tederheidZondagavond 13 december mocht ik in de Kerstsamenzangdienst in het buurthuis van de buurt waar wij wonen (Spoolde)  spreken over de betekenis van kerst. Hieronder vind je mijn verhaal. Ik koos mijn insteek bij de journalist die zijn geliefde verloor bij de terreuraanslag in Le Bataclan in Parrijs en bij Franciscus die pleit voor een revolutie van tederheid. We lazen uit de Bijbel Lucas 2:1-14 en 1 Johannes 4:16-19.

Wees niet bang

Ik denk dat we allemaal de aanslagen in Parijs nog vers in het geheugen hebben zitten. We kunnen de beelden die we zagen zo weer oproepen. Wat vreselijk wat er toen gebeurde – en wat, zeg ik er meteen bij, dagelijks op zoveel plekken in de wereld gebeurt. Vreselijk om te zien. Angstaanjagend. Wanneer is de volgende aanslag? In Brussel? In Amsterdam? Of nog dichterbij? Daar kun je bang voor zijn…

Wat mij de dagen na de aanslagen in Parijs heel erg trof was een brief in de krant. Geschreven door een Franse journalist. Antoine heet hij. Zijn 35 jarige vrouw Hélène werd doodgeschoten in de concertzaal Le Bataclan. Samen hadden zij een zoontje: Melvil.

Deze Antoine schreef een brief. Aan de terroristen. Ik lees er wat uit voor:

“Vrijdagavond hebben jullie het leven van een buitengewoon wezen gestolen, de liefde van mijn leven, de moeder van mijn zoon, maar jullie krijgen mijn haat niet. Ik weet niet wie jullie zijn en ik hoef het niet te weten. Als de God voor wie jullie verblind doden ons heeft gemaakt naar zijn beeld, zou elke kogel in het lichaam van mijn vrouw een wond zijn in zijn hart.”

Dus zal ik jullie geen plezier doen door jullie te haten. Dat zouden jullie wel willen, maar door haat te beantwoorden met woede, zou ik alleen maar toegeven aan dezelfde onwetendheid die jullie maakt tot wat jullie zijn. Jullie willen dat ik bang ben, dat ik mijn medeburgers argwanend bekijk, dat ik mijn vrijheid opoffer voor de veiligheid. Mooi niet dus.

We zijn met zijn tweeën, mijn zoon en ik, maar we zijn sterker dan alle legers van de wereld. Ik ga zo met hem spelen, net als anders, en de rest van zijn leven zal dit mannetje jullie dwarszitten door gelukkig en vrij te zijn. Want nee, zijn haat zullen jullie ook niet krijgen.”

Dat is een ontroerende brief. En toen ik de brief las, dacht ik: is dat niet waar kerst ook over gaat? Dat we in een wereld waar zoveel stuk is, zoveel verdriet, zoveel duister, zoveel moeiten, zoveel pijn – is kerst niet dat we leren zeggen: ‘We zijn niet bang’?

Ja de terroristen willen dat we bang zijn. Bang voor een aanslag, bang voor ons leven, bang voor onze veiligheid. En wat slaat die angst dan gemakkelijk om in haat. Maar nee, schrijft Antoine: ‘Jullie krijgen mijn haat niet. En jullie krijgen de haat van ons zoontje niet. Wij kiezen ervoor om niet bang te zijn.’

Als we dat zo op ons in laten werken, en als we misschien zelf ook een poging doen om te zeggen: ‘Ik ben niet bang’ – dan is dat een echo van wat de engelen zeiden, midden in die winternacht. ‘Wees niet bang!’

Dat wordt in de Bijbel heel vaak gezegd. Er wordt wel beweerd dat het maar liefst 365 keer in de Bijbel staat. ‘Wees niet bang.’ Voor elke dag één keer. Ik weet niet of het waar is, maar het is wel een mooie gedachte. En dat het vaak gezegd wordt, dat is in elk geval wel duidelijk. ‘Wees niet bang!’ En dat is niet maar een kreet. De engelen, ze komen rechtstreeks bij God vandaan, direct uit de hemel, ze zeggen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen: vandaag is in de stad van David jullie redder geboren. Hij is de messias, de Heer.’

