In zijn boek ‘The Great Spiritual Migration‘ voert Brian McLaren een krachtig pleidooi voor de kerk als ‘School van de liefde‘. Dat houdt in dat christenen liefde als topprioriteit op hun agenda hebben, ook in hun samenkomsten. McLaren reikt tien ideeën aan om de liturgie van de samengekomen gemeente vol liefde te laten zijn. Wat hieronder volgt is de vertaling van die tien handreikingen (blz. 62-64).

“1. Welkom | Stel je eens voor dat de eerste woorden van welkom elke zondag ongeveer zo zouden klinken: ‘Welkom, iedereen! Deze geloofsgemeenschap heeft één groot doel: mensen helpen om te groeien in liefde voor de naaste, zichzelf, de aarde en God. Dat is de reden dat we samenkomen en daarom zijn we blij dat jullie hier zijn.’

2. Gebed | Wat als onze publieke gebeden op een consistente manier dit grote doel zouden weerspiegelen: groeien in liefde? Wat als onze gebeden – specifiek en zonder omwegen – obstakels voor de liefde zouden benoemen zoals egoïsme, hebzucht, verslaving, lust, trots, racisme, religieus fanatisme, nationalisme, ideologieën, apathie, perfectionisme, niet genezen trauma’s en angst? Wat als we gebeden zouden ontwikkelen die mensen leiden om te verlangen en te zoeken naar wezenlijke aspecten van liefde zoals geduld, vriendelijkheid, geweldloosheid, zachtmoedigheid, nederigheid en gastvrijheid?

3. Biecht | Stel je voor dat de liefde, niet de wet, de standaard was aan de hand waarvan we leerden om onszelf te onderzoeken en onze zonden tegen God, onze naaste en de aarde die we delen te belijden. Stel je voor dat we elke week werden geleid in een soort van zelfonderzoek dat ons hielp om onze niet-liefhebbende daden van de voorbije dagen te benoemen en ons ervan af te keren. En stel je voor dat we, naast het belijden van onze zonden, ook woorden zouden geven aan onze kwetsuren, de plekken waar anderen ons verwond hebben, zodat we met de pijn ervan konden omgaan. En dat we dan zouden reageren op een manier die geen ruimte laat voor rancune of wrok.

4. Geloofsbelijdenis | Wat als we nieuwe belijdenissen zouden schrijven die focussen op liefde? Stel je voor dat we, in plaats van het reciteren van een geloofsbelijdenis, een liefdesbelijdenis zouden uitspreken, die begint met ‘Wij hebben lief’ in plaats van met ‘Wij geloven’.

5. Avondmaal | Stel je voor dat we onze opvatting van het avondmaal zouden ontdoen van de taal van goddelijke genoegdoening, en in plaats daarvan het avondmaal zouden vieren als een familietafel, een liefdesfeest, een verbinding met Jezus en zijn leven en boodschap van liefde, een ervaring van een zich wederzijds aan elkaar geven waarin de gemeenschap met God centraal staat.

6. Preken en zegenspreuken | Overweeg de mogelijkheid dat we de twaalf of twintig of meer minuten die we elke week hebben te gebruiken om aandacht te geven aan die momenten waarop we als mensen worstelen om lief te hebben –  de naaste, de vreemdeling of een andere vijand, onszelf, de aarde, God. Stel je voor dat de veertien kwaliteiten van de liefde uit 1 Korintiërs 13 veel crucialer waren voor vorm en inhoud van de preek dan de ‘vijf fundamenten’ of de ‘negenendertig artikelen’ of wat dan ook. Overweeg de cumulatieve impact als de woorden van de slotzegen ons elke week de wereld in zouden sturen als leerlingen en daders van liefde.

7. Geven | Stel je voor dat kerken gingen onderwijzen dat geven geen plicht is of een deal (‘als je geeft zul je ontvangen’), maar een expressie van liefde.

8. Zingen | Wat als we de komende driehonderd jaar net zoveel zouden zingen over liefde en gerechtigheid (door filosoof Cornel West omschreven a;s ‘hoe liefde eruit ziet in het publieke domein’) als we gedaan hebben over zonde en vergeving gedurende de voorbije driehonderd jaar? Stel je voor dat we elke week God boven alles zouden prijzen en aanbidden als de bron en verpersoonlijking van de liefde.

9. Kerkinrichting | Wat als onze kerkgebouwen waren gedecoreerd met symbolen  van en citaten over liefde? Wat als het doopvont en de handdoel, symbolen van dienstbare liefde, en het brood en de beker, symbolen van zichzelf gevende liefde, net zo belangrijk als het kruis zouden worden in onze gebouwen? En wat als het kruis zelf begrepen zou worden in termen van Gods geweldloze liefde die ‘sterker dan de dood’ is – wat betekent: sterker dan de gewelddadige dreiging van moord en geweld die de machten van vandaag ondersteunt en die mensen gevangen houdt in de statu quo?

10. Kerkelijk jaar | Stel je voor dat de kernmomenten van het christelijke jaar opnieuw ontworpen zouden worden om liefde te benadrukken. Advent zou het seizoen zijn waarin we onze harten voorbereiden op het ontvangen van Gods liefde. Epifanie zou ons trainen om onze ogen open te houden voor expressies van compassie in ons dagelijkse leven. De veertigdagentijd zou een eerlijk zelfonderzoek zijn met betrekking tot onze volwassenheid in liefde en een vernieuwing van onze toewijding om te groeien in liefde. In plaats van het laten staan van chocola en koffie zouden we in de veertigdagentijd stoppen met het kritiseren van anderen, het roddelen over en het onderbreken van anderen. Witte Donderdag zou ons helpen om ons opnieuw te focussen op het grote en nieuwe gebod. Goede Vrijdag zou ons het lijden en de kruisiging laten zien als liefde die lijdt. Stille Zaterdag zou ons ruimte geven om te klagen en te jammeren over het gebrek aan liefde in onze levens en onze wereld. En Pasen zou de revolutionaire kracht vieren van liefde die de dood overwint. Pinksteren zou een oproep zijn om gevuld te worden met de Geest van liefde. En de ‘gewone tijd’ van het jaar zou ‘buitengewone tijd’ worden als als we ons zouden laten uitdagen om liefde op nieuwe manieren te vieren en uit te leven – voor nieuwe mensen, voor onszelf, voor de aarde, voor God – inclusief tijd om verhalen te vertellen over onze ervaringen die we hiermee opdoen.

Als we er werkelijk in zouden slagen de belofte van een levenslang leerproces in liefde waar te maken voor kinderen, jongeren en volwassenen en alle leeftijden, dan kan ik me voorstellen dat er wachtlijsten komen van mensen die de lege kerkbanken weer willen gaan vullen. Zo’n migratie naar liefde zou onze kerken helpen om de dingen anders aan te pakken. Het zou dan niet langer gaan om het maken en certificeren van ‘christenen’, baptisten, katholieken, pinkstermensen of wat ook maar, maar om een levenslange vorming van mensen met compassie, leerlingen van de liefde, die leven op Jezus’ manier.”