Vorige week pleitte ik in een blog (naar aanleiding van de besluiten van de GKv-synode over man, vrouw en ambt) voor het als kerken leren het gesprek te voeren als we het met elkaar niet eens zijn op het niveau van overtuigingen.

Ik schreef: “Ja, ik geloof dat dat het belangrijkste is: dat je, hoe je ook denkt over M/V en ambt, er voor kiest om in jouw GKv-gemeente een vredestichter te zijn. Want: ‘Het echte geluk is voor mensen die ​vrede​ sluiten. Want zij zullen ​kinderen​ van God genoemd worden’ (Matteüs 5:9). Dat vraagt allereerst dat je zelf de vrede van Christus zoekt, innerlijke vrede najaagt door gebed, meditatie en stilte. Laat alle gesprekken die gevoerd gaan worden in lokale kerken beginnen met tien minuten stil zijn. Samen stil zijn. Noem het voor mijn part een contemplatief moment. Om Gods genadige aanwezigheid te proeven die zoveel dieper en verder gaat dan de lieve vrede die we misschien zouden willen bereiken door op een slimme manier discussies in te richten.”

Contemplatieve momenten

Ik zet die uitdrukking contemplatief moment nu even vet omdat ik daarin het aangrijpingspunt zie voor wat ik vooral wil zeggen. Want het onderwerp waarover het gesprek in de kerk moet gaan is in zekere zin niet het meest relevant (het kan gaan over vrouw en ambt, over liturgisch beleid, over het functioneren van de kerkenraad, over het jeugdwerk, over het pastoraat in zijn algemeenheid, over homoseksuele relaties, over twijfel, over missionair zijn). Het gaat om de manier waarop we in gesprek raken. Ik heb de indruk dat we vooral daarin veel moeten investeren. En als ik me even tot de GKv-kerken beperk: daar hebben we volgens mij de afgelopen decennia niet of nauwelijks in geïnvesteerd.

Wat ik in de genoemde blog ‘contemplatief moment’ noemde wil ik nu wat verder uitwerken aan de hand van wat de ‘contemplatieve dialoog’ wordt genoemd. Ik maakte pas afgelopen weekend kennis met deze uitdrukking. Ik ben al wel lang en veel bezig met de theorie en praktijk van contemplatie (met name als onderdeel van lectio divina). Maar toen ik googelde op ‘contemplatief leiderschap’ (een wat andere insteek kiezend voor wat we vaak ‘geestelijk leiderschap’ noemen), kwam ik op een site terecht waar ik een uitgebreide beschrijving vond van de contemplatieve dialoog. En ik wist eigenlijk meteen dat ik hier naar op zoek was toen ik het had over gesprekken met daarin contemplatieve momenten.

Van discussie naar dialoog

Een contemplatieve dialoog. Wat is dat? Hieronder volgt de uitgebreide beschrijving die ik vond. Ik maak nu ter introductie een onderscheid tussen drie gespreksvormen: de discussie, de (persoonlijke) dialoog en de contemplatieve dialoog.

De discussie (of het debat) is een gespreksvorm waarin argumenten worden uitgewisseld en waarin het luisteren naar de ander vaak eigenlijk alleen dient om tijd te hebben om je eigen reactie weer voor te bereiden. Een gesprek van hoofd tot hoofd dus (op zijn tijd heel zinnig).

De (persoonlijke) dialoog is een gesprek waarin de betrokkenen veel meer op zoek zijn naar wat de ander nou echt bezig houdt. Waarom zegt hij wat hij zegt? Wat maakt nu dat zij reageert zoals zijn reageert? Wat zijn achterliggende gevoelens en overtuigingen die in het spel zijn? In de (persoonlijke) dialoog gaat het gesprek van hart tot hart. Dat is prachtig, en vaak pure winst ten opzichte van de discussie die zo vaak alleen maar uit is op eigen gelijk. Het is veel persoonlijker. Maar juist daar is wellicht nog winst te halen, een stap verder te zetten. En dat brengt me bij de contemplatieve dialoog.

De contemplatieve dialoog vooronderstelt de persoonlijke dialoog maar gaat nog een slag dieper. De stilte komt in het spel. Waar in de (persoonlijke) dialoog heel veel woorden worden gebruikt (veel persoonlijker, relationeler en emotioneler dan in de discussie), daar wordt in de contemplatieve dialoog de waarde van de stilte ontdekt. Wat gebeurt er vaak veel als mensen stil zijn! En hier kunnen we misschien ook de waarheid ontdekken van de uitspraak dat stilte de zendtijd van de heilige Geest is. In de contemplatieve dialoog wordt er bewust ook meer ruimte gemaakt voor het spreken van en luisteren naar God. Niet op de manier van een bijbel die openligt als bron van bewijsplaatsen die jouw overtuiging ondersteunen. Maar op de manier van een diep verlangen om zich te laten leiden door de Geest van het Woord, een diep verlangen om zich samen te bevinden in het liefdevolle krachtenveld van de heilige Geest, een diep verlangen om te ervaren dat we waarheid een persoon is die present is: Jezus Christus.

