Je bent een mooi mens – Les 9: Zelfbeheersing
Luister deze les als podcast:
Heb jij ook zo’n bewondering voor mensen die ergens heel goed in zijn? Neem bijvoorbeeld een bekende violist als André Rieu. Die man kan ongelooflijk goed vioolspelen. Als je hem hoort en ziet, lijkt het alsof hij de muziek zo zonder enige moeite wegspeelt. Wat heerlijk moet het zijn als je zo goed kunt spelen, zo helemaal vrij bent om op een podium te gaan staan en een hele zaal mensen te laten genieten. Wat een vrijheid!
Zeker, vrijheid, maar een vrijheid die je verwerft door zelfbeheersing, jarenlange oefening, zwoegen. Natuurlijk, muzikale aanleg speelt mee, maar niemand komt zover als je niet ook eindeloos wilt oefenen. Wat een zelfbeheersing vraagt dat! Of denk aan mensen die wereldrecords kunnen lopen, bijvoorbeeld de 100 meter. Vrouwen en mannen die er alles voor over hebben om de eerste te zijn, de snelste te zijn van dat moment, de erekrans te halen. Ook dat vraagt om zoveel zelfbeheersing, zoveel doelgerichtheid. Ik heb er diepe bewondering voor!
Bewondering
Zo herkennen we dat er veel terreinen in ons leven zijn waar zelfbeheersing nodig is. En we bewonderen mensen die meester zijn over zichzelf zodat ze grootse prestaties kunnen neerzetten. Maar tegelijk stoot zelfbeheersing ook af. Want dat vraagt om discipline, om zelfverloochening ook. En waar we diep respect hebben voor anderen die dat opbrengen, overheerst tegelijk in onze cultuur een aversie tegen zelfbeheersing. We leven niet in een cultuur van zelfbeheersing maar in een cultuur van zelfexpressie. En zelfexpressie is heel wat anders: ‘Ik doe alleen waar ik me lekker bij voel, waar ik zin in heb, wat me ligt, wat me komt aanwaaien, want dát is pas authentiek!’ Hoe is dat bij jou? Zijn zelfbeheersing en discipline belangrijke waarden in je leven?
Nu we bij het laatste onderdeel van de vrucht van de Geest zijn aangekomen, moeten we ons dus realiseren dat ook zelfbeheersing alles te maken heeft met ons geestelijk leven. Paulus maakt met dit negende onderdeel van de vrucht van de Geest duidelijk, dat al die mooie dingen die hij genoemd heeft (liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof en zachtmoedigheid) ons niet vanzelf komen aanwaaien. Als je een mooier mens wilt zijn, als je God je karakter wilt laten vormen, kun je niet volstaan met te zeggen: ‘Laat de Geest maar waaien. Dan komt het vanzelf goed!’ Nee, de vrucht van de Geest is ook: zelfbeheersing, discipline, inspanning, oefening.
Grieks denken
Laten we wat dieper ingaan op dat woord zelfbeheersing. Het Griekse woord dat er staat is: engkrateia. Nu is het interessant om dat woord even in de context van die tijd te plaatsen en te zien hoe zelfbeheersing functioneerde in het Griekse denken van die tijd. Want Paulus schrijft natuurlijk niet in het luchtledige. Deze brief aan de Galaten is ergens in de eerste eeuw geschreven, in een tijd die gedomineerd werd door het Griekse denken, de Griekse filosofie. Het eerste wat we dan ontdekken is dat Paulus hier als láátste noemt wat in het Griekse denken van die dagen op de éérste plaats stond. Al ver voor Paulus’ tijd werd zelfbeheersing geprezen als dé meest fundamentele menselijke deugd.
