slowchurchEen collega schreef me naar aanleiding van een interview in de krant over ‘Verlangen naar het goede leven’ dat mijn pleidooi hem sterk deed denken aan de Slow Church benadering. Ik had al wel eens van Slow Church gehoord, maar er nog niet uitgebreid over gelezen. Nu wel. Want ik heb het boek direct aangeschaft: Slow Church. Cultivating Community in the Patient Way of Jesus, geschreven door Chris Smith en John Pattison.

Het boek is een pleidooi om in een snelle samenleving (vooral gekenmerkt door drukte, gehaastheid, oppervlakkigheid en stress) langzaam kerk te zijn (vooral gekenmerkt door kalmte, zorgzaamheid, rust en geduld).

En waar vinden we die langzaamheid? Aan tafel! Tijdens een goed gesprek! Het laatste hoofdstuk heet ‘Dinner Table Conversation as a Way of Being Church’. Kerk aan tafel dus. Samen lezen, delen en eten. Of in het Engels. Slow Church: reading, sharing, eating. Dat is inderdaad waar mijn boek ‘Verlangen naar het goede leven’ ook over gaat.

Zo is er ook ruimte voor de kwetsbaarheid en de weerbarstigheid die door een recensent gemist wordt in het boek. Dat trek ik me aan. Daar had ik meer aandacht en woorden aan kunnen geven, hoewel het me onjuist lijkt om te suggereren dat het ‘concept’ waar ik voor pleit fundamenteel niet open zou staan voor die kwetsbaarheid en weerbarstigheid. De zin uit de genoemde recensie ‘Van existentiële nood merk je niets in dit boek’ is dan ook wel erg kort door de bocht (en wordt in ieder geval weersproken door de preek waarmee het boek wordt afgesloten: ‘Het licht begint te wandelen door het huis en raakt de dingen aan‘; maar ok overigens bevat het boek voldoende richtingwijzer naar weerbarstigheid en kwetbaarheid).

Maar het punt dat ik maak in mijn boek is ook niet dat ik een bijdrage lever aan een theologie van goed en kwaad. Het boek heeft bescheidener verlangens, namelijk een pleidooi voeren voor drie centrale en fundamentele praktijken waar doorheen de heilige Geest – zegt de Heidelbergse Catechismus (Zondag 25) – het geloof van Gods kinderen werkt en versterkt: Woordverkondiging (‘samen lezen’), Doop (‘samen delen’) en Avondmaal (‘samen eten’).

Juist deze drie ‘vormende praktijken’ bieden heel veel ruimte om de weerbarstigheid van het leven een plek te geven. Nogmaals, daar had ik in het boek meer worden aan kunnen geven door de noties van geduld, kwetsbaarheid en gebrokenheid meer uit te werken. Dat had ook gekund vanuit de centrale uitspraak van Jezus die het boek beheerst, en waarvan ik alleen het tweede deel aandacht geef. Maar de hele uitspraak luidt (Johannes 10:10): “Een dief komt alleen om te roven, te slachten en te vernietigen, maar ik ben gekomen om hun het leven te geven in al zijn volheid.

Het lijkt me een veelbelovende weg om daarover aan tafel, al lezend en delend, in gesprek te raken, van hart tot hart. Als de weerbarstigheid van het leven en de kwetsbaarheid van ons bestaan, die het gevolg zijn van het kwaad in deze wereld, daar op een aandachtige en langzame manier ter sprake kunnen komen, dan zal daar een ruimte ontstaan om Jezus opnieuw te horen zeggen: ‘Ik ben gekomen om jullie het leven te geven in al zijn volheid.’ En ook: ‘Alles maak ik nieuw’ (Openbaring 21:5). Want we leven in de kerk van goed nieuws, dat inderdaad ter sprake komt in een weerbarstige en door kwaad beheerste wereld. Maar het blijft fundamenteel het goede nieuw over het goede leven dat ons door een goede God wordt gegund.

Slow Church. Daar gaat het me dus om. Aan tafel. De tafel die altijd herinnert aan de wonden van Jezus die het brood breekt en de beker heft.