In mijn zoektocht rond de kerk als ‘school van de liefde’ grijp ik opnieuw naar het boek van Brian McLaren ‘De grote spirituele shift. Christendom in beweging’. Wat hoofdstuk 13 uit 1 Korintiërs is voor de brieven van Paulus, is hoofdstuk 3 ‘Leren hoe je liefhebt‘ voor Brian McLaren’s boek: een spiritueel hoogtepunt, ómdat het over de liefde gaat.

Ik vind het een prachtig hoofdstuk, omdat hier voelbaar wordt waar het McLaren dan wel om gaat als hij pleit voor het afschaffen van de centraliteit van dogma’s, geloofsovertuigingen en andere leerstelligheden. Het gaat hem om de liefde. Waarom? Omdat het Jezus om de liefde gaat: ‘Heb de Heer uw God lief, en uw naaste als u zelf’. Omdat heel de Bijbel vol is van de onuitputtelijke liefde van God die overstroomt in compassie, barmhartigheid en genade. Omdat Johannes zegt: ‘God is liefde’. En omdat Paulus zegt: ‘Ga de weg van de liefde. Zoals Christus.’

School

Hier klopt voor mijn gevoel het hart van McLarens boek: in een hartstochtelijk pleidooi voor de kerk als ‘School van de Liefde’ (blz. 70-71):

Ik geloof dat het mogelijk en nodig is dat tienduizenden gemeenten uitgroeien tot wat ik ‘scholen’ of ‘ateliers’ van liefde noem. Dat is de toekomst die ik voor me zie en waaraan ik met hart en ziel ben toegewijd. Het gaat voor mij niet om de vraag bij welke denominatie een gemeente hoort, welke muziekstijl er gebruikt wordt, of welke liturgische smaak zij heeft; het maakt me niet uit of ze wekelijks bijeenkomt in een kathedraal, maandelijks in een café, jaarlijks in een retraiteoord, of dagelijks online. Het maakt me niet uit of een gemeente groot is of klein, formeel of losjes, hip of niet hip, met een traditionele of juist een hedendaagse aanbiddingsstijl of wat dan ook. Waar het me wél om gaat is of ze mensen leert een leven te leiden vanuit liefde, vanuit het hart, voor God, voor alle mensen (zonder uitzonderingen), en voor de hele schepping.

Liefde als prioriteit

Vervolgens voert McLaren een even briljant als eenvoudig (waarom hebben we dit als christenen niet eerder met elkaar bedacht voor ons kerkelijke leven?) curriculum dat ons helpt te leren gaan voor het hoogste van alle doelen: de liefde (blz. 72-73):

 Het christelijk geloof bestaat nu al een jaar of tweeduizend, maar voor zover ik weet, hebben we nog nooit een goed doordachte pedagogiek van de liefde ontwikkeld, of een curriculum over de liefde. Alles wat we in handen hebben zijn een paar hapsnap-preken, -liedjes, -lezingen en -programma’s, waarbij we maar hopen dat mensen erdoor leren anderen lief te hebben, zolang ze er maar genoeg van consumeren.

(…)

In deze tijd is er opnieuw een Jezusbeweging nodig, waarbij ‘rechtvaardige en ruimhartige gemeenschappen’ samenkomen, voor wie liefde op Jezus’ manier het belangrijkste doel vormt.

Vierdelig  curriculum

Het curriculum (leerplan, leerweg) dat Brian McLaren voorstelt, heeft vier delen of fases: Liefde 101, Liefde 201, Liefde 301 en Liefde 401.

We moeten starten met liefde voor de naaste (Liefde 101). Dat kan vreemd lijken. Is de liefde voor God niet het eerste gebod? Toch wordt op meerdere plaatsen in het Nieuwe Testament duidelijk hoe fundamenteel en primair de liefde voor de naaste is. Zo zegt Paulus in Galaten 5:14: “De hele wet is vervuld in één uitspraak: ‘Heb uw naaste lief als uzelf.’” En Johannes schrijft (1 Johannes 4:20): “Als iemand zegt: ‘Ik heb God lief,’ maar hij haat zijn broeder of zuster, is hij een leugenaar. Want iemand kan onmogelijk God, die hij nooit gezien heeft, ​liefhebben​ als hij de ander, die hij wel ziet, niet liefheeft.”

