6.1 Lezen uit ‘Alles nieuw’

Hieronder kun je uit ‘Alles nieuw’, hoofdstuk 2 ‘Eerst Gods koninkrijk’ de onderdelen ‘ons leven’ en ‘conclusie’ lezen en als podcast beluisteren. Onder de leestekst vind je enkele reflectievragen.

“Ons leven

Ons leven is voorbestemd om te worden zoals het leven van Jezus. Jezus’ dienstbetoon heeft ten doel ons uiteindelijk te brengen in het huis van zijn Vader. Hij kwam niet alleen om ons te bevrijden uit de boeien van zonde en dood, maar ook om ons binnen te leiden in zijn eigen goddelijk leven.

Voor ons is het moeilijk voor te stellen wat dat betekent. Wij neigen er veeleer toe de afstand tussen Jezus en onszelf te benadrukken. Wij beschouwen Jezus als de alwetende en almachtige Zoon van God die onbereikbaar is voor ons, zondige en gebroken mensen. Zo denkend vergeten we echter dat Jezus gekomen is om ons zijn eigen leven te geven en ons op te nemen in de liefdesgemeenschap met de Vader. 

Enkel als we de fundamentele bedoeling van Jezus’ dienstbetoon kennen, zullen we kunnen begrijpen wat spiritueel leven is. Alles wat aan Jezus toebehoort, mogen ook wij ontvangen. Alles wat Hij doet, is wat wij ook kunnen doen. Jezus spreekt niet over ons als tweederangsburgers en Hij houdt niets voor ons verborgen: ‘Alles wat Ik van de Vader heb vernomen, heb ik aan jullie meegedeeld’ (Johannes 15, 15), en verder: ‘Wie in Mij gelooft zal de daden die Ik verricht, ook zelf verrichten’ (Johannes 14, 12). Jezus wil dat wij zijn waar Hij is. In zijn hogepriesterlijk gebed laat Hij geen twijfel bestaan over zijn voornemens: ‘… dat zij allen één mogen zijn. Zoals U, Vader, in Mij bent en Ik in U, zo moeten zij in Ons zijn…. Ik heb hen laten delen in de heerlijkheid waarin U Mij hebt laten delen, opdat ze één mogen zijn zoals Wij één zijn: Ik in hen zoals U in Mij; dat hun eenheid volkomen mag zijn, zodat de wereld kan erkennen… dat U hen hebt liefgehad met de liefde die U Mij hebt toegedragen. Vader, diegenen die U Mij hebt toevertrouwd, zou Ik graag bij Mij hebben waar Ik ben, zodat ze de heerlijkheid zien waarin U Mij hebt laten delen… Uw naam heb Ik hun bekendgemaakt en dat zal Ik blijven doen, opdat de liefde die U Mij hebt toegedragen, in hen mag zijn – opdat Ik in hen mag zijn’ (Johannes 17, 21-26).

Deze woorden drukken prachtig uit wat de aard is van Jezus’ dienstbetoon. Jezus is geworden zoals wij, opdat wij zouden worden zoals Hij. Hij hechtte niet aan zijn gelijkheid met God, integendeel, Hij heeft zichzelf ontledigd. Hij werd op die manier zoals wij, opdat wij zouden worden zoals Hij, en zouden delen in zijn goddeljik leven.

Deze radicale transformatie van ons leven is het werk van de heilige Geest. De leerlingen konden nauwelijks bevatten wat Jezus bedoelde. Zolang Hij nog bij hen was in het vlees, herkenden zij nog niet zijn volledige aanwezigheid in de Geest. Daarom zei Jezus: ‘Voor jullie eigen bestwil moet Ik weggaan, doe ik dat niet, dan zal de Helper niet komen. Maar als Ik heenga, zal Ik Hem naar jullie toezenden… Wanneer de Geest der waarheid komt, zal Hij jullie leidsman naar de volle waarheid zijn – niet dat Hij eigenmachtig zal spreken, Hij zal slechts zeggen wat Hij te horen krijgt – en wat komen gaat, zal Hij jullie meedelen. Hij zal Mij verheerlijken, want wat Hij jullie zal meedelen, komt van Mij. Alles wat de Vader heeft is ook van Mij; daarom mag Ik zeggen dat hetgeen Hij jullie zal meedelen, van Mij komt’ (Johannes 16, 7.13-15).

