onzevaderindehemel

Als je vertrouwd bent met de Heidelbergse Catechismus heb je het misschien al ontdekt. Maar het kan ook zijn dat je het je nog nooit hebt gerealiseerd. Als de Catechismus de beden van het Onze Vader uitlegt, doet hij dat in de vorm van een gebed! De Catechismus zegt daarmee impliciet: bidden leer je alleen maar door het te doen.

Zondagmiddag 20 oktober ga ik voor in een leerdienst die, op basis van de Zondagen 47-52, gaat over de zes beden van het Onze Vader. De centrale vraag zal zijn: ‘Hoe kan ik bidden met het Onze Vader? Of: Hoe kan ik het Onze Vader gebruiken als een bron of als een patroon voor mijn eigen bidden? Ik zal dan meerdere manieren aanreiken. Maar ik zal ook de suggestie doen dat je bidden met het Onze Vader verrijkt wordt als je de woorden van het 450 jaar oude gebed dat de Catechismus aanreikt gebruikt. Hieronder vind je dat gebed (als pdf: ONZE VADER IN DE HEMEL). Ik ben zelf de woorden weer uit mijn hoofd aan het leren.

ONZE VADER IN DE HEMEL

Laat uw naam geheiligd worden. Geef ons eerst dat wij u naar waarheid kennen en u heiligen, roemen en prijzen in al uw werken, waarin uw almacht, wijsheid, goedheid, gerechtigheid, barmhartigheid en waarheid glansrijk stralen. Geef ons ook dat wij ons hele leven – onze gedachten, woorden en werken – daarop richten, dat uw naam om ons niet gelasterd, maar geëerd en geprezen wordt.

Laat uw koninkrijk komen. Regeer ons zo door uw woord en Geest, dat wij ons steeds meer aan u onderwerpen; bewaar en vermeerder uw kerk; verbreek de werken van de duivel en alle macht die tegen u opstaat; verijdel ook alle boze plannen die tegen uw heilig woord bedacht worden; totdat de volmaaktheid van uw rijk komt, waarin u alles zult zijn in allen.

Laat uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel. Geef dat wij en alle mensen onze eigen wil verloochenen en uw wil, die alleen goed is, zonder enig tegenspreken gehoorzaam zijn, zodat een ieder zijn taak waartoe hij geroepen is, even gewillig en trouw vervult als de engelen in de hemel doen.

Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben. Wil ons zó verzorgen met alles wat wij voor ons lichaam nodig hebben, dat wij daardoor erkennen dat u de enige oorsprong van al het goede bent en dat onze zorg en inspanning en ook uw gaven ons niet baten zonder uw zegen. Leer ons daardoor ook ons vertrouwen niet langer op enig schepsel, maar op u alleen te stellen.

Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig was. Wil ons, arme zondaren, om het bloed van Christus geen van onze misdaden toerekenen en ook niet de slechtheid die altijd nog in ons is, zoals wijzelf ook als een bewijs van uw genade in ons opmerken, dat wij het vaste voornemen hebben onze naaste van harte te vergeven.

En breng ons niet in beproeving, maar red ons uit de greep van het kwaad. Wij zijn van onszelf zó zwak, dat wij zelfs geen ogenblik kunnen standhouden, en bovendien houden onze doodsvijanden – de duivel, de wereld en ons eigen vlees – niet op ons aan te vechten. Wil ons daarom toch staande houden en sterken door de kracht van uw heilige Geest, zodat wij in deze geestelijke strijd niet het onderspit delven, maar altijd krachtig tegenstand bieden, totdat wij uiteindelijk de volkomen overwinning behalen.

Want aan u behoort het koningschap, de macht en de majesteit tot in eeuwigheid. Dit alles vragen wij van u, omdat u ons al het goede wilt en kunt geven, want u bent onze koning en hebt alle dingen in uw macht. Wij bidden u dit, opdat daardoor niet aan ons maar aan uw heilige naam eeuwig lof wordt toegebracht.

AMEN!

Heidelbergse Catechismus antwoord 122-128