Je bent een mooi mens – Les 7: Geloof
Luister deze les als podcast:
We zijn toegekomen aan het zevende element van de vrucht van de Geest. Ik zou ook kunnen zeggen: we beginnen nu aan het laatste drietal van de in totaal negen woorden die samen de vrucht van de Geest vormen. Want er is een bepaalde opbouw te ontdekken.
Kijk maar eens:
- liefde, vreugde, vrede zeggen vooral iets over je relatie met God;
- geduld, vriendelijkheid, goedheid zeggen vooral iets over je relatie met je naaste;
- geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing zeggen vooral iets over je relatie met jezelf.
Ik weet niet of Paulus dat ook in gedachten heeft gehad. Maar ik vind het in ieder geval wel verhelderend om die negen eigenschappen eens zo in drie groepjes in te delen.
Vreemde eend in de bijt?
Nu staan we in deze les stil bij die eigenschap geloof. Maar geloof zien we denk ik niet direct als een karaktereigenschap. Het lijkt wel alsof geloof niet zo goed in het rijtje past. Het is een vreemde eend in de bijt. De andere acht woorden zijn aanduidingen van ons karakter en ook van Gods karakter. Zo is onze liefde een weerspiegeling van Gods liefde, onze vreugde een echo van Gods vreugde en onze goedheid een uitvloeisel van Gods goedheid.
Maar het is lastig om te spreken over het geloof van God. Dat klinkt wat merkwaardig. In veel vertalingen staat hier ook niet het woord geloof, maar trouw. En het makkelijkste is om dat nu ook maar te doen. Trouw, dat is heel duidelijk een eigenschap van God en het is heerlijk als jij door Gods genade en dankzij het werk van de Geest ook trouw genoemd kunt worden, betrouwbaar en geloofwaardig. Dan ben je zeker een mooi mens!
Maar ik wil toch dat woord geloof graag laten staan, ook omdat het een prima vertaling is van het woord dat er in het Grieks staat: pistis. Want dat geeft ons de kans om iets te ontdekken rond geloof wat anders misschien op de achtergrond zou blijven.
Geloof associëren we denk ik vooral met wát iemand gelooft. Geloof betekent dat je een geloofsovertuiging hebt. Bijvoorbeeld: Ik geloof dat God bestaat! Ik geloof dat Jezus is opgestaan! Ik geloof dat deze aarde Gods schitterende schepping is! En dit is een prachtige Bijbelse definitie van geloof (Hebreeën 11:1, NBG-vertaling 1951): ‘Het geloof is de zekerheid van de dingen, die men hoopt, en het bewijs van de dingen, die men niet ziet.’
Geloof lijkt dus vooral te gaan over wát je gelooft. Zo heb je het christelijke geloof, maar er zijn ook andere geloven mogelijk: het geloof van een moslim, van een boeddhist, van een humanist. En in onze samenleving staat geloof dan ook nog eens voor een privé-ding: geloof is prima, maar doe het maar achter de voordeur, niet in het publieke domein. Je geloofsovertuigingen houd je maar voor jezelf.
Maar als we geloof nu leren zien als vrucht van de Geest, als een eigenschap die een mooi mens van je maakt, komt er ook een heel andere dimensie naar voren. Geloof is niet iets van je hoofd, maar iets van heel je mens zijn. Geloof als aspect van de vrucht van de Geest laat ons allereerst zien dat geloof alles te maken heeft met trouw en betrouwbaarheid, met geloofwaardigheid en integriteit. Geloof is geen set waarheden, geloof is niet een pakket regels, geloof is een levensstijl waarin trouw en vertrouwen doorstralen, integriteit en oprechtheid!
Geprezen om hun geloof
Dat gaan we nu wat nader bekijken door stil te staan bij een paar mensen die in de Bijbel worden geprezen om hun geloof. We pakken er deze keer Hebreeën 11:1-7 bij. Dat begint zo: ‘Het geloof legt de grondslag voor alles waarop we hopen, het overtuigt ons van de waarheid van wat we niet zien.’ Dat klinkt een beetje filosofisch en je moet het een paar keer goed lezen en dan snap je het misschien nog niet helemaal. Maar dit wordt in elk geval duidelijk: geloof heeft te maken met het aanvaarden van de waarheid en met het inzicht dat God ons geeft over de wereld. Maar er staat dus ook: ‘Om hun geloof werden de mensen uit vroeger tijd geprezen.’ Werden die mensen geprezen omdat ze zoveel wisten, of omdat ze heel stellige opvattingen hadden waar ze nooit aan twijfelden, of omdat ze veel Bijbelteksten uit hun hoofd konden opzeggen? Nee. Dat was niet de reden waarom ze geprezen werden. Ze werden geprezen om hun geloof.