Jezus zendt de Geest, zodat die ons kan leiden naar de volle waarheid van het goddelijk leven. Met waarheid is niet bedoeld een idee, een denkbeeld of een leerstuk, maar een waarachtige relatie. Als wij in de waarheid worden binnengeleid, gebeurt dit in dezelfde relatie die Jezus had met de Vader – wij gaan een verbintenis aan met God.

Pinksteren is dan ook de voltooiing van Jezus’ opdracht, aangezien dan zijn dienstbetoon ten volle zichtbaar wordt. Doordat de heilige Geest neerdaalt op de leerlingen en op hen rust, wordt hun leven omgevormd tot een leven dat gelijk is aan dat van Christus. Het is een leven dat in het teken staat van de liefde tussen de Vader en de Zoon. Spiritueel leven is in feite een leven waarin wij worden opgenomen in en deel krijgen aan het goddelijk leven.

Wanneer wij worden opgenomen in het goddelijk leven van de Vader, de Zoon en de heilige Geest, betekent dit echter niet dat wij weggenomen worden uit de wereld. Integendeel, degenen die het spiritueel leven zijn binnengegaan, zijn juist degenen die in de wereld gezonden worden om het werk dat Jezus begonnen is, voort te zetten en te voltooien. Spiritueel leven haalt ons niet weg uit de wereld, maar brengt ons er dieper in binnen.

Jezus zegt tot zijn Vader: ‘Zoals U Mij naar de wereld hebt gezonden, zo heb Ik hen naar de wereld gezonden’ (Johannes 17, 18). Hij maakt duidelijk dat zijn leerlingen, juist omdat ze niet meer behoren tot de wereld, in de wereld kunnen leven zoals Hij: ‘Ik vraag U niet hen uit de wereld weg te nemen, maar hen te behoeden voor de macht van het kwaad. Zij zijn niet van de wereld, zoals Ik niet van de wereld ben’ (Johannes 17, 15-16). 

Leven in Jezus’ Geest is dan ook een leven waarin Jezus’ komst in de wereld – zijn menswording, zijn dood en verrijzenis – wordt voortgezet door degenen die dezelfde gehoorzame relatie met de Vader zijn aangegaan als deze die Jezus’ eigen leven kenmerkte. Als wij zonen en dochters geworden zijn zoals Jezus de Zoon was, dan zetten wij in ons leven de zending van Jezus voort.

‘In de wereld, maar niet van de wereld’: dit is een goede samenvatting van de manier waarop Jezus spreekt over het spiritueel leven. In dat leven heeft de Geest van liefde ons vanbinnen geheel en al omgevormd. Toch is het een leven waarin alles hetzelfde lijkt te blijven.

Spiritueel leven betekent geenszins dat wij ons gezin moeten verlaten, onze baan moeten opgeven, of op een andere manier moeten gaan werken; dat wij niet meer sociaal of politiek actief mogen zijn of niet langer geïnteresseerd in literatuur en kunst; dat wij streng ascetisch moeten zijn of urenlang moeten bidden. Dergelijke veranderingen kunnen wel een gevolg zijn van spiritueel leven, en voor sommige mensen kunnen radicale beslissingen nodig zijn. Spiritueel leven is evenwel mogelijk op evenveel manieren als er mensen zijn. Nieuw is dat we ons centrum verlegd hebben van de ‘vele dingen’ naar het koninkrijk van God; dat we bevrijd zijn van de druk van onze wereld en ons hart geopend hebben voor het enig nodige; dat we de vele ontmoetingen met mensen, de dingen en de gebeurtenissen niet meer ondergaan als eindeloze redenen voor bezorgdheid. Het nieuwe is dat we de rijkdom en verscheidenheid beginnen te ervaren van de talloze manieren waarop God ons van zijn aanwezigheid blijk geeft.

