Stil zijn. Geen woorden. Of een paar woorden. Een enkele zin misschien. Maar vooral: stil zijn, tot rust komen, contact maken met mijn eigen hart en met het hart van God.

Als je mij op dit moment zou vragen wat bidden voor mij is, zou ik het bovenstaande als antwoord geven. Ik ben een beetje moe geworden van al die woorden waarvan ik dacht dat ze moesten klinken – hardop of in mijn hart – in mijn gebeden. Bidden is vooral minder geworden: minder woorden, minder moeten, minder van ‘zo hoort het’.

Nu snap ik best wel dat daarmee niet alles over bidden is gezegd. Natuurlijk, bidden is ook dat er mooie zinnen worden geformuleerd. Dat je echt de tijd neemt om je hart uit te storten bij God. Dat je heel veel vraagt aan God omdat Jezus eens zei: ‘bid, en jou zal gegeven worden’. Dat je de Heer aanbidt met woorden, veel woorden, totdat de woorden op zijn en er alleen nog diepe verwondering is, voorbij de woorden.

En toch. Ik hoor me zelf steeds vaker zeggen: de omschrijving ‘bidden is praten met God’ doet geen recht aan wat bidden is. Bidden wordt er bij voorbaat zo praterig van. En de kerkelijke cultuur waarin ik adem, die van het protestantisme, is juist zo praterig. Er zit vaak zo weinig stilte in, zo weinig ruimte, zo weinig leegte ook. Zoveel proza en zo weinig poëzie.

Daarom wilde ik dit boekje graag maken. Een klein boekje over bidden. Een boekje dat jou helpt om nieuwe inspiratie op te doen, nieuwe wegen misschien zelfs in te slaan als het om bidden gaat. Een boekje waarvan ik hoop dat je, als je erin gaat lezen en ermee aan de slag gaat, gaat zeggen: ik krijg weer zin in bidden.

Het verwart mezelf nog wel een beetje dat zo’n boekje dan toch ook weer veel woorden bevat. Klopt dat wel? Een deel van het antwoord op die vraag kan zijn dat er woorden nodig zijn om jou te helpen in je gebeden minder woorden te gaan gebruiken. Dat gaat niet van het ene op het andere moment. Dat vraag iets van een nieuwe vrijmoedigheid die ik zelf ook nog steeds aan het leren ben. Het is zo makkelijk om te praten. En het is zo moeilijk om te zwijgen, stil te zijn, of zelfs alleen maar te zijn.

Dat er toch veel woorden zijn heeft ook nog te maken met iets anders. Ik geloof dat het goed is om eens een tijdje af te zien van je eigen bedachte woorden. Ik vind het zelf vermoeiend om steeds zelf woorden en zinnen te moeten maken om te bidden. Ik maak steeds meer gebruik van woorden die anderen hebben bedacht, gesproken, opgeschreven. Ik hoef het niet allemaal zelf te bedenken. Zoveel mensen zijn me al voorgegaan op de weg van het gebed.

En niet in de laatste plaats: de bijbel is een gebedsboek. Het bevat heel veel gebeden. Het vertelt heel veel over gebed. En heel veel bijbelgedeelten kun je bidden. Niet alleen maar lezen dus, maar ook bidden. De bijbel bidden – daarbij wil ik je ook helpen in dit boekje.

Begin maar gewoon. Trouwens, dat beginnen is een nogal belangrijk ding, heb ik in de loop van de jaren geleerd. Want beginnen is moeilijk. Beginnen is een kunst. Als je een tijdje niet gebeden hebt, is opnieuw gaan bidden best lastig. Misschien omdat je je schuldig voelt. Misschien omdat je het gevoel hebt dat je het niet kunt. Misschien omdat je gewoon geen zin in bidden hebt.

Ik wil je dan graag aanmoedigen. Begin gewoon. Begin opnieuw. Bid bijvoorbeeld deze zin: ‘Ik wil graag bidden’.

Heb je die zin gezegd? Hardop? Of in je hart? Dan heb je al gebeden. ‘Ik wil graag bidden’. Dat verlangen is al een gebed. Ik hoop van harte dat dit boekje, waar je nu aan begonnen bent, je echt helpt om weer zin in bidden te krijgen. Ik hoop dat het me zelf ook helpt. Het schrijven ervan en het zelf straks gaan gebruiken – dat is voor mijzelf ook een manier om weer meer zin in bidden te krijgen.

Ik bid dat de Geest jou helpt en mij helpt. ‘Geest, geef me weer zin in bidden’.

[Dit is de inleiding van een nieuw boekje dat ik schreef en dat vorige week verscheen: Zin in bidden, bij Ark Media]