Deze naaste is allereerst degene die het dichtst bij ons leeft: onze partner, onze kinderen, onze ouders, kortom onze gezinnen en families. Wat zou het goed zijn als een kerk leert hoe liefde er in deze verbanden uitziet. Vervolgens zijn er de vrienden, de buren, de vreemdelingen, de ‘outsiders’ en niet te vergeten: onze vijanden. Hen leren liefhebben – dat is het allereerste wat nodig is in de kerk als ‘school van de liefde’.

Op de tweede plaats (Liefde 201) komt: de liefde voor onszelf. Want wat gaan veel mensen gebukt onder zelfhaat, zelfverwerping en zelfverachting. En, aan de andere kant, wat zijn er veel mensen die leven vanuit een egoïstische en trotse vorm van zelfverwerkelijking en zelfverheerlijking. Liefde voor jezelf leren is zo basaal als bezig zijn met het nooit ophoudende proces van zelf-inzicht en zelf-reflectie en zelf-aanvaarding. Daarbij kunnen allerlei persoonlijksheids-instrumenten zoals Enneagram en MBTI een belangrijke rol vervullen. Bínnen Liefde 201 dus, in de ruimte van de kerk als ‘school van de liefde’.

Op de derde plaats (Liefde 301) komt liefde voor de aarde, voor de schepping, voor de lucht en het water, voor het klimaat (blz. 77):

Als je je naasten liefhebt als jezelf, wil je dat zowel jij als zij in staat zijn om adem te halen, en heb je dus liefde voor schone, frisse lucht nodig. Als je van je naasten houdt als van jezelf, wil je dat zowel jij als zij iets te drinken hebben, en heb je dus liefde nodig voor zuiver water in al zijn verschijningsvormen. Als je van je naasten houdt als van jezelf, wil je dat zowel jij als zij voldoende te eten hebben, en voel je je dus betrokken bij het klimaat, maar ook bij de grondkwaliteit en bij visserij, weilanden en akkers, boerderijen en bossen. Als je van je naasten houdt als van jezelf, wil je dat al jouw kinderen en je toekomstige nakomelingen in staat zullen zijn om net als jij te genieten van de schepping, en voel je je daardoor betrokken bij het behoud daarvan, en zul je ecologie beschouwen als een schitterende en aan God toegewijde wetenschapstak.

Als je zo de naaste, jezelf en de aarde liefhebt, zal er ook de liefde voor God zijn. Nu niet meer God als een doctrine of een theorie los van alles wat en allen die we hebben leren liefhebben. Het gaat nu om de liefde voor de God die we ontmoet en ervaren hebben in de werkelijkheid van het leven. Nu pas (Liefde 401) kan echt landen wat Johannes bedoelt als hij zegt: “laten wij elkaar ​liefhebben, want de ​liefde​ komt uit God voort. Ieder die liefheeft is uit God geboren en kent God. Wie niet liefheeft kent God niet, want God is ​liefde.”

McLaren rond zijn voorstel voor dit vierdelige liefdescurriculum af met een kleine kanttekening (79):

Vanzelfsprekend vind ik het geen vereiste dat deze elementen van het liefdescurriculum altijd in dezelfde volgorde worden doorlopen. Zolang we leren om betrokken te zijn bij de aarde, bij onszelf, bij elkaar, en bij God, in welke volgorde of chaotische wanorde dan ook, ben ik blij. In extase, zelfs!

Hoe kunnen we zo’n liefdescurriculum implementeren in het kerk-zijn? Dat is een boeiende vraag, maar vooral ook: een boeiende en inspirerende weg om te gaan.