In het Nederlands Dagblad van vandaag stelt Henk Drost, als missionair predikant werkzaam in Oekraïne, onder de kop ‘Kerk moet zich niet aanpassen aan project‘ vragen aan de missionaire geloofsgemeenschap Stroom in Amsterdam. Martijn Horsman, voorganger van die gemeenschap, heeft namelijk (in het ND van gisteren) gezegd dat hij van de bezoekers in de zondagse samenkomsten 1/3 niet kent. Uit twitter-berichten is inmiddels duidelijk geworden dat het dan om zo’n 30 mensen per samenkomst gaat.

Henk Drost merkt op basis hiervan over Stroom het volgende op:

“Het is een groep waar moderne vrijblijvendheid belangrijker lijkt dan pastorale zorg. De pastor zegt dat hij een derde van de bezoekers niet kent. Dat is de moderne visie op kerk-zijn waar vrijblijvendheid de plek heeft ingenomen van pastorale zorg. Wat is dat voor herder of zendeling die een derde van de mensen niet kent?”

Dat zijn forse woorden die ook wel op een heel smalle basis gemaakt worden (ik ga er even vanuit dat Drost hierover geen persoonlijk contact gehad heeft met Martijn Horsman).

Kijk, als je als herder of zendeling een derde van de mensen die ingeschreven staan als lid van je gemeente niet kent, dan heb je wel een probleem (tenzij er heldere afspraken zijn dat de voorganger in bijvoorbeeld een heel grote gemeente vrijgesteld is van pastoraat om zich te kunnen concentreren op prediking en leiderschap). Maar het is wel erg onheus om een herder of zendeling die op een willekeurige zondagmorgen 30 nieuwe bezoekers in de samenkomst aantreft te verwijten dat hij hen niet kent. Het is juist fantastisch dat hij hen niet kent! Wat een kansen als die bezoekers zoekers blijken te zijn: op zoek naar God, op zoek naar een geloofsgemeenschap, op zoek naar zin.

Als die bezoekers vervolgens vaker komen, dan worden er uiteraard persoonlijke contacten gelegd, en daar zal de herder/zendeling ongetwijfeld een rol in spelen, maar wellicht niet de voornaamste rol: zorg en aandacht geven aan mensen (pastoraat) is namelijk een roeping voor de geloofsgemeenschap als geheel en zeker niet de exclusieve taak van de herder of zendeling (dat is helaas een wijdverbreid kerkelijk misverstand).

Daarom lijkt Stroom mij hartelijk te feliciteren met een een herder/zendeling die 1/3 van de bezoekers niet kent! Daarbij vooronderstel ik dat Stroom natuurlijk ook een geloofsgemeenschap vormt waar pastoraat hoog op de agenda staat: onderlinge zorg voor de leden, liefdevolle aandacht voor (be)zoekers en ook goede gesprekken als leden van Jezus lijken te vervreemden. Want pastoraat is een onmisbare dimensie voor elke christelijke geloofsgemeenschap.

Wel zou het kunnen zijn dat een geloofsgemeenschap die primair missionair is de pastorale dimensie van geloofsgemeenschap-zijn wat onderwaardeert. Of dat bij Stroom zo is, daar kan ik niets van zeggen. Meer algemeen gesproken zie ik wel dat de missionaire dimensie en de pastorale dimensie van gemeente-zijn soms wat op gespannen voet met elkaar staan. helemaal als missionair zijn wordt gedefinieerd als naar-buiten-zijn en pastoraal zijn als naar-binnen-gericht zijn. Soms wordt er ook wel eens wat denigrerend gesproken over ‘herder-zijn’ en ‘je schaapjes kennen’.

Daar heb ik eerder al wat blogposts aan gewijd en in mei zal er in het blad IDEA aandacht aan worden besteed: de betekenis van pastoraat voor missionair gemeente zijn.

Rood, groen en blauw zien. Over de missionaire kerk
Pastoraal of missionair? Of: eerherstel voor het pastoraat!
Het pastoraat: kern van missionair zijn