Er vindt hier een soort geestelijke lintjesregen plaats. Je kent dat wel: de jaarlijkse lintjesregen, op Koningsdag. En volgens mij krijgen mensen nooit een lintje voor iets wat ze gedácht hebt, maar voor iets wat ze hebben gedáán. Nooit omdat ze iets vonden, maar altijd omdat ze iets deden. Nooit voor mooie woorden, altijd voor goede daden. Voor hun belangeloze inzet, voor hun bijdrage aan de samenleving, voor de liefde die ze uitgedeeld hebben. Ik moet hierbij ook denken aan wat Jakobus, de broer van Jezus, schrijft (Jakobus 2:14): ‘Broeders en zusters, wat heeft het voor zin als iemand zegt te geloven, maar hij handelt er niet naar? Zou dat geloof hem soms kunnen redden?’
In Hebreeën 11 is het God zelf die mensen uit het Oude Testament prijst om hun geloof. Abel bijvoorbeeld. Hij gaf in zijn offer het beste van zichzelf aan God. Zijn geloof was een totale toewijding aan de HEER. Anders dan bij Kaïn. Van Abel wordt expliciet gezegd dat hij het mooiste dier uitkoos dat hij kon vinden. Van Kaïn wordt zoiets niet gezegd. Hij deed maar wat, niet meer dan strikt nodig was. Abel verdient een lintje. God laat zich prijzend uit over Abels gaven en over zijn geloof.
En Henoch. Van hem wordt verteld dat hij wandelde met God. Zo staat het in Genesis 5. Lees maar even mee: ‘Toen Henoch 65 jaar was, verwekte hij Metuselach. Na de geboorte van Metuselach leefde Henoch nog 300 jaar, in nauwe verbondenheid met God. Hij verwekte zonen en dochters. In totaal leefde hij 365 jaar. Henoch leefde in nauwe verbondenheid met God; aan zijn leven kwam een einde doordat God hem wegnam.’ 365 jaren wandelen met God… En ik zie een wijze man voor me, zachtmoedig, vredelievend, liefdevol. Een man van wie het 365 dagen per jaar afstraalt dat hij dicht bij de Heer leeft. Voor hem is er tussen hemel en aarde nauwelijks verschil. Vandaar dat hij niet sterft maar haast ongemerkt volledig in Gods hemelse aanwezigheid opgaat. Hij wandelt met God. Wat een geloof!
De lintjesregen gaat nog door. Kijk, Noach staat er ook bij. Omdat hij precies kon formuleren wie God was? Nee, ik denk dat Noach daar net zoveel moeite mee had als jij en ik. Geloof is niet dat je het precies weet en dat anderen fout zijn als zij het daarmee oneens zijn. Dat is geen geloof. Dat is fundamentalisme. Geloof is: een ark bouwen. Geloof is: trouw zijn aan wat God tegen je zegt ook al zie je nog niets van wat hij zegt. Geloof is: gehoorzaam zijn. Geloof is: doen, in vertrouwen op God die trouw is en integer en die nooit liegt. Noach verdient een lintje. En Abraham, en Sara, en Isaak, en Mozes, en Rachab, en David, en Samuël. En… en jij?
Krijg jij een lintje?
Krijg jij een lintje? Ik snap wel dat dat een lastige vraag is. Een wat ongebruikelijke vraag ook. De Bijbel zegt toch dat we niets verdienen omdat alles genade is. En dat is ook zo. Maar we zullen Hebreeën 11 toch ook serieus moeten nemen. God organiseert in dat hoofdstuk een geestelijke lintjesregen gewoon omdat hij er intens van geniet als de vrucht van geloof in het leven van mensen bloeit!