Theorie U

Hier is nog veel meer te ontdekken. Hieronder volgt nu de beschrijving die ik vond van de contemplatieve dialoog. Na mijn blog-zomerstop (1 juli-21 augustus) kom ik hier op terug door ook aandacht te vragen voor Theorie U, waarin onderscheid wordt gemaakt tussen vier niveaus van luisteren: luisteren 1.0 (‘downloaden’), luisteren 2.0 (‘seeing’, ‘debat’), luisteren 3.0 (‘sensing’, ‘dialoog’) en luisteren 4.0 (‘presencing’).

 


Contemplatieve dialoog

De contemplatieve dialoog is een gesprekstechniek waarin bezinning, stilte en aandacht voor jezelf en de ander belangrijke aspecten zijn. Deelnemers krijgen over een bepaald thema een dieper inzicht in hun eigen overtuiging en die van anderen – om daarna tot een passend besluit of een volgende stap te komen.

Het brengt mensen ook dichter bij hun gevoel waardoor ‘onderstroom’ in een groep gemakkelijk op tafel komt en bespreekbaar wordt. Daarmee wordt een andere laag in communicatie geraakt; het niveau van de ‘zielenroerselen’ van de deelnemers. Het is een vorm die gestoeld is op gebed en meditatie.

Je verbindt de deelnemers op het proces: proces en uitkomst zijn even belangrijk. Het resultaat is verbondenheid in diversiteit. Het gaat uiteindelijk om ontvankelijkheid en een dieper inzicht in de gevoelens van de ander (en in tweede instantie van jezelf). Daarmee is het een belangrijke groepsinterventie.

Voorbeeld

Toepassing in een leiderschapsprogramma waar de contemplatieve dialoog bij hoogopgeleide professionals wordt ingezet om hen uit de ratio en hun sterke vermogen tot argumenteren te krijgen. In de eerste module van het leiderschapsprogramma, dat gericht is op ‘ken jezelf’, geven de begeleiders een indringende persoonlijke presentatie van hun ervaringen met de organisatie. De groep wordt gevraagd te luisteren en in eerste instantie niet te reageren.

Na de nodige stilte wordt een ronde gemaakt waarin iedereen gevraagd wordt om aan te geven ‘wat hem/haar raakt in het verhaal’. De formulering van de vraag dwingt om naar het gevoelsniveau te gaan en vanuit emotie te reageren. Vervolgens wordt de vraag herhaald naar aanleiding van de reacties van de groep, in de eerste ronde. Na de stilte, zoveel als nodig, wordt het gesprek gevoerd over ‘wat er is gebeurd, gehoord en ervaren’. Dat gesprek dient ter betekenisgeving. Het levert in het leiderschapsprogramma een diepgewortelde acceptatie om het zelfonderzoek in het leiderschapsprogramma aan te gaan.

Wat eraan voorafgaat

Deze verbijzonderde vorm van dialoog is een interventie die op alle momenten in het proces van veranderen in een groep past. Zowel bij de diagnose, bij veranderstrategie als bij interventie in de ‘realisatie’ van de verandering.

Voorwaarde is dat de groep bereidheid naar en betrokkenheid op elkaar heeft om als een groep een vraagstuk uit te diepen. Dat vraagstuk kan lastig en complex zijn in diverse opzichten: inhoudelijk/cognitief, qua procesaanpak en interactie. Maar ook als het emotioneel, kwetsbaar en lastig bespreekbaar is. Dan speelt de context een belangrijke rol; veiligheid, weg van de werkplek, een omgeving waarin contemplatie en reflectie passen in het geboden programma, zoals leiderschapsprogramma’s.

Je kunt werken in verschillende rondes

De begeleider stelt de centrale vraag (bijvoorbeeld ‘wat gaat ons verder brengen in dit team’) of introduceert het thema (bijvoorbeeld ‘onze visie op leiderschap’, ‘de onderlinge samenwerking’ of ‘de wijze van besluitvorming’). Hij doet dit door ter inspiratie een film of een schilderij te laten zien of naar muziek te luisteren (alle met een duidelijke boodschap). De keuze daarvoor is aan de begeleider; de enige voorwaarde is dat het gekozene verbeeldend en associatief werkt en de mogelijkheid biedt om op een ander niveau met elkaar in gesprek te gaan.

In stilte wordt eenieder gevraagd om, al dan niet voorafgegaan door een actieve introductie van de begeleider, iets op te schrijven over het thema: gedachten, gevoelens, vragen.

