kloostergeschiedenisSoms kom ik een mooi woord tegen dat ik nog niet kende. En dan wil ik het graag ook meteen gebruiken. Vandaar dat woord in de titel van deze blogpost: verkloosterlijken.

Ik vond het in een boek over de ‘De middeleeuwse kloostergeschiedenis van de Nederlanden’. Op bladzijde 87 van dat boek staat er boven een paragraaf: ‘De verkloosterlijking van de wereld’. Daar wordt geconstateerd dat ‘de waarden, normen en structuren van de traditionele kloosterwereld (…) heel sterk zijn doorgedrongen in de samenleving’.

Ik ben nu vooral even geïnteresseerd in de verkloosterlijking van de lokale kerk, met als verder gaand verlangen dat de kerk juist door haar verkloosterlijking wellicht veel relevanter aanwezig kan zijn in de samenleving.

Die zin moet ik zo nog een keer opschrijven, omdat ik merk dat ik nog steeds op zoek ben naar woorden en concepten die helpen om duidelijk te krijgen wat we nu bedoelen met: ‘Monastiek: anders missionair!?’ Daarover ging de inspiratiedag van 18 februari in Zwolle. Maar de vraag is nu uiteraard wel: hope verder na deze monastieke inspiratiedag?

Nu vind ik dus dat woord: ‘verkloosterlijking’. Wellicht dat je ook over ‘monasticering’ kunt spreken. En dan nog maar een keer die zin: hoe kunnen we de lokale kerk verkloosterlijken vanuit het verlangen dat juist door die verkloosterlijking de lokale kerk op meer relevante manier missionair present kan zijn?

Maar dat vraagt dus eerst om een doordenking van die verkloosterlijking. Mij gaat het dus niet om het starten van een nieuwe monastieke gemeenschap naast (en verbonden met) de kerk. Daar zijn best veel mensen mee bezig, en dat is helemaal goed. Mij gaat het er ook niet om dat we vanuit de kerk regelmatig met groepjes gemeenteleden tijd doorbrengen in een klooster. Dat is ook een legitieme optie, maar mijn hart gaat er nog niet sneller van kloppen. Dat gebeurt wel als ik me voorstel hoe het zou zijn als ‘waarden, normen en structuren van de traditionele kloosterwereld’ doordringen in de lokale kerk en mee kleur gaan geven aan die kerk.

In mijn verhaal tijdens de monastieke inspiratiedag in Zwolle heb ik een pleidooi gevoerd voor de lectio divina als leesregel en leefregel voor de kerk die zich wil laten inspireren door monastieke overtuigingen, monastieke verlangens en monastieke praktijken. Dat pleidooi wil ik nog wat verder gaan uitwerken.

Dat doe ik door in een volgende blogpost aandacht te vragen voor de drieslag ‘Ora, Lege et Labora’ en door daar invulling aan te geven vanuit het boek ‘The Divine Embrace. Recovering the Passionate Spiritual Life’ van Robert Webber.