Thomas a KempisHet valt niet te ontkennen dat er in en rond kerken de laatste tijd heel veel aandacht is voor discipelschap. Dat gebeurt niet altijd onder die naam. Er zijn ook andere aanduidingen die ongeveer dezelfde werkelijkheid aanduiden: geestelijke groei, spirituele vorming, karaktervorming, leven volgens een monastieke regel (benedictijns of de zevende regel bijvoorbeeld), (post)moderne devotie.

Is er sprake van een hype? Een omschrijving van hype luidt als volgt: ‘iets nieuws dat tijdelijk sterk de aandacht trekt, maar weinig voorstelt.’ Dat discipelschap weinig voorstelt zal niemand willen beweren. Of de aandacht tijdelijk zal zijn, moet nog blijken.

Is er sprake van een trend? Een trend is ‘ontwikkelingslijn, neiging, richting’. Ik denk zeker dat er sprake is van een trend. Niet alles wat belangrijk is kan altijd tegelijk de aandacht hebben. De aandacht voor discipelschap is opvallend en toont een bepaalde ontwikkelingslijn die opnieuw aandacht vraagt voor iets wat misschien uit het centrum van de aandacht was verdwenen. En dat gebeurt dan zonder dat er sprake is van coördinatie op heel veel plekken tegelijk.

Discipelschap is geen hype, wel een trend in het kerkelijk leven. Maar ik geloof dat we vooral ook moeten zeggen: discipelschap heeft alles met het hart van het evangelie te maken. Jezus is niet gekomen om zondaren te verlossen met het oog op een plekje in de hemel. Hij is gekomen om ons te redden uit de greep van het kwaad en ons in te zetten in zijn koninkrijksbeweging die in de kern hierin bestaat: dat we leerlingen van hem zijn én leerlingen maken.

Vanmorgen bracht is wat tijd door in de kerkzaal van de Plantagekerk die elke vrijdagmorgen open is als ruimte voor gebed en bezinning. Er liggen daar teksten klaar (geplastificeerde kaartjes) en ik pakte er een met een citaat van Thomas a Kempis uit ‘De navolging van Christus in jonge taal’ van Mink de Vries:

Wie de woorden en de levensstijl van Jezus echt wil begrijpen en ervaren, zal Christus in zijn leven dienen te volgen, in actie moeten komen en het niet bij woorden moeten laten. (blz. 14)

Dat is dus discipelschap! Discipelschap is in de kern niets anders dan dit: de woorden van Jezus niet alleen horen maar ze ook doen. Dat ‘doen’, ‘in actie komen’ is essentieel als het gaat om Jezus volgen. Niet voor niets eindigt Jezus de Bergrede met een gelijkenis die daarom draait: een veratandig man (een discipel van Jezus) is iemand die deze woorden van mij hoor én ernaar handelt.

Juist in dat ‘doen’ zit ook iets dat irriteert, merk ik. Bij mezelf maar ook bij mensen met wie ik over discipelschap spreek: We moeten weer zoveel. Aandacht voor discipelschap en discipelschapsontwikkeling kan een doenerige, activistische, moeterige kleur krijgen. Dat gevaar is er. Maar Jezus volgen heeft gevaren in zich, het is niet de veilige weg. Dat geldt mijns inziens ook in dit opzicht: je kunt in de navolging dichtbij een doenerigheid komen die vertrouwt op eigen kracht. Maar de oplossing is dan niet: wegblijven bij het doen, maar al het doen onderwerpen aan Christus en zijn Geest.

Overigens kom ik de woorden ‘doen’ of ‘actie’ niet tegen als ik Thomas’ woorden niet in jonge taal maar in een wat oudere vertaling lees. Daar word ik vooral getroffen door de uitdrukking (Christus)gelijkvormigheid. Want dat is ook ten diepste discipelschap: de weg van het verlangen naar Christusgelijkvormigheid gaan (I,1,6):

Wie () Christus’ woorden ten volle en met smaak wil verstaan, dient er zich op toe te leggen zijn hele leven aan Hem gelijkvormig te maken.

[In het Latijn:  Qui autem vult plene et sapide Christi verba intellegere: oportet ut totam vitam suam illi studeat conformare.]