Krijg jij een lintje? Of: zou je een lintje willen? Verlang je ernaar dat je een geloof hebt dat leeft, een geloof dat werkt, een geloof dat tot uitdrukking komt in trouw, in integriteit, in vastberadenheid, in toewijding. Een geloof dat lijkt op dat van Jezus. Er was veel geloof in Jezus. Hij vertrouwde zich volkomen toe aan zijn Vader en nam alle consequenties op zich die dat met zich meebracht. Het geloof van Jezus was zijn trouw aan zijn God en zijn Vader, tot in de dood. Het geloof van Jezus was zijn radicale integriteit, nooit een leugen, nooit de waarheid verdraaien, maar alleen maar de waarheid zijn. Met heel zijn wezen.
Is dat voor ons weggelegd, zulk geloof? Ons geloof is vaak klein. We twijfelen vaak. Gods trouw en Gods integriteit vinden soms zo weinig weerklank in onze levens. We worstelen met ons geloof, en als God ons zou vragen om een ark te bouwen, zouden we waarschijnlijk zeggen: ‘Nou, dat weet ik niet hoor.’ En wat we aan toewijding in huis hebben besteden we dikwijls aan van alles en nog wat, maar niet aan Gods koninkrijk op aarde zoals in de hemel. ‘Te druk hè, weet je wel.’
Kan dat anders? Kan ons geloof, als dat maar heel ielig is, een verschrompeld rozijntje, kan ons geloof weer levend worden? Een rozijntje is een verschrompelde druif. Dat is een mooi beeld nu het gaat over de vrucht van de Geest. Kan dat geloof dat zo ielig is als een rozijntje weer een sappige druif worden? En zo ja, hoe dan?
Zijn goddelijke macht
Laten we voor een antwoord op die vraag nog een Bijbelgedeelte lezen en daaraan zometeen een drietal oefeningen in geloof ontlenen: 2 Petrus 1:3-8:
3 Zijn goddelijke macht heeft ons alles geschonken wat nodig is voor een vroom leven, door de kennis van Hem die ons geroepen heeft door zijn majesteit en wonderbaarlijke kracht. 4 Hiermee zijn ons kostbare, rijke beloften gedaan, opdat u zou ontkomen aan het verderf dat de wereld beheerst als gevolg van de begeerte, en opdat u deel zou krijgen aan de goddelijke natuur. 5 Span daarom al uw krachten in om uw geloof te verrijken met deugdzaamheid, uw deugdzaamheid met kennis, 6 uw kennis met zelfbeheersing, uw zelfbeheersing met volharding, uw volharding met vroomheid, 7 uw vroomheid met liefde voor uw broeders en zusters, en uw liefde voor uw broeders en zusters met liefde voor allen. 8 Als u deze eigenschappen in overvloed bezit, is uw kennis van onze Heer Jezus Christus niet nutteloos maar vruchtbaar.
Er zijn momenten in juist het leven van Petrus geweest dat hij beslist niet in de rij mocht staan om een lintje te ontvangen. Wat schoot zijn geloof op cruciale momenten tekort. Maar hier schrijft een herboren en gerijpte Petrus prachtige dingen waarmee hij ook ons wil bemoedigen en aansporen.
Oefeningen
1. Denk groot van de macht van God
Lees het maar eens heel goed: ‘Zijn goddelijke macht heeft ons alles geschonken wat nodig is voor een vroom leven, door de kennis van hem die ons geroepen heeft door zijn majesteit en wonderbaarlijke kracht. Hiermee zijn ons kostbare, rijke beloften gedaan.’ God schenkt alles. God heeft alles al gegeven. Zijn majesteit, zijn macht, zijn kracht, zijn heerlijkheid, het is allemaal voor ons. Als we worstelen met ons geloof, als we onzeker zijn, als we zoeken naar toewijding en integriteit, ga dan naar God die ons kostbare, rijke beloften heeft gedaan. Denk groot van de macht van de Heer.
