beschermende functie die de ‘herder’ heeft en de (soms wat algemeen en theoretische klinkende) waarheden die de ‘leraar’ uit de Bijbel opdiept? (De ‘evangelist’ valt hier een beetje buiten het plaatje, omdat die momenteel ergens buiten mensen bij Jezus probeert te brengen…)