Ronde 1: Introductie van de vraag of het thema waarvoor de groep bij elkaar is.

De introductie moet kort en ‘feitelijk’ zijn, omdat anders het risico gelopen wordt dat de aanwezigen een bepaalde richting in geleid worden.

Wat roept die vraag op? Wat raakt je? De uitnodiging aan alle deelnemers is om tot zichzelf te komen in stilte en zich te bezinnen. In contemplatie komt eenieder tot zijn reactie op de vraag. De reacties worden met elkaar gedeeld, maar er wordt niet op elkaar gereageerd. Het is niet de bedoeling dat het rijtje deelnemers wordt afgewerkt om de reacties te verzamelen. Essentieel is dat de persoon die wat wil zeggen dat doet. De anderen oefenen in het ontvankelijk luisteren zonder te spreken. En door zich gewaar te worden van hun eigen innerlijke processen.

Ronde 2: Wat raakt je in wat zojuist gezegd is?

De werkwijze is verder gelijk aan die in ronde 1.

Alternatief: een ronde verduidelijkende vragen stellen naar aanleiding van ronde 1. Hierbij is het van belang op te letten dat oordelen en voorstellen voor oplossingen achterwege blijven.

Alternatief: een extra stap inbouwen; wat de een gezegd heeft, laten samenvatten door de ander waarbij juist de emotie opgezocht wordt (‘het emotioneel geraakte over het voetlicht laten brengen’).

Ronde 3: Stel opnieuw de vraag

Wat raakt je in dit alles voor je werk/je vak; wat betekent het voor ‘de buitenwereld’. Of de vraag: ‘wat word je gewaar door alles wat hier gebeurt?’

Alternatief: eenieder formuleert voor zich wat de dialoog hem/haar heeft opgeleverd (qua inhoud en innerlijk beleven).

Spelregels

Voor de contemplatieve dialoog bestaat een aantal spelregels, zoals:

  • stil zijn
  • kan aangescherpt worden met de spelregel dat de stilte net zo lang moet zijn als er daarvoor gesproken is (kapittelen)
  • niet op elkaar reageren
  • uitstellen van oordelen en oplossingen
  • ontvankelijk luisteren
  • alle zintuigen openstellen: de deelnemers stellen zich open en kunnen in contact komen met innerlijke gedachten en gevoelens
  • neem geen pen en papier mee
  • het resultaat is vooraf niet bekend. Het is een proces met open eind. Als ‘resultaat’ zou je kunnen spreken van een vorm van zelfonderzoek.

Indicaties en contra-indicaties

De interventie werkt vaak als er al veel is gebeurd, is ‘geprobeerd’ of in een groep waar het debat en de argumenten regelmatig de boventoon voeren. Dan wordt het een interventie om ‘te ontregelen’ door langs een totaal andere weg met elkaar de dialoog aan te gaan en volle aandacht te hebben voor in eerste instantie de ander. Pas daarna komt de vraag aan de orde wat de ander bij jou teweegbrengt.

De contemplatieve dialoog is toepasbaar als er behoefte is om op een andere manier met elkaar in gesprek te gaan.

De interventie is toepasbaar als er behoefte is om op een andere manier met elkaar in gesprek te gaan. De aanleiding hiervoor kan bijvoorbeeld zijn dat de groep altijd veel praat en in het rationele blijft hangen. De uitdaging is dan om ruimte te creëren voor elkaars verhaal.

Niet toepassen: de contemplatieve dialoog wordt geleid door stilte, meditatie en innerlijk zelfonderzoek. Een groep kan hier niet aan toe zijn als er veel gepraat wordt of veel gelachen om maar geen stiltes te laten vallen. Voor stilte moet je je op je gemak voelen. Je kunt toetsen of er bereidheid is om de werkvorm aan te gaan. Een andere reden om het niet te doen is als er issues zijn rondom posities in de groep. Iedere deelnemer mag en kan er ‘zijn’.

Tips

  • Korte inleiding houden.
  • Filmpje/schilderij laten zien/muziek laten horen.
  • De groep moet al een zekere mate van ‘losheid’ hebben: dan kan deze vorm direct ’s ochtends (na de avond ervoor) worden toegepast; geen al té koude start; warming-up in passende vorm helpt.

De werkvorm is afgeleid van het socratische gesprek, om op een ander niveau met elkaar in gesprek te gaan: vertragen, onderzoeken en uitstellen van het oordeel. Dat kan bij lastige kwesties waar al vaak discussie over is.

  • Vindplaats: deze site.
  • Bron: Hanna Boersema-Vermeer en Gertjan de Groot (red.), Werken met Leren Veranderen. Werkboek voor veranderaars in opleiding en praktijk, Vakmedianet, 2016, blz. 377-380 (hoofdstuk 41 – ‘Contemplatieve dialoog’, geschreven door Dorine Wesel)