2. Span je in met al je krachten
Dat lijkt zo tegenstrijdig. Maar het is zo Bijbels. We spelen genade zo vaak uit tegen inspanning. ‘Het is allemaal genade en dus hoef je je niet inspannen.’ Maar hier staat het zo helder. Eerst dus Gods macht zien en ervaren. En dan je inspannen. Als je geloof een verschrompeld rozijntje is, dan kan het weer een sappige druif worden als je je inspant, met al je krachten. Welke krachten zijn dat? De krachten van de Geest. Gebed is de kracht van de Geest die aan jou is gegeven. Liefde is de kracht van de Geest die aan jou is gegeven. Vreugde is de kracht van de Geest die aan jou is gegeven. Gods Woord is de kracht van de Geest die aan jou is gegeven. Activeer dat allemaal. Laat het niet als een prachtig positief saldo ergens op een bankrekening staan (misschien voor later), maar neem het op, geef het uit, geniet ervan, laat anderen ervan genieten.
Span je in met de kracht van de Geest en ontdek achteraf tot je verbazing: ik dacht dat ik het deed, maar het was Gods Geest die werkte.
3. Verrijk je geloof
Geloof is dus niet alleen dat je een overtuiging hebt die je eventueel net zo goed privé kunt houden. Maar geloof staat ook nooit alleen. Dat zien we in de vrucht van de Geest: daar is geloof een van de negen eigenschappen. En hier bij Petrus zien we het opnieuw: geloof is de eerste schakel in wat wel een gouden ketting wordt genoemd. Ons geloof wordt verrijkt met zeven andere eigenschappen. Je bent dus bezig met je geloof, als je streeft naar liefde, naar zelfbeheersing, naar kennis, naar volharding. Dat allemaal bij elkaar maakt je tot een mooi mens, een toegewijd mens, een integer en geloofwaardig kind van God. Verrijk dus je geloof. Laat de Geest zo werken dat een rozijntje weer een druif wordt. En vertrouw met heel je hart op deze belofte: ‘Als u deze eigenschappen in overvloed bezit, is uw kennis van onze Heer Jezus Christus niet nutteloos maar vruchtbaar.’
Citaten om over na te denken
- Geloof is aannemen wat wij niet zien, en de beloning voor geloof is zien wat wij aannemen. – Augustinus
- Ik ben gaan inzien dat het geloof een organisme is dat groeit met de tijd. Blijft het stabiel, dan sterft het. Wil het voortleven, dan moet het kunnen veranderen. – Godfried Bomans
- Het geloof is niet het begin maar het einde van alle weten. – Goethe
- Twijfel is niet het tegendeel van geloof, maar een bestanddeel ervan. – Paul Tillich
- Geloven is de kunst om vast te houden aan de dingen die je met je verstand hebt geaccepteerd, ondanks je wisselende stemmingen. – C.S. Lewis
- Om hun geloof werden de mensen uit vroeger tijden geprezen. – Hebreeën 11:2
Reflectievragen
- Denk verder door over de driedeling in de vrucht van de Geest die genoemd wordt aan het begin van deze les. Herken je de driedeling?
- Wat hebben geloof, trouw en integriteit met elkaar te maken? Welke rol spelen trouw en integriteit in jouw leven?
- Wat vind jij opvallend aan de trouw (geloofwaardigheid) van God?
- Verdiep je in de ‘geestelijke lintjesregen’ in Hebreeën 11. Geef speciaal aandacht aan Abel, Henoch en Noach. Verdien jij ook een lintje voor je geloof? Waarom wel/niet?
- Zoek de zeven Bijbelwoorden op de afbeelding hieronder op en lees ze een voor een hardop. Wat is de betekenis van deze uitspraken voor jou?
- Denk verder na over deze drie aanwijzingen om je te oefenen in geloof:
- Denk groot van de macht van God
- Span je in met al je krachten
- Verrijk je geloof

Liefde: vijf meditaties
1
Bijbelgedeelte: Galaten 5:13-26
Maar vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof…
Galaten 5:22
Vrucht van de Geest: geloof
Bij de veelvoudigheid van de ene vrucht van de Geest hoort ook het geloof: vertrouwen op God en op zijn Zoon Jezus hoort bij het vruchtbare werk dat de heilige Geest in onze levens doet. Geloof heeft in de taal van de Bijbel alles te maken met trouw en vertrouwen. Dus we zien de heilige Geest aan het werk als we ons vertrouwen stellen op God, als we ons toevertrouwen aan Jezus en als we trouw zijn in een door de Geest geleide levensstijl. Tegelijk komt in dit geloofsvertrouwen ook weer een belangrijke karaktertrek van God tot uitdrukking: hij is trouw aan mensen. In zekere zin kun je zelfs zeggen dat hij zich aan ons toevertrouwt en in ons gelooft. Want we zijn zijn scheppingen, gemaakt om hem te eren en te dienen.
