Hieronder vind je gespreksvragen bij het boek ‘Verlangen naar het goede leven’. Ik hoop dat ze helpen om tot goede gesprekken te komen! 

Anders kerk zijn. Inleiding

  1. Wat zijn jouw ervaringen met de kerk? Waar ben je blij mee? Wat zou je graag anders zien of doen?
  2. ‘Soms vraag ik me af hoe ik de kerk overleef’ Herken je dat?
  3. Jezus radicaal in het midden. Is dat ook wat jij wilt?  En wat betekent dat precies?

[Deel A] HET GOEDE LEVEN

[1] Leven, echt leven

  1. Waar denk jij aan bij ‘het goede leven’? Wat zie, proef, voel, ruik en hoor je?
  2. Wat valt je op of raakt je speciaal in de woorden van Jezus in Johannes 10:10-11?
  3. Waar zie jij de spanning tussen het overvloedige leven van Jezus enerzijds en de mentaliteit van tekort anderzijds? Kun je voorbeelden geven?

[2] Gods nieuwe wereld is dichtbij

  1. Wat is jouw beeld bij ‘het koninkrijk van God’?
  2. Welke betekenis hebben de woorden van Jezus in Marcus 1:15 voor vandaag? En voor jou en de kerk?
  3. ‘Het gaat helemaal niet om de kerk. Het gaat om het koninkrijk.’ Wat doet die uitspraak met je?

[3] Discipelschap

  1. Noem jij jezelf een ‘discipel van Jezus’? Wat maakt dat je dat wel of niet doet?
  2. Welk van de tien aspecten van discipelschap spreekt jou het meest aan of vind je het belangrijkst?
  3. ‘Als we alleen maar luisteren naar wat hij te zeggen heeft en er niet naar handelen, lopen we het koninkrijk van God mis en lopen we dus ook het goede leven mis.’ Wat vind je van die uitspraak?

[4] Geloven in praktijken

  1. ‘Doen is het nieuwe praten’. Herken je dat er in de kerk zoveel gepraat wordt? Wat zou er gebeuren als we meer gingen doen?
  2. ‘Geloven is niet allereerst het hebben van een set christelijke overtuigingen, geloven is allereerst het participe-ren in een set christelijke praktijken.’ Wat vind je van die uitspraak?
  3. Welke praktijken (zoals gastvrij zijn, bijbellezen, eenvoud, bidden) spelen in jouw leven en in jouw gemeente een belangrijke rol? Hoe ziet dat eruit?

[5] Waar we naar verlangen

  1. Waar verlang jij naar? Hoe word jij in je verlangens gevoed?
  2. Waar herken jij dat er niet alleen een secularisatie is van overtuigingen en van moreel gedrag maar o0k van verlangens?
  3. Waar zie jij het verlangen naar gerechtigheid, relaties, spiritualiteit en schjoonheid (Tom Wright) terug? Hoe spelen deze verlangens een rol in jouw leven en jouw kerk?

[6] Zo deelt God genade uit

  1. De Geest werkt door Woord (prediking), doop en avondmaal. Herken je dat? Wat zijnn jouw ervaringen daarmee?
  2. Welke van de drie ligt het dichtst bij je hart: samen lezen, samen delen of samen eten? Waar heb je de meeste ervaring mee?
  3. ‘Het lezen staat voorop, omdat het woord van God vooropstaat.’ Ben je het daarmee eens? Als je zelf een volgorde mag aanbrengen, welke zou dat dan worden?

[7] Doe me een deugd

  1. Wat heb jij met deugden? Noem drie deugden die jij heel belangrijk vindt.
  2. Kies een deugd uit (bijvoorbeeld: gastvrijheid, vriendelijkheid, eerlijkheid) en stel de vraag: Bij welke mensen uit jouw omgeving zie je deze deugd terug?
  3. ‘Christusgelijkvormigheid dus. Daar gaat het om.’ Ben je het daarmee eens? Hoe kunnen we in de kerk hierop gericht zijn?

[8] Nieuw wij

  1. Waarom is ‘samen’ zo’n belangrijk woord? Waar en wanneer ervaar jij echt ‘samen’?
  2. Hoe herken jij het individualisme in de kerk? Wat ga jij daaraan doen?
  3. Hoe kan de kerk zelf meer een samen-leving zijn en meer contact maken met de samenleving?