Xenophon, een leerling van de bekende filosoof Socrates, die leefde in de vijfde eeuw voor Christus, vat het Griekse denken op dit punt zo samen: ‘Zou niet iedereen zelfbeheersing moeten beschouwen als de fundering voor elke vorm van deugd en eerst deze fundering stevig in de ziel moeten leggen? Want wie kan zonder zelfbeheersing ook maar één goed ding leren of in praktijk brengen?’ Deze zelfbeheersing heeft er mee te maken dat je in staat bent je niet te laten beheersen door je immorele begeerten en verlangens. Uit dat Griekse denken stammen ook de zeven zogenaamde ondeugden: hoogmoed, afgunst, toorn, luiheid, gierigheid, gulzigheid en onkuisheid. De Grieken zeiden dus: je kunt niet groeien in deugden, in karakter, als je je voortdurend laat beheersen door die ondeugden. Als je een mooier mens wilt worden moet je dus hier beginnen: je eigen begeerten onder controle krijgen. Zelfbeheersing dus.
Ook in Galaten 5 (lees nog eens Galaten 5:16-25) werd dat weer duidelijk: de ontwikkeling van de vrucht van de Geest staat tegen de achtergrond van de begeerten die ons soms in hun greep hebben. De vrucht van de Geest is het antwoord op de werken van het vlees, de verkeerde, immorele verlangens die niets met de Geest te maken hebben, maar met ons gebrek aan gerichtheid op het goede leven dat God voor ons in petto heeft.
Maar dat Griekse denken gaat nog een stapje verder. De gedachte was namelijk deze: alleen als je rationele capaciteiten groot genoeg waren, was je in staat tot zelfbeheersing. Want die zelfbeheersing had alles met je denken te maken. En daarmee werd meester zijn over jezelf dus iets wat eigenlijk alleen weggelegd was voor de elite. De meeste mensen waren er, aldus het Griekse denken, te dom en te onbeschaafd voor.
Liefde op de eerste plaats
Zou Paulus dit nu ook allemaal bedoelen als hij ook dat woord zelfbeheersing gebruikt? Dat kan toch haast niet! Want die Grieken waren in hun denken ook heel sterk gericht op dat zélf. Zelf betekent dan: ‘Ik moet het zelf doen, ik moet heer over mezelf zijn én ik doe het voor mezelf’. Dat staat haaks op een christelijke levensstijl. Haaks ook op de eerder genoemde onderdelen van de vrucht van de Geest. Als Paulus de Griekse visie op zelfbeheersing zou aanprijzen, dan werpt hij ons uiteindelijk toch nog terug op onszelf. Jíj moet het zelf doen.
Maar dat past natuurlijk helemaal niet bij Paulus. Ik denk dat hij met het noemen van zelfbeheersing als laatste onderdeel van de vrucht van de Geest twee punten wil maken. Het ene gericht tegen het Griekse denken. Het andere gericht tegen het denken van sommige christenen.
Tegen de Grieken zegt hij: ‘Zelfbeheersing staat niet op de eerste plaats. Dat denken jullie, maar dat is een heilloze weg, omdat je alle kracht dan alleen in jezelf zoekt. Christenen kennen een andere kracht. De kracht van de liefde, van de God die liefde is, van de heilige Geest van liefde. Liefde staat op de eerste plaats. Gods liefde, niet jouw zelfbeheersing!’
Maar Paulus heeft ook een boodschap aan sommige christenen die helemaal verrukt zijn geraakt van de Geest en die nu de wet en alles wat hun verder nog als een ‘moeten’ voorkomt achter zich hebben gelaten. Ze zeggen: ‘Ik hoef niets meer te doen! De wet heeft afgedaan! Laat de Geest het werk maar doen! Het komt mij allemaal vanzelf aanwaaien dankzij de Geest: liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof en zachtmoedigheid – ik hoef er niks voor te doen.’
