izb16april2015Er zit weer een studiedag over discipelschap aan te komen. Maar deze is anders. Heel anders. Tenminste dat denk ik. Lees maar even:

Welke implicaties heeft discipelschap voor de ecclesiologie, de missiologie en de pneumatologie? Wat is de betekenis van de eredienst voor een toegewijd christelijk leven? Hoe werkt discipelschap door in de spiritualiteit en de levende praktijk van de gemeente? In hoeverre is discipelschap een oefening in ootmoed? En wat vergt de keuze voor dit thema van de voorganger?

Hier wordt een taalregister open getrokken dat geen waarschuwingen zal oproepen voor activisme, voor wéér een nieuw model, voor hyperigheid. Deze keer gaat het om een gedegen theologisch gesprek. Het zal gaan over discipelogie.

Ik ben er blij mee! Laat ik dat vooropstellen. Het IZB is de organisator van deze studiedag: een conferentie met sprekers uit Europa (het Verenigd Koninkrijk in dit geval: Brian Brock uit Aberdeen en Stephen Cherry Durham) en een Nederlandse theoloog die ook zijn visie geeft: Edward van ’t Slot, toevallig een zeer gewaardeerde Zwolse collega. De leiding van de dag ligt bij Herman Paul en Bert de Leede.

Nog wat meer informatie die duidelijk maakt hoezeer de gekozen theologische benadering past bij waar veel kerken nu zitten:

De keuze van veel gemeenten voor ‘discipelschap’ als focus van hun gemeenteleven, is een signaal van een groeiend verlangen naar een bewuste, transparante en herkenbare gestalte van christelijk leven in onze context van ‘post-christendom’. In het begrip ‘discipelschap’, dat alleen in de Evangeliën en in Handelingen voorkomt, resoneert de beweeglijkheid van de apostolische tijd, van de vroege gemeente in haar missionaire context. Geroepen in de navolging van hun Heer laten de leerlingen hun oude leven, soms inclusief de zekerheden van hun oude beroep, achter. Zij komen in een andere verhouding tot het vertrouwde van ‘huis en haard’, ‘familie en woonplaats’, ‘bezit en maatschappelijke verbanden’, ‘eigen volk en vreemdelingen’. Dat vraagt een bereidheid tot keuzen en een voortdurende houding van leren. Dit leren gebeurt in de Evangeliën vaak bij de maaltijd, waar Jezus aanzit met een grote verscheidenheid van (potentiële) leerlingen. Deze twee-eenheid van maaltijd en onderwijs prefigureert de gestalte van de christelijke gemeente na Pinksteren, waar eveneens onderwijs van de apostelen, gemeenschap, breking van het Brood en de gebeden onlosmakelijk samenhangen. Daarmee komt ‘discipelschap’ dicht in de buurt van ‘inwijden’. De leerling wordt ingewijd in de betekenissen van het heil, de geheimenissen van het Koninkrijk. En die viert hij in de liturgie van de gemeente.

De insteek is dus heel erg anders dan die tijdens de onlangs gehouden studiedag rond het boek van Mike Breen over missionair leiderschap. En al schrijvend zit ik bij mezelf nog steeds even te peilen wat ik er nu precies van vind.

Want het klinkt allemaal heel vertrouwd, Europees, continentaal, bescheiden, nederig en intelligent. Ik hoef niet zoveel. Alleen theologisch meedenken en groeien in nederigheid. Ik vind het een verademing. Of is het een verarming en word ik vriendelijk doch vastberaden teruggeleid naar mijn (theologische) comfortzone?

Die vraag laat ik even staan, terwijl ik toch veel zin heb in deze meer dan veelbelovende dag waarvoor ik me beslist ga aanmelden!

Lees hier meer over de IZB-conferentie: Discipelschap, een theologische peiling.

Een tijdje terug schreef ik al een blogpost naar aanleiding van het boek ‘Barefoot Disciple’ van Stephen Cherry: Discipelschap op blote voeten: nederigheid.