Komende vrijdag verschijnt het winternummer van het blad Groei. Thema is: ‘Kleur bekennen’. Hieronder alvast een stukje van het artikel dat ik in dat nummer heb geschreven onder de titel ‘Een afstraling van Gods schitterende heerlijkheid‘.

  • Kleur bekennen.
  • Je eigen kleur ontdekken.
  • Kleur geven aan je eigen leven.
  • De veelkleurigheid aan gaven en talenten in je plaatselijke gemeente zichtbaar maken.

Het is allemaal prachtig! En heel veel mensen worden er enthousiast over. Ik ook. Maar het is goed om hier een Bijbels-kritische vraag te laten klinken.

Kritische vraag

Is ons verlangen naar eigen kleur en veelkleurigheid wel een echo van de veelkleurigheid van God? Anders gezegd: is onze fascinatie voor de veelkleurigheid van Christus minstens even groot als ons enthousiasme voor onze eigen veelkleurigheid?

Spreken over de veelkleurige christen en het veelkleurige leven als christen kan ook een uitdrukkingsvorm zijn van pure zelfinteresse en van de ik-gerichte cultuur die we allemaal ademen, ook als we als christen proberen te leven op deze aarde.

Echo en stem

In de loop van de tijd heb ik geleerd (of liever: ik probeer nog steeds te leren) om de allesdoordringende waarde van de schoonheid van God te zien. God is mooi! God is prachtig! Als we ergens prachtige veelkleurigheid en indrukwekkende veelvuldigheid ontmoeten, dan is dat in de God die we in Jezus leren kennen. In zijn boek ‘Eenvoudig christelijk’ gebruikt Tom Wright veel de metafoor van de echo. Alles wat we hier op aarde zien aan schoonheid, gerechtigheid, echte verbondenheid en spiritualiteit is ten diepste echo van een stem. De stem van God namelijk. Maar we lopen het gevaar om de echo’s wel te horen maar ze los te maken van de oorspronkelijke stem. We raken verliefd op de echo en vergeten de stem die oorspronkelijk klonk.

Ik noem nog een paar manieren om die heerlijkheid van God onder woorden te brengen:

  • Zijn heilige schoonheid!
  • Zijn transformerende uitstraling!
  • Zijn krachtige aantrekkelijkheid!
  • Zijn ontzagwekkende nabijheid!
  • Zijn genadige indrukwekkendheid!
  • Zijn huiveringwekkende aanwezigheid!
  • Zijn adembenemende grootheid!

Zo is het ook met de schoonheid of veelkleurigheid van God. Heel gemakkelijk worden we verliefd op alles wat hier op aarde mooi en veelkleurig is aan de natuur, aan mensen, aan muziek en aan andere cultuuruitingen. De aardse schoonheid wordt verzelfstandigd. En op dat moment ben je al niet meer ver van afgoderij verwijderd.

Onze fascinatie voor eigen kleur en veelkleurigheid kan dus ook niets minder dan afgoderij zijn: pure zelfinteresse die niet wordt gevoed door Christus’ veelkleurigheid. We hebben wel de echo maar niet de stem.

(Lees de rest van het artikel in Groei.)