Tot negen tellen
Maar dan zegt Paulus: ‘Ho, wacht eens even, je moet tot negen tellen. Er is nog een onmisbaar onderdeel van de vrucht van de Geest. Ik zet het op de laatste plaats, dat wel, want hier begint het niet. Maar het is het onmisbare negende element van de vrucht van de Geest. Zelfbeheersing! Discipline! Oefening! Inspanning! Laat de Geest zeker waaien, maar denk niet dat het je vanzelf komt aanwaaien!’
En dan volgt er dat zinnetje: ‘Er is geen wet die daar iets tegen heeft.’ Geen enkele wet verbiedt het dat mensen liefdevol, vreugdevol en vredelievend zijn. Geen enkele wet heeft iets tegen geloof of tegen discipline. Er kan onder christenen gemakkelijk een misverstand ontstaan dat de wet totaal heeft afgedaan. Dat klópt voor de wet die zegt: ‘Houd je aan mij in eigen kracht, en je zult gered worden.’ Dat is een doodlopende weg. Daar word je dood- en doodmoe van en je ontdekt dat je het niet kunt. Maar de wet die zegt: ‘Laat je leiden door de Geest en gebruik mij daarbij als richtingwijzer’, die wet is nog altijd van grote waarde. Het is de wet van Christus, de wet die via Jezus ons leven binnenkomt, nooit buiten hem om. Het is wat Jezus wel noemt: het zachte juk en de lichte last.
Christelijk leven is niet alleen maar de Geest laten waaien. Let op wat Paulus nog meer zegt (Galaten 5:24): ‘Wie Christus Jezus toebehoort, heeft zijn eigen natuur met alle hartstocht en begeerte aan het kruis geslagen.’ Aan het kruis slaan, afrekenen met de immorele begeerten die zo gemakkelijk ons leven beheersen, vraagt om zelfbeheersing en discipline. En wat die discipline inhoudt, wordt ten diepste samengevat in deze twee zinnen (Galaten 5:16 en 25): ‘Laat u leiden door de Geest, dan bent u niet gericht op uw eigen begeerten.’ En: ‘Wanneer de Geest ons leven leidt, laten we dan ook de richting volgen die de Geest ons wijst.’ Zelfbeheersing is de discipline van de heilige Geest. Zelfbeheersing is dat je jezelf door die Geest van Christus laat beheersen.
In een andere brief spreekt Paulus ook stevige woorden over die zelfbeheersing. Dit lezen we in 1 Korintiërs 9:24-27:
24 U weet toch dat van de atleten die in het stadion een wedloop houden er maar één de prijs kan winnen? Ren als de atleet die wint. 25 Iedereen die aan een wedstrijd deelneemt beheerst zich in alles; atleten doen het voor een vergankelijke erekrans, wij echter voor een onvergankelijke. 26 Daarom ren ik niet als iemand die geen doel heeft, vecht ik niet als een vuistvechter die in de lucht slaat. 27 Ik hard mezelf en oefen me in zelfbeheersing, want ik wil niet aan anderen de spelregels opleggen om uiteindelijk zelf te worden gediskwalificeerd.
Ook al zit er enige praktische wijsheid in het gezegde dat hardlopers doodlopers zijn, we zullen ons nu toch ook gewonnen moeten geven aan de gedachte dat er met hardlopende christenen ten diepste niets mis is. Hardlopers gaan tenminste ergens voor. Ze brengen discipline op, ze oefenen, ze spannen zich in. En ze worden ons door Paulus ten voorbeeld gehouden.
Oefeningen
Aan de hand van het gedeelte uit 1 Korintiërs 9 wil ik ten slotte nog drie praktische handreikingen doen. Drie oefeningen in zelfbeheersing.
