Tijd om mee te gaanVers van de pers een Nederlands boek over discipelschap: ‘Tijd om mee te gaan. Over discipelschap vandaag.’ Een must-read voor iedereen in Nederland die (de bezinning op) discipelschap een warm hart toedraagt!

Toen ik van de zomer hoorde dat dit boek eraan kwam, maakte dat me heel enthousiast. Na het boek van Sake Stoppels ‘Oefenruimte’ nu al een tweede (recente) substantiële bijdrage van Nederlandse bodem rond dit thema dat allerwegen de aandacht vraagt en krijgt. Ook weer uit het PKN-deel van kerkelijk Nederland, nu alleen niet uit gereformeerde hoek, maar uit hervormde hoek. Prachtig!

‘Tijd om mee te gaan.’ De titel heeft iets urgents. De woorden doen me denken aan wat Jezus zei: ‘De tijd is aangebroken. Het koninkrijk van God is nabij. Kom tot inkeer en hecht geloof aan dit goede nieuws’. Tijd om mee te gaan. Het is de hoogste tijd om terug te keren naar datgene waar het in de kerk altijd al om ging (of had moeten gaan): discipelschap. Dat we leren leven als leerlingen van Jezus in ons alledaagse bestaan.

Een citaat van oud-politicus Frits Bolkestein waarin hij zich beklaagt over de ‘bloedeloosheid van het christendom in West-Europa’ is al op de tweede bladzijde te vinden. Een ‘bloedeloos christendom’: dat is een christendom zonder discipelschap, zo vertaal ik dat maar even.

Het boek is een neerslag van gesprekken die Koos van Noppen heeft gehad met de drie auteur: Bert de Leede, Wim Dekker en Arjan Markus. Het is geen losse interviewbundel geworden maar een gemeenschappelijke tekst die door alle drie de auteurs voor hun rekening wordt genomen. Er klinkt wel een waarschuwing: ‘Dit is geen handboek discipelschap. Uit praktische overwegingen hebben we ons beperkt tot een aantal kernpunten.’

Het boek zet hoog in en dat voelt goed: ‘Op alle mogelijke manieren willen we bevorderen dat de gemeente een gemeenschap is van discipelen rondom de Persoon en het onderwijs van Jezus.’ We kunnen ‘de plaatselijke kerken niet beter () dienen dan met toerusting tot de toewijding aan Christus en eenvoudige gehoorzaamheid aan Hem, in het leven van alledag.’ Amen!

En om meteen even naar het einde van het boek te gaan: daar wordt een concrete handreiking gedaan aan kerkenraden om bezig te zijn met het aanbrengen van een cultuur van discipelschap. De belangrijkste aandachtsvelden van het gemeente zijn (eredienst, pastoraat, toerusting etc.) komen lang en worden (kort) besproken vanuit het perspectief van discipelschap. De auteurs geven drie redenen waarom dit zo belangrijk is:

  1. Discipelschap is een basaal thema in de hele Bijbel! Het is de toewijding aan God met heel je hart, heel je verstand en al je kracht. Dit kan ook worden aangeduid met termen als ‘leven voor Gods aangezicht’ of ‘wandelen op Gods weg’ of ‘op de weg van Gods geboden’, of ‘wandelen met God’.
  2. Discipelschap is actueler dan ooit ‘omdat het in onze seculiere leefwereld meer inspanning en moeite kost om het leven te (be)leven voor Gods aangezicht. We leven in een cultuur waaruit God verdwenen is en voor je het weet, lijkt Hij ook verdwenen te zijn uit je eigen leven.’
  3. Discipelschap is de meest eigenlijke manier van missionair zijn. ‘Een gemeente is missionair als haar leden in het dagelijks leven in daad en woord leven als discipelen van Jezus.’ Dit is een heel belangrijk accent in dit laatste hoofdstuk, maar ook door heel het boek heen: de focus op discipelschap helpt ons om ons dágelijkse (en niet ons zondagse) leven te zien als de plaats waar discipelschap gestalte moet krijgen.

Overigens valt bij deze drie punten op dat de urgentie die je aan het begin van het boek proeft wat lijkt te zijn verdwenen. De pittige uitspraak van Bolkestein over de ‘bloedeloosheid van het christendom in West-Europa’ is op de achtergrond geraakt. Maar zit misschien niet juist hier een van de redenen waarom er zoveel aandacht is voor discipelschap en waarom die aandacht ook zo nodig is? Andere auteurs die schrijven over discipelschap (ik denk aan Sake Stoppels, Mike Breen, Alan Hirsch en Dallas Willard) vestigen juist hier de aandacht op: een christendom dat te veel leeft van goedkope genade en te weinig luistert naar de oproep ‘Volg mij’.

Overigens is er zeker aandacht voor de thematiek van goedkope en kostbare genade en de rol van gehoorzaamheid. In hoofdstuk 8 ‘Genade is niet goedkoop. Over geloven en gehoorzamen’ worden deze twee stellingen van Bonhoeffer besproken: 1. Alleen de gelovige gehoorzaamt. 2. Alleen de gehoorzame gelooft.’ Hier wordt ook gewaarschuwd voor het gevaar dat de tweede stelling te weinig werkelijkheid wordt in het leven van de kerk. Dan zijn er wel de gelovige woorden maar niet de ermee responderende daden.

Of in woorden van Jezus: dan is er wel het horen maar niet het handelen (Matteüs 7:24-27). Discipelschap is nu precies het, door het werk vn de heilige Geest van Jezus, samengaan van deze twee aspecten: horen én handelen, geloven én gehoorzamen.

En zo zijn er door het boek heen heel veel waardevolle gedachten en overwegingen te vinden die het boek het lezen meer dan waard maken. Nogmaals: dit is boek is een must-read voor iedereen in Nederland die (de bezinning op) discipelschap een warm hart toedraagt!

In een tweede blogpost stel ik ook wat vragen aan het boek.