[9] Waar de Geest waait

  1. Welke zin uit het lied ‘De wind steekt op’ van Sela spreekt jou het meeste aan?
  2. Wat versta jij onder spiritualiteit? Hoe geef jij er vorm en inhoud aan?
  3. Hoe merk jij het werk van de Geest op in jouw kerk?

[10] Monastieke inspiratie

  1. Wat zijn jouw associaties en gedachten bij het klooster en bij monastieke spiritualiteit? Wat spreekt je aan? Wat vind je vreemd?
  2. Hoe zou jouw kerk of geloofsgemeenschap ‘de kloosterkaart’ kunnen spelen?
  3. Wat spreekt je aan in het verhaal over de drie pijlers waarop de wereld staat?

Een drievoudige kern.Tussenstop

  1. ‘De kerk met haar liturgie is onmisbaar voor geloof en leven van de gelovigen.’ Wat vind je van deze uitspraak van Bert de Leede?
  2. Wat vind je van het pleidooi om Woord, doop en avondmaal uit de zondagse liturgie veel meer te verbinden met samen lezen, samen delen en samen eten uit het alledaagse leven?
  3. Waar word jij vooral gevormd als leerling van Jezus: in (zondagse) kerkdiensten of in andere, persoonlijker (doordeweekse) ontmoetingen met mede-christenen? Waar komt dat door?

[Deel B] SAMEN LEZEN, SAMEN DELEN, SAMEN ETEN

I Samen lezen

[1] Het woord moet het doen

  1. ‘Het woord moet het doen.’ Wat roept die uitspraak bij jou wakker aan gedachten en gevoelens?
  2. Herken je het onderscheid in de drie niveaus van de dienst van het woord? Hoe zie je dat in jouw kerk terug?
  3. Wat moet het woord volgens jou doen? En gebeurt dat ook?

[2] Bijbellezen met je hart

Dit hoofdstuk en het volgende vragen uiteraard om praktische oefening. De vragen hieronder hebben alleen als doel een gesprek over deze manier van bijbellezen en geloofsgesprek voeren. In Bijlage III van het boek vind je handreikingen voor de praktijk.

  1. De langste weg is die van het hoofd naar het hart. Hoe is dat voor jou?
  2. Herken je de cultuur van snel en scannend lezen? Wat heeft dat bij jou voor gevolgen als het gaat om bijbellezen?
  3. Wat vind je van de lectio divina als manier van bijbellezen? Wat is hierin nieuw voor jou? En wat is vertrouwd?

[3] Geloofsgesprekken voeren

  1. Wat versta jij onder een geloofsgepsrek? Wanneer is een geloofsgesprek volgens jou ‘gelukt’?
  2. Welke rol spelem silentio, collatio, incarnatio en tentatio in jouw leven? Hoe kan aandacht voor deze begrippen meerwaarde geven aan geloofsgesprekken?
  3. Welke plek krijgt de heilige Geest in het samen lezen van de bijbel en in het geloofsgesprek?

[4] Waarom lezen deugt

  1. Van (samen) lezen word je een beter mens. Kun je dat uitleggen?
  2. Welke van de vijf besproken deugden (aandachtigheid, nederigheid, wijsheid, nieuwsgierigheid, zorgvuldigheid) spreekt je het meest aan? Waar komt dat door? Kun je nog een andere deugd noemen die groet door samen lezen?
  3. Wat valt je op als je de twee bijbelteksten aan het einde van het hoofdstuk naast elkaar ziet staan?

[5] De kerk als leesclub

  1. Wat vind je van de gedachte van de kerk als leesclub? Spreekt dat je aan? Of heb je er weinig mee?
  2. ‘Als ik me niet vergis, wordt er in heel veel kringen in kerken vooral heel veel gedeeld en gepraat over eigen leven en eigen ervaringen en eigen gevoelens en eigen ideeën.’ Vergis ik me? Wat zijn volgens jou de sterke en zwakker kanten van ‘delen’?
  3. ‘Ik verlang ook naar waarheid. Ik verlang naar het goede nieuws van Jezus, nieuws dat we altijd opnieuw moeten horen en moeten spellen.’ Herken je dat?

II Samen delen

[1] Er is gedoopt!

  1. Wat is volgens jou de betekenis van de doop? Wanneer ben jij gedoopt?
  2. Welke van de genoemde elementen van de betekisrijkdom van de doop spreekt je bijzonder aan?
  3. Hoe zie jij precies het verband tussen de doop enerzijds en de praktijk van ‘samen delen’ anderzijds?