1. Wees doelgericht
Wie een doel heeft, vindt het veel gemakkelijker om zich in te spannen en discipline op te brengen dan iemand die geen doel heeft. Als jouw levensdevies is: ‘Laat maar waaien’, dan zul je niet veel meemaken. Paulus zegt: ‘Ren als de atleet die wint.’ Die atleet heeft dus een doel: winnen. Hij gáát er voor, want hij gaat voor een erekrans. Ik denk dat we het allem aal wel eens meemaken: dat je iets echt heel graag wilt bereiken, omdat je er geweldig gepassioneerd voor bent, en dat het je weinig moeite kost om discipline op te brengen. De grote vraag is dus: Wat is jouw droom? Wat is jouw passie? Wat is jouw doel? Paulus reikt ons het doel aan: een overgankelijke erekrans! Oftewel: het eeuwige leven dat nu al begint waar het koninkrijk zichtbaar wordt, op aarde zoals in de hemel. Dus dit is de vraag: is het jouw doel om deel te hebben aan het koninkrijk? Is het jouw passie om er helemaal voor te gaan dat je meer op Jezus gaat lijken? Is het jouw top-1 prioriteit om God lief te hebben en je naaste als jezelf? Als dat je doel is, komt de discipline vanzelf. Als de discipline er niet is, vraag jezelf dan af voor welk doel je eigenlijk leeft…
2. Schakel je lichaam in
Ergens anders schrijft Paulus: de oefening van het lichaam is van weinig nut. Maar toch schroomt hij niet om een hardloper en een vuistvechter ons ten voorbeeld te stellen. Daar moeten we volgens mij ook minstens dit van leren: zonder een fysieke component wordt het niets met discipline. Je moet je lichaam erbij inschakelen, door een bepaalde houding aan te nemen, door je lichaam op een plek te brengen waar je niet gestoord kunt worden, door tijd te blokken in je agenda. De discipline van de Geest is ook altijd discipline van het lichaam, discipline van de tijd, discipline van de ruimte.
3. Leef geestelijk
Dat lijkt een tegenstelling met het lichamelijke. Maar dat is het niet. God heeft bedacht dat wij in dit lichaam en met dit lichaam geestelijk kunnen leven. Geestelijk leven is: de discipline opbrengen om je door de Geest te laten leiden, om God je karakter te laten vormen, om je met heel je hart, ziel én lichaam te richten op geestelijke groei: dat je gaat lijken op Jezus. Dan krijg je een onvergankelijke erekrans. Niet pas als je dood gaat, en in de hemel komt. Maar nu al op aarde: een overgankelijke erekrans. Voor iedereen die Christus Jezus toebehoort en zijn eigen natuur met alle hartstocht en begeerte aan het kruis heeft geslagen. Een onvergankelijke erekrans als beloning voor wie de discipline van de Geest beoefenen.
Slotwoord
We zijn aan het einde van de cursus gekomen. Ik ben benieuwd hoe het je vergaan is. Loopt het water je in de mond als je denkt aan de vrucht van de Geest? Is je verlangen gegroeid om je karakter zo te laten vormen dat je steeds meer op Jezus gaat lijken? Zijn er al dingen in je leven veranderd doordat je bent gaan bidden om de vrucht van de Geest?
Ik geloof dat karaktervorming een van de belangrijkste dingen is waar het vandaag in de kerk om moet gaan. Want christen zijn betekent dat je dichtbij Christus leeft en daardoor steeds meer op hem gaat lijken. En dat komt vooral tot uitdrukking in de schitterende karaktertrekken die samen de vrucht van de Geest vormen:
- liefde, vreugde, vrede
- geduld, vriendelijkheid, goedheid
- geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing
Ook als het gaat om de missionaire uitstraling van jou als christen of van de kerk, dan is deze vrucht van de Geest zó belangrijk! Daarom wil ik je aanmoedigen om over de inhoud van deze cursus met medechristenen in gesprek te gaan en om die gesprekken ook een plek te laten worden waar ruimte is om te oefenen in het in praktijk brengen van de vrucht van de Geest.
