In de prekenserie over de doop (‘logo van het christelijk geloof’) heb ik de afgelopen zondagen twee preken gehouden. In de eerste preek heb ik een poging gedaan om aan de thematiek van ‘Verbond en doop’ een nieuwe taal te geven door te spreken over Gods radicale commitment aan ons. Het verhaal van God en Abram in Genesis 15 vormde de leidraad. Dit verhaal speelt c.q. speelde in de gereformeerde geloofsbeleving rond doop (en verbond). Nu is wel helder dat het in Genesis 15 niet over de doop gaat. Pas in Genesis 17 gaat het over de besnijdenis als teken van het verbond, en tussen doop en besnijdenis zijn parallellen te trekken, en dus is het ook bijzonder relevant om de werkelijkheid van het verbond te verbinden met de doop (hoewel het me steeds lastiger lijkt om over de doop zo primair en bijna uitsluitend in verbondstermen te spreken zoals vaak gebeurde en gebeurt. In ieder geval laat het verhaal uit Genesis 15 op een prachtige wijze zien hoe radicaal het commitment van God aan Abram (aan de gelovigen en hun kinderen) is en hoezeer God zelf de initiator is en de enige die actief is (Abram slaapt en God gaat alleen tussen de dode dieren door). Gods radicale commitment!

Gisteren hield ik de tweede preek. Nu stond ik stil bij het doopbevel van Jezus: ‘Doop hen in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest’. De context van die woorden maakt duidelijk dat hier discipelschap het centrale thema is. Het centrale bevel van Jezus is hier namelijk niet het ‘zendingsbevel’ (‘Ga op weg’) en evenmin het doopbevel (strikt genomen is het geen doopbevel, want er staat ‘door te dopen’), maar een discipelschapsbevel: ‘Maak leerlingen!’ De doop is hier het moment waarop de dopeling een nieuwe identiteit ontvangt c.q. voor een nieuwe identiteit kiest: leerling van Jezus zijn. Dat is en (mijns inziens nogal belangrijk) aspect dat bij de doop van kleine kinderen maar moeilijk tot uitdrukking komt. Zuigelingen zijn nu eenmaal nog geen leerlingen (discipelen), want een leerling van Jezus ben je pas als je op de oproep van Jezus ‘Volg mij!’ met  Ja!’ hebt geantwoord.

Dit kan al gauw geïnterpreteerd worden als een pleidooi tegen de kinderdoop en voor de volwassendoop, en helaas zijn er velen die rond de realiteti van de doop eigen lijk maar geïnteresseerd zijn in één vraag: Ben je vóór of tegen de kinderdoop? Dat is een nogal ernstige versmalling van de thematiek, alsof alleen het tijdstip waarop gedoopt wordt van belang is. De hele prekenserie die ik erover houd heeft juist als insteek om de volle werkelijkheid van de doop in beeld te krijgen door zoveel mogelijk aspecten te belichten. En dan kan het niet anders of ook het thema ‘discipelschap en doop’ krijgt een zwaar accent (anders neem je het evangelie gewoon niet serieus).

Via deze link kun je de preken vinden (samenvattingen, audio en van enkele preken een uitgeschreven versie)