Na een (wat mij betreft iets te lange) pauze pak ik de draad weer op van de blogs over discipelschap in de lokale kerk. Na de visies van Bill Hull en Dallas Willard is het woord nu aan Mike Breen. Hij is wellicht het meest praktisch in zijn aanbevelingen voor de eerste drie stappen.

Als je als leider van een kerk (of een of andere vorm van geloofsgemeenschap) wilt bouwen aan een discipelschapscultuur, dan moet je wat Breen betreft deze drie stappen zetten (zie: ‘Een cultuur van discipelschap. Bouwen aan een missionaire beweging door discipelschap in de stijl van Jezus’ hoofdstuk 4):

  1. Begin gebruik te maken van het discipelschapsinstrument van de huddel
  2. Geef mensen toegang tot je leven door een transparante levenshouding
  3. Creëer en gebruik een gedeelde discipelschapstaal

1 De huddel

‘Laten we eenvoudig beginnen. We nodigen een paar mensen uit om een discipelschapsrelatie met ons aan te gaan.’ ‘Een huddel is een groep van vier tot tien mensen, waarvan je ervaart dat God je roept om in hen te investeren. Je ontmoet ze regelmatig, minstens tweewekelijks, en coacht ze in de stting van een groep.’ Daarbij is van belang dat je als leider investeert in mensen die op hun beurt ook bereid zijn om andere mensen tot discipelen te maken. Want: ‘Je kunt geen discipel zijn als je niet bereid bent om in andere discipelen te investeren.’

2 De transparante levenshouding

Waar de huddel het meer georganiseerde apsect van het discipelschaspleerproces betreft, gaat het in het meer organische deel van dit proces om het open stellen van je leven voor de mensen in je huddel. ‘Dat betekent dat je deze () mensen meer toegang geeft tot je leven dan andere mensen, en waarschijnlijk ook meer dan je nu gewoon bent om te doen.’ ‘Het is eerlijk gezegd niet veel meer dan mensen uitnodigen bij de dingen die je nu al doet.’ ‘We dompelen ze onder in ons leven.’ Want het gaat erom dat je door je manier van leven, door je voorbeeldgedrag in het alledaagse bestaan mensen uitnodigt en aanmoedigt om je voorbeeld te volgen en zo Jezus te volgen. Mensen leren niet alleen door informatieoverdracht. Innovatie (levensvernieuwing) komt alleen tot stand als er ook gelegenheid is tot imitatie (mensen die het praktisch voordoen en die je daarin kunt nadoen).

3 De gedeelde taal

Omdat taal eren cultuur creëert is het heel belangrijk om een taal te ontwerpen c.q. eigen te maken die daadwerkelijk helpt om een discipelschapscultuur te creëren. Breens boek wijdt daar heel veel aandacht aan. Er wordt gewerkt met acht leervormen:

  1. De cirkel helpt ons om belangrijke momenten (kairos-momenten) in ons leven te identificeren en ze aan te grijpen om een leerproces (leer-cirkel) door te lopen waardoor we dichter bij Gods wil voor ons leven komen.
  2. De halve cirkel helpt ons om het levensritme (rusten en werken) te herontdekken dat God als Schepper voor ons bedoeld heeft.
  3. De driehoek helpt ons om een balans te leren vinden tussen de drie centrale relaties in ons leven, namelijk: boven (God), binnen (mede-discipelen) en buiten (mensen die Christus nog niet kennen).
  4. Het vierkant helpt ons om zicht te krijgen op de verschillende fases in het discipelschapsproces en de corresponderend leiderschapsstijlen.
  5. De vijfhoek helpt ons om te ontdekken op welke manier we het best kunnen bijdragen aan de opbouw van het lichaam van Christus (als apostel, profeet, evangelist, herder of leraar).
  6. De zeshoek helpt ons om te leren bidden volgens het model (Onze Vader) dat Jezus ons gegeven heeft.
  7. De zevenhoek helpt ons om de essentiële aspecten van echt léven in beeld te krijgen om te zien hoe die in ons eigen leven (of in de kerk) functioneren.
  8. De achthoek helpt ten slotte om de ‘vredelievende persoon’ in beeld te krijgen op wie we ons mogen richten als het gaat om het delen van het evangelie.

Hierin wordt een herkenbare en werkbare taal aangereikt die het mogelijk maakt om doelgericht te communiceren over en aan het werk te zijn met discipelschap. Als ik de leervormen in eigen woorden even vertaal dan gaat het erom dat christenen die willen groeien in het leerling van Jezus zijn samen met anderen doelgericht aandacht geven aan deze vragen:

  1. Wat zijn de kairos-momenten en mijn leven en wat is dan mijn antwoord op deze twee vragen: ‘Wat zegt God tegen mij? Wat ga ik daarmee doen?’
  2. Op welke manier vind ik een gezonde, bijbelse balans tussen werken en rusten in mijn leven?
  3. Hoe vind ik een vruchtbare balans tussen de drie centrale relaties in mijn leven, namelijk mijn relatie met God, met mede-discipelen en met mensen die Christus nog niet kennen?
  4. In welke fase van het discipelschaps-leerproces bevind ik mij? En aan welk type leiderschap heb ik op dit moment behoefte?
  5. Wat is mijn specifieke gave c.q. bijdrage aan de opbouw van het lichaam van Christus (apostel, profeet, evangelist, herder of leraar)?
  6. Hoe kan ik (aan de hand van het Onze Vader) groeien in een leven van gebed?
  7. Hoe sta ik ervoor als het gaat om mijn geestelijke gezondheid?
  8. Wie zijn in mijn leven de ‘vredelievende personen’ en hoe kan ik hen het beste bereiken?

Drie heel duidelijk eerste stappen wijst Mike Breen dus aan. Het is interessant om de drie eerste stappen van Mike Breen te vergelijken met die van Dallas Willard en Bill Hull en te kijken wele voordelen en nadelen ermee verbonden zijn, ook vanuit de vraag hoe de lokale kerk daadwerkelijk de vruchten kan plukken van stappen die gezet worden.

Daar wil ik graag nog een keer op terug te komen. Voor nu hoop ik dat je als lezer concrete aanknopingspunten hebt om een antwoord te zoeken op je eigen vraag (in welke rol dan ook maar): waar kan ik beginnen als ik stappen wil zetten op de weg van (groei in) discipelschap?