oefenruimteAfgelopen vrijdag verscheen het boek van Sake stoppels over discipelschap: ‘Oefenruimte. Kerk en parochie als gemeenschap van leerlingen‘ (bij Boekencentrum). Wat mij betreft is dit het (praktisch-)theologische boek van het jaar 2013!

Het is bijzonder dat er nu in de bedding van de protestantse kerken een boek op tafel is gelegd dat gaat over het thema discipelschap. In evangelische kringen wordt hier al veel langer veel aandacht aan gegeven. Discipelschap is nu ook in protestantse kerken bezig aan een opmars, en het boek van Sake Stoppels is van deze opmars een belangrijk signaal.

Komende donderdag wordt er rond de verschijning van ‘Oefenruimte’ een symposium georganiseerd: Oefening baart kerk. En eigenlijk verbaast het me niet dat dit event is volgeboekt. Het thema leeft en het boek van Stoppels zal een heel belangrijke rol gaan spelen in de verkenningen rond de vraag hoe het concept van discipelschap hoopvol richting kan wijzen voor kerken die nadenken over hun toekomst.

Want dat is de inzet van Stoppels: ‘Zo hoop ik duidelijk te maken dat leerling-zijn ofwel discipelschap een veelbelovend concept is voor kerken die zoeken naar toekomst’ (blz. 65). Nog iets steviger: ‘De kerk is geroepen haar leden en ook anderen uit te nodigen over de volle breedte en lengte van hun leven leerling te worden van Jezus Christus’ (blz. 73). Ook het motto, ontleend aan de PKN-visienota ‘De hartslag van het leven’, dat Stoppels aan het boek meegeeft onderstreept deze inzet: ‘De kerk is oefenplek voor een leven als volgelingen van Jezus.’

De titel boven deze blogpost vat het goed samen en is een oneliner die door Stoppels zelf is gesmeed: ‘Jezus roept leerlingen, geen kerkmensen’ (blz. 13). Dat is prikkelend bedoeld maar laat zeker de drive zien die door heel Stoppels’ boek heen te proeven is: ‘In de spanning tussen theologie en sociologie kies ik voor het theologische accent van het verplichtende karakter van christelijke gemeenschapsvorming’ (blz. 13). Een kerk die niks vraagt van haar leden zal een stille dood sterven, is de gedachte. Een kerk is pas kerk als het de plek is waar mensen worden uitgenodigd tot een leven in de navolging van Christus, als leerlingen van Jezus dus.

Daarmee is het boek van Stoppels ook een krachtig pleidooi tegen een consumenten-kerk. Dat is een kerk die vooral fungeert als service-instelling waar mensen halen wat ze nodig hebben op het moment dat het hun past en waar de leden de houding aannemen die past bij een consumentistische maatschappij: ik beoordeel wat mij wordt aangeboden en schat het zelf op waarde; bevalt het, dan kom ik terug, bevalt het niet dan lever ik kritiek of blijf ik weg en ga naar een andere aanbieder. Stoppels haalt Alan Hirsch aan om te zeggen dat dit consumentisme de grootste bedreiging voor het functioneren van de kerk  is: het is door en door heidens (blz. 94, met verwijzing naar Alan Hirsch, The Forgotten Ways).

Het zal duidelijk zijn dat er in ‘Oefenruimte. Gemeente en parochie als gemeenschap van leerlingen’ stevige taal wordt gesproken en een heldere richting wordt gewezen. Dat is prachtig! Want er is in kerken ook wel wat aan de hand. Overal lijkt er een proces van heroriëntatie gaande te zijn. Hoe kunnen we in de 21e eeuw kerk zijn? Wat kunnen we als gevestigde kerken leren van gemeentestichtigen en andere missionaire pioniersplekken? Hoe kan de kerk de plek zijn waar volop Christus’ oproep ‘Volg mij’ tot klinken komt?

‘Oefenruimte’ bevat de volgende hoofdstukken:

  1. Inleiding
  2. Zoektochten naar nieuwe gestalten van christelijke gemeenschapsvorming en participatie
  3. Ecclesiologische keuzemomenten
  4. De weg van discipelschap
  5. Met twee woorden spreken. Gemeenschapsvorming en discipelschap
  6. Voorwaarden voor een goed leerklimaat
  7. Discipelschapsontwikkeling. Leermomenten en leervormen
  8. Een kerk met gastvrije drempels. Over zegenen en dopen

In de volgende drie blogposts deel ik wat reflecties rond dit belangrijke boek.