Het neerwaartse pad van Christus ontdekken

Preek van Jos Douma vanuit Johannes 1:1-4 en 14 (4 januari 2015)

*

doopjezusJordaanIk begin met iets persoonlijks te delen. Zelden heb ik zo geworsteld met een preek als deze keer. Ik wist gewoon niet goed wat ik moest gaan zeggen. Er was een Bijbelgedeelte, dat had ik uitgekozen, Johannes 1, maar ik wist eigenlijk helemaal niet precies waarom ik het had gekozen. Het moest gaan over een nieuw begin. Want het is de eerste zondag in een nieuw jaar. Het moest gaan over licht. Want dat wil je toch graag: een licht begin. Misschien zelfs wel: een lichtvoetig begin…

Maar het valt me deze keer zwaar om te beginnen. En ik heb ermee geworsteld de afgelopen dagen en ook geworsteld met de vraag of ik jullie daar nu vanmorgen mee lastig moet vallen. Want ja, je komt – stel ik me zo voor – op de eerste zondag van een nieuw jaar naar de kerk om geïnspireerd te worden. Er moet energie stromen. We moeten er weer een week tegenaan kunnen, of misschien zelfs wel een jaar. En daar moet deze dienst voor zorgen. En natuurlijk ook de preek.

Maar, het is er gewoon even niet. Het valt me deze keer zwaar om te beginnen. Een nieuw jaar. Wat ga ik doen? Wat gaan we als kerk doen? Waar zijn we mee bezig? Gebeurt er iets wat echt betekenisvol is of houden we de boel draaiende? Gaat het nog wel over Jezus? Wie is Jezus nu eigenlijk helemaal?

En moet ik jullie daarmee lastig vallen?

Maar toen bedacht ik dat hier misschien wel meer mensen zijn met soortgelijke gedachten en gevoelens. Misschien wil je helemaal niet geïnspireerd worden maar alleen maar gezien, in je worsteling, in je moeite om een begin te maken. Een begin waarmee eigenlijk? Alles gaat maar gewoon zo wat door en dat geeft je eerder een lamlendig gevoel dan een gevoel van vitaliteit. En dan is daar de kerk op zondagmorgen, en gebeúrt daar nu werkelijk iets?

En mijn zware gevoel wordt ten diepste – tenminste dat denk ik – veroorzaakt door de vraag of we nu wel echt met de goede dingen bezig zijn. Is Jezus wel in het midden?

Die vraag houdt me vooral bezig. Of moet ik zeggen: die vraag zit me nogal dwars. Gaat het nog over Jezus? Of beter nog: gebeurt Jezus hier nog wel? Is hij de levende in ons midden? Is hij de levende in mijn bestaan? Of hebben we alleen nog een leer over Jezus en hebben we alleen nog het gevoel dat we van alles moeten van Jezus? Want ja, we zijn tenslotte zijn discipelen. En die moeten volgen. Maar als dat even niet lukt?

*

Afgelopen week ben ik weer wat gaan lezen in boeken van Henri Nouwen. Als iemand mij iets heeft laten zien van Jezus, dan is hij het wel. Ergens schrijft hij en ik herken daar veel van:

“Mijn hele leven is een moeizame poging geweest om Jezus na te volgen, zoals ik hem had leren kennen door mijn ouders, mijn vrienden en mijnleraren. Ik had talloze uren de schriften bestudeerd, naar colleges en preken geluisterd en geestelijke boeken gelezen. Jezus was heel dichtbij mij geweest, maar ook heel ver; een vriend, maar ook een vreemdeling; een bron van hoop, maar ook van vrees, schuld en schaamte.”

Jezus: is hij nu een vriend, iemand die ik goed ken en van wie ik veel houd omdat hij zoveel van mij houdt? Of is hij eerder een veemdeling: ik heb over hem gehoord, zijn naam valt regelmatig, maar ik voel eerder vervreemding dan herkenning?

Daarom is dit de vraag waarmee ik het nieuwe jaar inga. Niet een goed voornemen deze keer – ik ben een beetje zat van goede voornemens. Een vraag dus: Wie is Jezus toch? Gaat het in mijn leven, gaat het in de kerk, gaat het in onze geloofsgemeenschap echt wel om hem? Want dat is volgens mij wel zoals het bedoeld is.

Ik wil bij mezelf en bij julie een verlangen aanwakkeren om Jezus – die vriend, die vreemdeling, die soms dichtbij is maar vaak ook ver weg – het begin te laten zijn van alles.