Citaten om over na te denken
- 1) Beheersing 2) Beheerstheid 3) Controle 4) Controle over zichzelf 5) Discipline 6) Enkratie 7) Innerlijke controle 8) Zelfbedwang 9) Zelfcontrole – Betekenissen van zelfbeheersing uit een woordenboek
- Sommige mensen laten zich door hun hartstocht meeslepen, anderen door hun zelfbeheersing. – C. Buddingh
- De mens is pas mens als hij tot zelfbeheersing in staat is en eigenlijk dan pas wanneer hij haar in de praktijk brengt. – Mahatma Gandhi
- Zelfrespect, zelfkennis, zelfbeheersing. Alleen deze drie geven het leven onovertreffelijke kracht. – Alfred Lord Tennyson
- Beter een geduldig mens dan een vechtjas, beter zelfbeheersing dan een stad veroveren. – Spreuken 16:23
Reflectievragen
- Heb jij bewondering voor atleten en andere sporters (of musici) die tot grote prestaties komen? Waarom?
- Wat zijn de verschillen tussen zelfbeheersing aan de ene kant en zelfexpressie aan de andere kant? Pas dat ook toe op je gebedsleven.
- Zelfbeheersing is van groot belang omdat we allemaal last hebben van de zeven ondeugden: hoogmoed, afgunst, toorn, luiheid, gierigheid, gulzigheid en onkuisheid. Herken je dat?
- Hoe verhouden het werk van de Geest en je eigen inspanning zich tot elkaar als het gaat om karaktervorming?
- Wat zijn jouw weerstanden tegen zelfbeheersing en discipline als onmisbare voorwaarde voor een groeiend geestelijk leven?
- Zoek de zeven Bijbelwoorden op de afbeelding hieronder op en lees ze een voor een hardop. Wat is de betekenis van deze uitspraken voor jou?
- Denk na over deze drie oefeningen rond zelfbeheersing:
- Wees doelgericht
- Schakel je lichaam in
- Leef geestelijk

Zelfbeheersing: vijf meditaties
1
Bijbelgedeelte: Galaten 5:13-26
Maar de vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing.
Galaten 5:22-23
Vrucht van de Geest: zelfbeheersing
De ene vrucht van de liefde die de Geest werkt komt als laatste ook tot uitdrukking in zelfbeheersing. Want er kunnen dingen in je leven gebeuren die je gemakkelijk verleiden tot een verontwaardigde en verongelijkte reactie. Boosheid ligt telkens op de loer. Maar er zijn meer verleidingen waardoor we op de proef worden gesteld. Wat is het dan belangrijk en waardevol als de liefde van Jezus in je uitwerkt dat je jezelf in de hand houdt. Of liever gezegd: dat je jezelf aan de hand van de Heer toevertrouwt die in jou een kracht werkt waardoor jij niet valt voor de verleiding. Zo vindt de strijd tegen zonde in je leven plaats en breekt het nieuwe leven van de Geest door. Wie zichzelf beheerst, laat Jezus Heer zijn!
Jezus, liefdevolle God, ik wil u Heer laten zijn in mijn leven. Laat me groeien in zelfbeheersing.
2
Bijbelgedeelte: 1 Korintiërs 9:24-27
Iedereen die aan een wedstrijd deelneemt beheerst zich in alles.
1 Korintiërs 9:25
Zich in alles beheersen
Paulus gebruikt het beeld van een wedloop om iets duidelijk te maken over de inspanning de hij pleegt voor het evangelie. ‘Ik doe alles voor het evangelie om ook zelf aan de beloften ervan deel te krijgen.’ Paulus zet zich met alles wat in hem is in voor de verkondiging van het koninkrijk. Dat is te vergelijken met het meedoen aan een wedloop. Als je daaraan deelneemt, moet je je in alles beheersen: je niet teveel en niet te weinig inspannen, goed eten, voldoende rust nemen, enzovoort. Dat vraagt erom dat je niet zomaar doet wat je zou willen. Je moet heersen over je verlangens omdat die niet altijd de goede kant op wijzen. In het groeien in Gods karakter is dit ook van wezenlijk belang: niet luisteren naar je eigen verlangens en begeerten, maar ze altijd onder de controle van de Geest brengen.