Inderdaad, spiritueel leven veronderstelt een omvorming van ons hart. Een radicale ommekeer die gemarkeerd kan worden door een plotselinge innerlijke verandering, of die kan plaatsvinden in een lang, kalm proces. Maar hoe dan ook: er is altijd een innerlijk gevoel van eenheid. We beseffen dat we ons in het centrum bevinden en dat we van daaruit alles wat bestaat en gebeurt, opvatten als onderdeel van het mysterie van Gods leven met ons. Onze familie en vrienden, onze activiteiten en plannen, onze taken en beloften, onze conflicten en ons lijden, onze hoop en verlangens… ze doen zich niet langer aan ons voor als een afmattende afwisseling van dingen die we niet bij elkaar kunnen houden, maar veeleer als bevestiging en openbaring van het nieuwe leven van de Geest in ons.

‘Al dat andere’ dat ons eerst zozeer bezighield en bezorgd maakte, is nu een geschenk. Het is een uitdaging die het nieuw ontdekte leven komt versterken en verdiepen. Het betekent echter niet dat het spiritueel leven de dingen voor ons gemakkelijker maakt of onze strijd en pijn wegneemt. Uit het leven van Jezus’ leerlingen is wel op te maken dat het lijden niet afneemt omdat je je bekeerd hebt. Soms wordt het lijden zelfs nog heviger. Maar onze aandacht wordt niet langer gevangen door het ‘meer of minder’ ervan. Het gaat erom dat we aandachtig luisteren naar de Geest en gehoorzaam de weg gaan die ons gewezen wordt, of die nu leidt naar een plaats waar vreugde heerst dan wel pijn.

Armoede, pijn en strijd, verdriet en kwellingen, en zelfs innerlijke duisternis kunnen ons deel blijven. Misschien behoren ze zelfs wel tot Gods manier om ons te louteren. In elk geval is ons leven niet langer saai, bozig, deprimerend of eenzaam, want we hebben geleerd dat alles wat er gebeurt, deel uitmaakt van onze tocht op weg naar het Vaderhuis. 

Conclusie

‘Eerst Gods koninkrijk…’ Ik hoop dat deze woorden weer wat nieuwe betekenis hebben gekregen. Ze vormen een oproep om Jezus te volgen op zijn weg van gehoorzaamheid, om met Hem deel uit te maken van de gemeenschap die ontstaat door de veeleisende liefde van de Vader, en om helemaal van daaruit te leven. Het koninkrijk is de plaats waarheen Gods Geest ons roept en leidt, waar Hij ons geneest en voortdurend vernieuwt. Als we van harte dat koninkrijk zoeken, zullen onze zorgen langzamerhand naar de achtergrond verdwijnen, omdat de vele dingen waarover we ons zo bezorgd maakten, op hun plek beginnen te vallen.

Daarbij dienen we ons wel te realiseren dat ‘van harte dat koninkrijk zoeken’ niet een methode is om op een gemakkelijke manier prijzen in de wacht te slepen. Alsof spiritueel leven ons zou kunnen helpen aan de hoofdprijs in een tv-spelletje. De woorden: ‘… dan krijg je dat alles erbij’, geven aan dat Gods liefde en zorg zich echt over heel ons bestaan uitstrekken

Als we van harte ernaar op zoek zijn te leven in de Geest van Christus, zullen we beter ervaren hoe God ons bewaart in de palm van zijn hand. Ook zullen we beter begrijpen wat we werkelijk nodig hebben om ons naar lichaam en geest goed te voelen, en tevens hoe nauw ons spiritueel leven en onze aardse behoeften met elkaar verweven zijn tijdens onze reis door deze wereld. 

Wel blijven er enkele heel moeilijke vragen over: kunnen wijzelf een manier vinden om van ons leven vol zorgen over te stappen naar het zorgeloze leven van de Geest? Of moeten we gewoon maar passief afwachten tot de Geest langskomt en onze zorgen wegblaast? Zijn er manieren waarop we ons kunnen klaarmaken voor het leven van de Geest, en dat leven kunnen verdiepen als het ons eenmaal geraakt heeft? 

Er gaapt zo’n grote kloof tussen het volle maar onvervulde leven enerzijds, en de vervulling van het spiritueel leven anderzijds, dat het nogal onrealistisch kan lijken om te verwachten dat we zomaar van het ene op het andere kunnen overstappen. Het beslag dat het dagelijks bestaan op ons legt is zo reëel, zo direct en zo dringend, dat een leven in de Geest onze mogelijkheden ver te boven lijkt te gaan.

