1. Laat uw koninkrijk tevoorschijn komen

In onderstaande ‘vertaling’ van de acht gelukkigprijzingen van Jezus, werk ik de gedachte uit dat de bede ‘laat uw koninkrijk komen’ ook vertaald kan worden als: ‘laat uw koninkrijk tevoorschijn komen’ – hier en nu.

‘Laat uw koninkrijk komen’ wordt gemakkelijk geassocieerd met een toekomstige werkelijkheid, terwijl het erom gaat dat Gods koninkrijk hier en nu (n gebrokenheid weliswaar) (tevoorschijn) komt.

Gezegend wie oprecht bescheiden zijn!
– daar komt de kracht van innerlijke vrede tevoorschijn.

Gezegend wie verdriet omarmen!
– daar komt troost en veerkracht tevoorschijn.

Gezegend wie vriendelijk en empathisch zijn!
– daar komt een gevoel van verbondenheid tevoorschijn.

Gezegend wie verlangen naar rechtvaardigheid!
– daar komt een eerlijke wereld tevoorschijn.

Gezegend wie mededogen tonen!
– daar komt begrip en vriendelijkheid tevoorschijn.

Gezegend wie oprecht en puur van hart zijn!
– daar komt wijsheid en helderheid tevoorschijn.

Gezegend wie streven naar vrede!
– daar komt harmonie en eenheid tevoorschijn.

Gezegend wie onrecht ervaren vanwege hun overtuigingen!
– daar komt verandering en transformatie te voorschijn.

  • Wat spreekt je aan in deze ‘vertaling’?

2. Preek: Jezus is onze wet

In onderstaande preek ga ik uitgebreid in op de vraag welke plek de wet heeft in het leven van volgelingen van Jezus die naar de Bergrede willen luisteren en zich willen laten leiden door de Geest van Jezus. Is die plek van de wet onveranderd? Of zetten de acht gelukkigprijzingen van Jezus alles in een ander licht?

Via de podcast hieronder kun je die preek beluisteren. Onder de podcast vind je een samenvattende weergave van de preek zodat je de preek, terwijl je luistert, goed kunt volgen.

3. Samenvatting van de preek

Je kunt de preek ook in samenvatting op je in laten werken als je dat wilt. Lees dan de tekst hieronder.

Wat is de plaats van de wet in het leven van christenen? Heeft de wet afgedaan met de komst van Jezus? Of heeft Jezus de wet juist bevestigd? Is de wet (van de tien geboden) ons richtsnoer voor het leven? Of laten we ons leiden door de Geest? Of is dat helemaal geen tegenstelling? Deze vragen verkennen we vanuit zeven invalshoeken op deze cruciale passage uit de Bergrede van Jezus: Matteüs 5:17-20.

1 Na 14 verzen

De wet komt in de Bergrede pas ter sprake na 5:3-16. De toon is al gezet: ‘Gelukkig’! De richting al gewezen: naar het hart. Met ‘Wet en profeten’ wordt heel Gods openbaring in het OT bedoeld. Niet de wet is Jezus’ hoofdonderwerp, maar de ‘gerechtigheid van het koninkrijk’ (5:6, 5:10, 5:20, 6:1, 6:33). Worden met ‘deze kleinste geboden’ niet de ‘gelukkigprijzingen’ (5:3-10) bedoeld?

2 Derde, tweede, eerste persoon

De uitspraken van 5:3-10 staan in de derde persoon, die van 5:11-16 in de tweede persoon (‘jullie’) en in 5:17 gaat Jezus over op de eerste persoon: ‘ik’. Jezus vestigt de aandacht op zichzelf! Hij is een nieuwe (en andere) Mozes (vgl. Joh. 1:17: ‘De wet is door Mozes gegeven, maar goedheid en waarheid zijn met Jezus Christus gekomen’). De geschreven wet maakt plaats voor een levende Persoon: Gods eigen Zoon, de volmaakte mens.

3 Niet zoals de schriftgeleerden

Jezus is niet tegen de wet maar tegen een bepaalde omgang ermee. De schriftgeleerden waren voortdurend in de weer met teksten, citaten en tradities om de geschreven wetten hanteerbaarder en haalbaarder te maken. Dát verwerpt Jezus. ‘De wet is er voor de méns, en niet de mens voor de wet’ (vgl. Marc. 2:27). Het gaat God om de bloei van de mens als mens die geschapen is naar Gods beeld.

4 Overvloedige gerechtigheid

Jezus’ woorden in 5:20 vormen een scharnierpunt: het gaat om overvloedige gerechtigheid die kenmerkend is voor het koninkrijksleven. Het gaat erom dat we ‘goede mensen’ worden. ‘Goed mens’ is een mooie vertaling van ‘rechtvaardige’ (vgl. Jac. 2:23 in de BGT: ‘Abraham geloofde in God, en daarom zag God hem als een goed mens. Ja, God noemde Abraham zelfs zijn vriend’). In de Bergrede staan twee vragen centraal: Wat is het goede leven? Wat is een goed mens?

5 Wet 7.0

‘Wet 1.0’ is de ‘oude’ wet van Mozes. ‘Wet 2.0’ is de wet zoals veel christenen die zien: ‘Jezus heeft de wet volmaakt gehouden en is voor onze schuld aan de wet gestorven, maar nu moeten we alsnog ons aan de wet houden’. Met ‘wet 7.0’ wordt bedoeld dat de ‘vervulling’ (niet: ‘handhaving’) van de wet die wet in een totaal nieuwe dimensie brengt. Het woord ‘wet’ kunnen we niet missen (maar pas op voor de gevaren: wetticisme, eenzijdige nadruk op oordeel en schuld). Maar laat het ‘de wet van de Geest die in Jezus Christus leven brengt’ (Rom. 6:2) zijn! De ‘zeven Geesten’ (Openb. 1:4) wonen in Gods kinderen.

6 Van letter naar Geest

De grote zonde van de schriftgeleerden (en veel christenen): vastzitten aan de letter, je vasthouden aan regels en geboden. Maar: ‘De letter doodt, de Geest maakt levend’ (2 Kor. 3:6). De wet is de kaarsvlam, de Geest van Jezus is de Zon!

7 Jezus is onze wet

Al onze liefde en aandacht moet naar Jezus gaan. Hij wil zichzelf in ons tot uitdrukking brengen door zijn Geest. Hij, ‘dé goede mens’ (de ‘rechtvaardige’), gunt en geeft ons de gerechtigheid van het koninkrijk: het goede leven van Gods nieuwe wereld.

3.-5.

Elke les had tot nu toe vijf onderdelen. Deze even niet.🙂

Misschien zijn er onderdelen in vorige lessen die je hebt overgeslagen of die je nog eens opnieuw wilt bekijken. Daar is nu dan gelegenheid voor!😃