[2] Verlangen naar kwetsbaarheid

  1. ‘Het leven is vaak helemaal niet goed.’ Hoe is dat voor jou? Wat is er moeilijk of verdrieitg in jouw leven?
  2. Vind jij kwetsbaar zijn moeilijk? Waar komt dat door?
  3. ‘De leerling is degene die Jezus volgt op zijn neerwaartse pad en die zo samen met hem een nieuw leven binnentreedt.’ Wat vind je van deze uitspraak van Henri Nouwen?

[3] De kracht van de geloofsgemeenschap

  1. Wat is voor jou het verschil tussen de woorden ‘kerk’ en ‘geloofsgemeenschap’?
  2. Wat vind jij van het idee om het christelijke samenleven veel meer vorm en inhoud te gaan geven in ‘huisgemeentes’?
  3. Herken je de drie ‘stappen’ die we kunnen zetten op de weg waarlangs de Geest spirituele gemeenschap wil creëren tussen mensen die zich met elkaar verbinden?

[4] Bemoedigen doet goed

  1. Wat betekent bemoediging volgens jou? Wanneer maakte je mee dat je je echt bemoedigd voelde?
  2. ‘Het gebeurt maar al te vaak dat leraren niet-bemoedigde mensen aansporen tot verandering.’ Herken je die uitspraak van Larry Crabb?
  3. Herken je de verschillen tussen de drie genoemde opties voor ‘gemeenschap’? Als je kijkt naar je eigen kerk of geloofsgemeenschap of kring, wat is dan vanuit de drie opties kenmerkend?

[5] Laten we elkaar liefhebben

  1. Waar zie jij in de kerk de liefde terug?
  2. Wat is de liefdestaal die jij het beste spreekt? En welke versta je het best?
  3. Hoe kun je in jouw gemeente of groep de vijf liefdestalen veel meer een plek geven?

III Samen eten

[1] Aan de maaltijd wordt het stil

  1. Avondmaal vieren. Wat roept dat bij jou aan beelden, gedachten en gevoelens op?
  2. ‘Het avondmaal zoals dat in de praktijk van het kerkelijk leven plaatsvindt, is in veel gevallen ver weg gegroeid van de context waarin Jezus deze maaltijd instelde.’ Ben je het daarmee eens?
  3. Wat vind jij ervan ervan dat het avondmaal in veel kerken is gesloten voor kinderen en tieners?

[2] Eten met Jezus

  1. Welke van de genoemde bijbelgedeelten over maaltijden in de bijbel spreekt je het meest aan?
  2. ‘Jezus een veelvraat en een dronkaard! Hij stond er om bekend dat hij graag at en dronk.’ Wat vind je daarvan? En wat is er de betekenis van?
  3. Hoe kunnen we rond onze maaltijden meer oefenen in gastvrijheid?

[3] Aan tafel!

  1. Wat spreekt jou het meest aan in de visie van Erik Mostert op de tafel?
  2. Hoe kun je in je eigen gezin of huis werken aan eerherstel van de tafel?
  3. Hoe kunnen we in de kerk werken aan eerherstel van de tafel?

[4] Van avondmaal naar maaltijdsamenkomst

  1. ‘Kunnen we thuis of in de kring of groep ook samen eten met Jezus? Kunnen we als echo van het avondmaal in de kerkdienst ook op andere momenten samen het brood breken en de beker heffen?’ Wat is jouw antwoord op die vraag?
  2. Waar zie je de genoemde vijf spanningsvelden als het gaat om creatieve vernieuwing van onze christelijke samenkomsten?
  3. Als je een maaltijdsamenkomst wilt organiseren, welke stappen ga je dan zetten?

[5] Geloven is doen

  1. ‘Dat we eindeloos lezen, praten, preken en schrijven, maar dat we niet in de praktijk brengen wat we lezen, waarover we praten en preken en schrijven. We praten, maar we doen niet.’ Zie jij dat ook als een van de grootste problemen van de kerk?
  2. Hoe spreekt Jezus jou aan in de woorden van Matteüs 7:24-27?
  3. Wat vind je na het hele boek gelezen te hebben van de basisgedachte: ‘Geloven is niet allereerst het hebben van een set christelijke overtuigingen, geloven is allereerst het participeren in een set christelijke praktijken’?

Lees! Deel! Eet! Uitleiding

Neem tijd om gedachten en gevoelens te delen rond de gebedstekst die je hier vindt. En neem tijd voor samen bidden.