Heilige Geest, leert u me om me te laten beheersen door uw verlangens.
3
Bijbelgedeelte: 1 Korintiërs 9:24-27
Ik hard mezelf en oefen me in zelfbeheersing.
1 Korintiërs 9:27
Oefenen
Topsporters weten hoe nodig en belangrijk het is om jezelf te harden en zelfbeheersing in de praktijk te brengen. Ze doen dat niet omdat die zelfbeheersing op zich zo aantrekkelijk is. Ze doen dat vanwege het doel dat ze najagen: de beste zijn. Als we als christenen zelfbeheersing beoefenen, moeten we daarom eerst helder hebben met het oog waarop we dat doen. Zelfbeheersing is nodig om weer te beantwoorden aan Gods prachtige doel met ons leven: dat we zijn beeld weer gaan vertonen, dat we gaan lijken op Jezus. Zelfbeheersing betekent dan: je niet laten verleiden tot dingen die dit veranderingsproces in de weg staan. Of meer positief: zelfbeheersing betekent dat je je helemaal richt op Jezus en niet op wat je zelf wilt.
Heilige Geest, breng zelfbeheersing in mij tot bloei en richt mijn aandacht helemaal op Jezus.
4
Bijbelgedeelte: Spreuken 16:25-33
Beter een geduldig mens dan een vechtjas,
beter zelfbeheersing dan een stad veroveren.
Spreuken 16:32
Beter zelfbeheersing
In het Spreukenboek komen veel zogenaamde beter-spreuken voor: dit is beter dan dat. Dit is er een van. De spreuk illustreert hoeveel kracht er nodig is om de verleiding van verkeerde begeerten en van verkeerde reacties op wat er gebeurt te weerstaan. Voor het veroveren van een stad is ongetwijfeld heel veel nodig: niet minder dan de kracht van een heel leger. Maar beter dan dat is het als je in staat bent om jezelf te beheersen, om overwinningen te behalen op verleidingen die je proberen te overmeesteren. Vanuit het perspectief van het christelijke leven in de Geest mogen we weten dat deze zelfbeheersing alles te maken heeft met de overwinning die Christus behaald heeft. Nu hij onze Heer is, kan in ons leven de zelfbeheersing opbloeien.
Heer, maak me krachtig zodat ik mezelf beheers als verkeerde gedachten en begeerten me van u proberen te vervreemden.
5
Bijbelgedeelte: 1 Petrus 1:3-16
Wees als gehoorzame kinderen en geef niet opnieuw toe aan de begeerten waardoor u vroeger, toen u nog onwetend was, werd beheerst.
1 Petrus 1:14
Beheerst
Deze oproep van Petrus herinnert ons eraan – als we het al niet wisten – dat er begeerten in ons aanwezig zijn die niet passen bij ons nieuwe leven. Vroeger, voordat Jezus ons beheerste, was het normaal om toe te geven aan die begeerten. Deze begeerten hielden ons ver verwijderd van een heilig leven. De heilige Geest wil de vrucht van de zelfbeheersing in ons tot bloei brengen zodat we een heilig leven kunnen leiden. Een leven waarin niet onze op onszelf gerichte begeerten heer en meester zijn, maar waarin we er bewust voor kiezen om Gods verlangens leidend te laten zijn. Zo kunnen we groeien in heiligheid en gehoorzaamheid. Zo worden we de mooie mensen die God ons wil laten zijn.
Heer, geef het verlangen en de kracht die nodig zijn om ons door u te laten beheersen.
Preek
Een deelnemer attendeerde me op een preek die ik begin 2021 heb gehouden en die mooi is om te beluisteren om je verlangen naar vrucht te dragen te voeden.