Bang kun je zijn voor van alles. Voor terreur. Voor oorlog. Voor ziekte die zomaar je leven kan binnen komen. Bang voor vluchtelingen. Bang voor ISIS. Of bang voor de toekomst. Bang voor wat er met je kinderen gebeurt. Bang voor andere mensen. Bang om niet geliefd te worden. Bang zijn is iets wat door heel ons leven heen geweven zit. Het wordt wel een basisemotie genoemd. Er zijn er vier: bang, boos, bedroefd, blij.

En in het hart van het kerstevangelie klinkt dus die hemelse uitnodiging: Wees niet bang. Waarom niet? Omdat Jezus geboren is. En hij is een redder. Hij brengt vreugde in je leven en veiligheid. Hij maakt heel wat kapot is. Hij geneest zieken. Hij laat blinden weer zien. Hij brengt licht waar het donker is. Hij brengt liefde waar angst is.

Dat is wat Jezus doet. Je kunt van alles en nog wat van Jezus vinden, maar niet dat hij geen liefde brengt. Wat is hij liefdevol, barmhartig, teder. Zo bewogen als hij is er niemand. Als je hem ziet en hoort, dan smelt je haat weg, dan smelt je angst weg en dan begint er liefde te stromen, en barmhartigheid en tederheid.

Ik noem die woorden expres even omdat deze week het Jaar van de Barmhartigheid is begonnen. Uitgeroepen door paus Franciscus. Een jaar lang laat de Rooms Katholieke Wereldkerk zich inspireren door Gods Barmhartigheid. Daar zouden alle christenen aan mee moeten doen. In de woorden van Franciscus: laten we een revolutie van tederheid ontketenen. Laat ieder die een christen ontmoet een oase van barmhartigheid vinden!

Dat is kerst: God schept een oase van barmhartigheid en die oase heet Jezus. God wordt mens, een zwak mens, een hulpeloos kind, en dat is pas echt revolutionair. Kom daar in andere religies maar eens om, om een God die een mens werd die past in een voerbak en die huilt en die zijn eerste geluidjes maakt. Een revolutie van tederheid.

En dan zijn daar naast die woorden uit het Lucas evangelie ook nog de woorden van de apostel Johannes: ‘We hebben Gods liefde leren kennen toen we in Christus gingen geloven. Gods liefde is in ons. God is liefde. Iedereen die in liefde leeft, hoort voor altijd bij God. En God blijft voor altijd in hem.’

Ja, dat is waar het in de Bijbel over gaat. Dit is het goede nieuws van Kerst: Gods liefde is in ons omdat Jezus onder ons was. Gods liefde is in ons omdat Jezus tussen ons in ius komen wonene en leven. Gods liefde is in ons en wij zijn in Gods liefde.

Volmaakte liefde is dat. Zichtbaar en ervaarbaar in Jezus. Antoine, die Franse journalist die zijn Helène verloor in Le Bataclan – hij verwijst niet naar Jezus en hij noemt niet de liefde. Maar kerst betekent dat we dat nu juist wel moeten doen. Angst verdwijnt niet als wij maar hard genoeg zeggen dat we niet bang willen zijn. Angst verdwijnt waar volmaakte liefde is.

‘Volmaakte liefde laat alle angst verdwijnen.’ Schrijft Johannes.

Dat is nog eens revolutionair. Een revolutie van de liefde. Voor minder doen we het niet als we kerst vieren. Een revolutie van tederheid, niet omdat we zelf zo teder zijn – verre van dat vaak, maar omdat God zo teder is, zo teer, zo klein, zo Jezus in een voerbak. Een revolutie van barmhartigheid. Daar gaat kerst om.

En ik roep jullie allemaal op om revolutionaire daden van tederheid te stellen. Door vergevingsgezind te zijn. Door je naaste te zien, echt te zien. Door te houden van de mensen die op je weg komen. Door voor je vijanden te bidden. Door vluchtelingen en andere zwervers te omarmen.

Door te zingen ook. Zingen kan een revolutionaire daad zijn. Helemaal als we de naam van Jezus bezingen, die tegendraadse Jezus, die vol bewogenheid is voor alle mensen, voor slachtoffers en daders, voor terroristen en weeskinderen. Ja laat ons lied een oase van barmhartigheid zijn en een revolutie van tederheid ontketenen in een wereld die schreeuwt om liefde, de volmaakte liefde die alle angst laat verdwijnen.