imitatio2In het boek ‘Imitatio. Thomas a Kempis, een kroniek’ geschreven door Benjamin Louwerse vertelt een de novice die ee hoofdrol speelt hoe hij in de praktijk bezig is Lectio Divina (blz. 210-211):

“Met het ritme van het huis verstreken de getijden als spirituele seizoenen, waarbij God op zijn tijd wasdom gaf. Ik had al enige tijd in de traditie van de woestijnvader en -moeders omgang met God gezocht en daarbij goede momenten beleefd. Ik voelde dat het nu tijd werd langs een meer methodische weg verdieping in mijn gesprek met God aan te brengen. Er was mij een goede weg aangereikt en ik sloeg die weg in om nog dichter bij het vaderhart van God te komen.
Bij het opstaan begon ik met God toe te staan mijn leven binnen te komen: ‘Spreek, Heer , uw dienaar hoort. Ik ben uw knecht, onderricht mij, dat ik uw voorschriften mag kennen. Neig mijn hart tot de woorden van uw mond, dat uw redenen vloeien als dauw.’
De lectio bestond vooral uit het intens en hardop lezen van een passage uit de Heilige Schrift. Ik heb mij aangeleerd niet te veel ineens te lezen. Soms maar één enkele zin. Tijdens het werk in het scriptorium en op momenten van persoonlijk gebed herhaalde ik de tekst meerdere keren. Zo kon de proclamatie van de Heer steeds dieper in mijn ziel doordringen.
De meditatio deed ik meestal in de rustperiode na de maaltijd of ’s avonds tijdens het zelfonderzoek. De tekst die ik die dag of soms meerdere dagen intens tot mij had laten komen, overdacht ik tot op het punt waar ik verstond wat de tekst mij te zeggen had. Hoe de tekst in mijn leven kon werken. De tekst moest voor mij in elk geval iets teweeg brengen, want het koninkrijk Gods bestaat niet in woorden, maar in kracht! Als ik verstond wat God van mij vroeg door de weg die de tekst met mij ging en hoe ik daar in mijn dagelijks leven handen en voeten aan kon geven, vervulden dankbaarheid en blijdschap mijn hart. Die gevoelens zochten een uitweg middels de oratio, het spontane gebed, als een reactie op het Woord van de Heer. Soms volgde spontaan een hymne die hier goed bij aansloot. Ik herinner mij een keer dat een nieuw lied geboren werd tijdens zo’n oratio. Helaas heb ik verzuimd die op te schrijven in mijn rapiarium. Maar aan het moment zelf denk ik met blijde gevoelens terug.
Die momenten van rijkelijke zegen ontvangen en spontaan eer teruggeven aan God in woord en lied gingen over in contemplatie, het in stilte verkeren in Gods heilige aanwezigheid.
Het luisteren naar de Schrift, het overdenken en verstaan van de Schrift en het spontaan bidden naar aanleiding van de Schrift vinden een hoogtepunt door de stilte die volgt, waarin de bewustwording van de aanwezigheid van God intens ervaren wordt. Dat begint met spaarzame momenten die gekoesterd worden, maar naargelang Gods genade groter wordt en spirituele wasdom toeneemt, nemen die intense ontmoetingen toe. Het verblijf op cel bracht mij in het begin in geestelijke nood, maar vormt inmiddels het hoogtepunt van de dag, op de mis na. Ik herinner me de woorden van broeder Thomas, waar hij leerde: ‘Mijn zoon, Christus moet uw hoogste doelwit zijn. Wij zullen nergens rust vinden, dan wanneer wij één met Christus geworden zijn.’”