Al enige tijd is een uitspraak van Tom Wright me dierbaar: ‘Het gaat er niet om dat wij in de hemel komen, maar dat de hemel in ons komt.’

Afgelopen zaterdagavond was er in het tv-programma ‘Door de wereld’ een kort interview te zien waarin Andries Knevel Tom Wright bevroeg op zijn theologie. Een boeiend gesprek. In de EO-Visie was het interview aangekondigd met de teaser: ‘Christenen gaan niet naar de hemel’. En daar ben ik het helemaal mee eens. Tenminste als deze zin betekent dat dít het is waar het in het christelijk geloof om draait: dat we vergeving van zonden ontvangen door geloof in de gekruisigde Christus en naar de hemel mogen als we sterven. Maar dit is een individualistische versmalling van het evangelie die ook nog eens gepaard gaat met een versmalde opvatting van de hemel als een plaats waar je heen gaat na je dood. Hemel is in de bijbel primair: de dimensie van God die ervaarbaar wordt waar het koninkrijk van God gestalte krijgt; hemel is primair: niet een plaats maar een persoon; hemel is: met Christus zijn.

Ik gebruik bovenstaande nu even als aanleiding om het thema van het evangelie van ‘de vergoddelijking van de mens’ weer aan de orde te stellen. Ik schreef er al over in deze twee blogposts over het thema theosis. Ik geloof dat het vruchtbaar is om het concept van theosis te verkennen om nieuwe invalshoeken te vinden die ons helpen om te zien waar het in het evangelie om gaat en wat de belofte van dit evangelie is voor een wereld die vervreemd is geraakt van God maar tegelijk naar hem op zoek is.

Nu heeft een bevriende collega van mij, Dick Moes, al uitgebreid over de thematiek van theosis geschreven in zijn dissertatie (2007) met de titel ‘Cultivating a God-generated Life: Being Embedded with Christ in the Father through the advance Installment of the Holy Spirit‘. Deze even omvangrijke als boeiende dissertatie is te vinden op deze website: www.godgeneratedlife.com. Dick Moes heeft daarin al heel veel materiaal verzameld over het thema theosis zoals daarover in de verschillende fases van de theologiegeschiedenis is gedacht en geschreven. En dat niet alleen in de Ooster-orthodoxe traditie, maar ook in de Rooms-Katholieke, Lutherse, Calvinistische, Wesleyaanse en baptistische traditie.

Zo geeft Moes bijvoorbeeld door van Calvijn:

The goal of our regeneration is that we may be made like God, and that his glory may shine forth in us. This shining forth of God’s glory is in some sense a participation in God.

Participation in God’s divine nature is the greatest possible blessing. “Let us then mark” Calvin writes in his commentary on 2 Peter 1:4, “that the end of the gospel is, to render us eventually conformable to God, and, if we may so speak, to deify us [quasi deificari].”

Als het ware vergoddelijkt worden – dat is dus volgens Calvijn het doel van de wedergeboorte, het begin van het christelijke leven. Dat opent dus perspectieven om het thema van de theosis ook vanuit reformatorisch perspectief te doordenken.

Volgende blogpost: Dick Moes over theosis.

Lees het complete hoofdstuk uit de dissertatie van Dick Moes: AN HISTORICAL LITERATURE REVIEW: DEIFICATION OR THEOSIS IN THE TRADITION OF THE CHURCH