Mijn beschrijving van de twee uitersten van het spectrum van het bestaan, namelijk dat van het leven vol zorgen en dat van het spiritueel leven, was nodig om duidelijk te maken wat er allemaal op het spel staat. De meesten van ons zijn echter noch voortdurend bezorgd, noch uitsluitend verzonken in de Geest. Vaak kunnen er, terwijl we ten volle in onze bezorgdheid zitten, flitsen binnenkomen van de aanwezigheid van Gods Geest; of kunnen onze zorgen de kop opsteken terwijl we het leven van de Geest toch diep binnen in ons ervaren. Het is belangrijk om geleidelijk aan te beseffen waar we ons bevinden en te leren hoe we in ons het leven van Gods Geest kunnen versterken.

Dit brengt mij bij het laatste hoofdstuk, en wel de beschrijving van wat de belangrijkste methodes zijn die ons kunnen ondersteunen bij ons verlangen, dat onze zorgen hun greep op ons verliezen en dat de Geest ons leidt naar de volledige vrijheid van de kinderen Gods.”

Reflectie

  1. Wat betekent het voor jou om te streven naar een leven dat gelijk is aan dat van Jezus, zoals? Hoe zou dat eruit kunnen zien in jouw dagelijks leven?
  2. Hoe interpreteer je het idee dat spiritueel leven niet betekent dat we weggenomen worden uit de wereld, maar juist dieper in de wereld worden gebracht? Op welke manieren zie je dit terug in jouw eigen leven?
  3. Nouwen beschrijft een verschuiving van ons centrum van ‘de vele dingen’ naar het koninkrijk van God. Hoe kun je deze verschuiving in jouw eigen leven nastreven? Welke stappen zou je kunnen nemen om meer gericht te zijn op het koninkrijk van God in plaats van op wereldse zorgen?
  4. Wat is jouw persoonlijke ervaring met de verbinding tussen spiritueel leven en aardse behoeften? Op welke manieren zie je dat jouw spirituele leven invloed heeft op jouw dagelijkse behoeften en activiteiten?
  5. Nouwen roept op tot een actieve rol in het verlangen om vrij te worden van zorgen en geleid te worden door de Geest. Hoe kun je actief deelnemen aan dit proces van spirituele groei? Welke praktijken of methoden zou je kunnen gebruiken om je verlangen naar spirituele vrijheid te versterken en te verdiepen?

6.2 Kleine of levende christussen

Als jarenlang is er een citaat van C.S. Lewis dat mij inspireert om gericht te zijn en te blijven op een spiritualiteit waarin Jezus centraal staat. Hij schrijft in zijn boek ‘Mere Christianity’ (‘Onversneden christendom’): 

The Church exists for nothing else but to draw men into Christ, to make them little Christs. If they are not doing that, all the cathedrals, clergy, missions, sermons, even the Bible itself, are simply a waste of time. God became Man for no other purpose.

In het Nederlands vertaald: “De Kerk bestaat voor niets anders dan om mensen naar Christus te leiden, om van hen kleine Christussen te maken. Als ze dat niet doen, zijn alle kathedralen, geestelijken, bedieningen, preken, zelfs de Bijbel zelf, gewoonweg verspilling van tijd. God is met geen ander doel mens geworden.”

‘Kleine christussen’ – Henri Nouwen spreekt over ‘levende Christussen’ in zijn boekje ‘Nederigheid en dienstbaarheid. Het neerwaartse pad van Christus. In les 7 komt dat wat uitgebreider terug.

Reflectievraag

Wat roept het citaat van C.S. Lewis bij jou op?

6.3 Henri Nouwen-lezing door Jos Wienen

In het webinar van dinsdagavond 23 januari vertelde ik dat op woensdag 24 januari 2024 de Henri Nouwen-lezing 2024 zou worden gehouden in de Wilhelminakerk in Dordrecht door Jos Wienen, burgemeester van Haarlem en theoloog. Hieronder kun je de lezing met de titel ‘Op Adem Komen’ terugkijken! Het is een mooie persoonlijke lezing over de waarde van kwetsbaarheid.