En nu is er net gedoopt. Dat helpt. Want de doop brengt dat altijd opnieuw tot uitdrukking, dat Jezus aan het begin staat. Maar lééft dat ook echt? Dat de doop zegt: jij bent niet het begin, maar Jezus? Dat leven buiten Christus geen toekomst heeft? Dat er buiten Christus geen leven en licht is? Dat we ons leven buiten ons zelf in Christus moeten zoeken?

Dat gaat niet alleen maar over de vergeving van onze zonden, maar over alles wat er in ons leven toe doet. Dat kan niet zonder Jezus als begin. Onze relaties, onze huwelijken, ons gedachten, onze overtuigingen, onze keuzes, onze beslissingen, de opvoeding die we geven, de weg die we gaan, het dagelijks werk dat we doen, kerk zijn – het kan allemaal niet onder Jezus als begin.

We kunnen in ons persoonlijke leven en ook in het leven in de kerk zo opgaan in problemen die er spelen, zo opgaan in discussies waar we een mening in ten beste moeten geven, zo opgaan in onze eigen verwachtingen en andermans verwachtingen van hoe we vandaag kerk moeten zijn, zo gebiologeerd raken door randzaken – dat Jezus naar de achtergrond verdwijnt.

Soms – schreef Okke Jager ergens – lijkt Jezus op een steeds kleiner wordende stip in onze acteruitkijkspiegel.

Is dat misschien aan de hand in mijn leven, in jouw leven, in ons kerk-zijn?

*

Bij Johannes is Jezus in elk geval niet een steeds kleiner wordende stip in zijn achteruitkijkspiegel. Hij zet zijn evangelie ongelooflijk hoog in. Alles draait om Jezus. Vanaf het eerste woord, de eerste zin: de begin-zin. In de meest letterlijk zin is dit de begin-zin van het Johannes evangelie. ‘In het begin…’

En misschien wil Johannes wel zeggen: als je als christen wilt leven, laat dit dan elke dag opnieuw je begin-zin zijn. Een begin-zin die hoog inzet en tegelijk zo mysterieus is en blijft dat je er nooit klaar mee bent.

“In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in het begin bij God. Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen.”

Daar zit heel veel in waar ik naar verlang. En waar denk ik alle mensen naar verlangen. Ik pak er een paar trefwoorden uit.

In het begin | We leren God hier kennen als de God die altijd weer een nieuw begin maakt. En wat hebben we daar een beheofte aan. Aan hoop op een nieuw begin. Als er iets stuk is gegaan in je leven… Als het donker is geworden…

Woord | God spreekt. We leven niet in het zwijgen van God, hoewel we ook moeten beseffen dat God er soms voor kiest om te zwijgen in onze levens. Om zich te verbergen. We kunnen een donkere nacht van de ziel ervaren. Maar toch: Christus Jezus is het Woord, is sprekend God. God spreekt zich uit in Jezus.

Leven | Waar het woord is, is leven. Zoveel wil Johannes zeggen. Waar Jezus is, waar scheppende worden klinken, dáár is leven. Zoveel van ons alledaagse leven is oppervlakkig, lauw, saai, inspiratieloos, zouteloos en flauw. Zo voortkabbelend. Maar dat is zo anders bij de Christus van God. Laat deze zin nog eens tot je doordringen: “Alles is door het Woord ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat.” Jezus Christus is zo door en door fundamenteel voor het leven op aarde. Alles wat bestaat, bestaat in Christus, bestaat door Christus, bestaat voor Christus.

Licht | En dan is daar dat licht. Van dat lichte begin waar ik zo naar verlangde maar het bleef een beetje donker en het blijft een beetje zwaar. Licht leven – wie wil dat niet? Licht, lichter, lichtst.

Ik moest denken aan een prachtige dichtregel van Ida Gerhardt, en lees meteen maar het hele gedicht voor:

Het licht begint te wandelen door het huis
en raakt de dingen aan. Wij eten
ons vroege brood gedoopt in zon.
Je hebt het witte kleed gespreid
en grassen in een glas gezet.
Dit is de dag waarop de arbeid rust.
De handpalm is geopend naar het licht.

Zondagmorgen, zo heet dat gedicht. Maar ik zou willen dat het maandagmorgen heette.

Want ik zou willen dat het elke dag zo was: het licht begint te wandelen door het huis en raakt de dingen aan. Raakt mij aan. Raakt jou aan. Raakt onze zorgen aan, onze problemen, onze verlangens, onze chaos, onze kwetsbaarheid.

Het licht begint te wandelen door het huis en raakt de dingen aan.

En als dat huis nu eens de kerk was?
Het licht begint te wandelen door het huis en raakt de dingen aan.

Als dat licht nou eens Jezus was?
Het licht begint te wandelen door het huis en raakt de dingen aan en raakt de mensen aan

*

Mensen. Het gaat over mensen. Over kwetsbare, zwakke mensen die dolen in het duister en zo erg het licht nodig hebben. Maar hoe komt dat licht onze wereld binnen?

Als we de woorden van Johannes nog iets dieper op ons laten inwerken, ontdekken we ook nog dit: dat God hier begint aan zijn weg naar beneden.

Het Woord is mens geworden.
Het licht is in de duisternis gekomen.

En hierover heb ik de afgelopen dagen ook iets geleerd, toen ik worstelde met een licht begin dat eerder zwaar en donker was.

God kiest ervoor dat zijn Zoon afdaalt vanuit de hemel naar de aarde. God begint aan zijn weg naar beneden. Jezus koos die weg. En dat deed hij niet één keer, maar steeds weer.

We leven in een wereld die sterk gericht is op de weg naar boven. We willen meer, we willen beter, we willen hoger. We willen verder komen. We willen succes hebben. We willen het maken. We willen macht hebben, invloed hebben. We willen dat het leven maakbaar is en succesvol. We leven in de wereld van de toren van Babel. En we komen er maar niet los van. Maar Jezus gaat een radicaal andere weg. Hij kiest de weg omlaag (Henri Nouwen):

“In het evangelie is het heel duidelijk dat Jezus koos voor de weg omlaag. Hij koos die niet één keer. Op elk kritiek ogenblik koos Hij bewust voor de weg naar. Al luisterde hij op twaalfjarige leeftijd al naar de leraren in de tempel en stelde hij hun vragen, hij bleef tot zijn dertigste levensjaar bij zijn ouders in het achterafplaatsje Nazaret en was hun onderdanig. Al was Jezus zonder zonde, hij begon zijn optreden in het openbaar door in de rij van zondaars te gaan staan die door Johannes gedoopt werden in de Jordaan. Al was hij vol godelijke macht, hij geloofde dat het veranderen van stenen in brood, het streven naar populariteit en het gerekend worden tot de groten der aarde, verzoekingen waren. Steeds weer zie je hoe Jezus kiest voor wat klein, verborgen en arm is dus ook weigert om invloed uit te oefenen.”

Henri Nouwen noemt dit: Het neerwaartse pad van Christus. Het is het pad waarop zijn volgelingen gaan, willen ze tenminste volgelingen van déze Jezus zijn.

Een nieuw jaar beginnen bij Jezus die het begin is van alles is misschien: beginnen te kiezen voor kwetsbaarheid en zwakheid. Misschien willen we te graag sterk zijn en succesvol, te graag dingen maken in plaats van ze te ontvangen, te graag het leven vastgrijpen in plaats van los te laten.

Ik kwam nog een mooie uitspraak tegen. Naast Okke Jager, Ida Gerhardt en Henri Nouwen (wat is het heerlijk om, als je zelf niet zoveel te melden hebt, wijsheid van anderen te mogen doorgeven) komt ook Leonard Cohen aan het woord:

There’s a crack in everything
that’s where the light gets in.

[In alles zit een barst,
daar kan het licht binnen komen.]

Misschien is dat wel het beste begin. Ontdekken dat de breuken en de barsten in ons leven de plaatsen zijn waar het licht binnen kan komen. Ontdekken dat precies onze kwetsbaarheid en onvolmaaktheid de plek is waar Jezus binnen kan wandelen om de dingen aan te raken die aangeraakt moeten worden.

Het Woord is mens geworden.
Jezus is mens geworden.

Als wij nu ook mens worden, en de moed hebben om kwetsbaar te zijn, dan zou het licht wel eens kunnen beginnen te wandelen.

Misschien is dit wel een goed voornemen voor een nieuw jaar:
kiezen voor kwetsbaarheid, met Jezus kiezen voor het neerwaartse pad,
voor de weg omlaag, voor nederigheid en dienstbaarheid;
kiezen voor het zien van de eigen kwetsbaarheid en voor de kwetsbaarheid van anderen.

Vanuit Jezus die ons is voorgegaan in die keuze.

Ik wens het mezelf en jullie allemaal toe.
Dat we in onze kwetsbaarheid ontdekken dat het licht begint te wandelen
en de dingen aanraakt,
heel voorzichtig,
heel teder,
heel liefdevol,
heel nieuw…