Heer, trouwe God, laat in mij de vrucht van geloof groeien en bloeien en leer me om me steeds meer aan u toe te vertrouwen.
2
Bijbelgedeelte: Johannes 7:33-39
Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in mij gelooft, zo zegt de Schrift.
Johannes 7:38
Geloof in Jezus
Jezus spreekt hier veelbelovende woorden: een prachtige belofte over de heilige Geest. En iedereen mag er naar luisteren en erop ingaan. Er is echter wel een voorwaarde aan verbonden. Zonder geloof in Jezus gaat het niet gebeuren dat er rivieren van levend water uit je hart stromen. Geloven is dan wel meer dan geloven dat Jezus bestaat of geloven dat er een God is. Geloven heeft alles te maken met een vertrouwensrelatie. Alleen als we de vertrouwelijke omgang met Jezus kennen en ons erin oefenen zal deze schitterende belofte in vervulling gaan: rivieren van levend water zullen stromen uit je binnenste. Geloof als vrucht van de Geest leidt dus dankzij Jezus ook tot een overvloedig stromende Geest!
Heer Jezus, geef me als vrucht van de Geest geloof in u zodat het leven van de Geest door mij heen gaat stromen.
3
Bijbelgedeelte: Marcus 1:9-15
De tijd is aangebroken, het koninkrijk van God is nabij: kom tot inkeer en hecht geloof aan dit goede nieuws.
Marcus 1:15
Geloof hechten aan goed nieuws
Groeien in de vrucht van de Geest betekent ook groeien in geloof. Als we dat verbinden met de centrale boodschap van Jezus, dan ontdekken we dat we hieraan geloof moeten hechten: aan het goede nieuws van het koninkrijk dat in Jezus gekomen is. Dat koninkrijk is Gods daadwerkelijke verlangen dat de hemel hier op aarde zichtbaar wordt in vreugde en vrijheid, in vrede en vrijmoedigheid. Geloof hangt daarom heel nauw samen met tot inkeer komen: je afwenden van een leven vol ongeloof over dat koninkrijk en je vol vertrouwen toewenden naar Jezus in wie dat koninkrijk zichtbaar is geworden. Hecht geloof aan dat goede nieuws!
Dank u, Heer, dat u me oproept tot geloof in uw koninkrijk van liefde.
4
Bijbelgedeelte: Hebreeën 11:1-7
Het geloof legt de grondslag voor alles waarop we hopen, het overtuigt ons van de waarheid van wat we niet zien.
Hebreeën 11:1
Het geloof legt de grondslag
Waar hoop jij op? We hopen vaak op mooie dingen die gaan gebeuren in ons leven: een mooi feest, een liefdevolle relatie, nieuwe gezondheid. Dat mag er allemaal zijn, want we mogen genieten van wat God ons geeft. Hier aan het begin van Hebreeën 11 wordt onze hoop in heel direct verband gebracht met geloof. Dat geloof, als onderdeel van de vrucht van de Geest, legt een fundament onder alles wat we hopen. Maar die hoop krijgt in de Bijbel wel een specifieke invulling. Hoop heeft daar te maken met uitzien naar de dingen die God gaat doen en die God belangrijk vindt. Onder die hoop legt ons geloof de basis: we vertrouwen erop dat God waar gaat maken wat hij heeft beloofd!
Heer, veelbelovende God, geef me elke dag het geloof dat de grondslag is voor alles waarop ik hopen mag.
5
Bijbelgedeelte: Marcus 9:14-27
Ik geloof! Kom mijn ongeloof te hulp.
Marcus 9:24
Tussen geloof en ongeloof
Deze uitspraak van de vader van een zieke jongen wordt al eeuwenlang herkend door Jezus’ volgelingen. Hier wordt verwoord wat ook wij ervaren: we geloven – vrucht van de Geest – maar er is ook zoveel wat ons verleidt tot ongeloof. Het is allemaal niet klip en klaar. Ons vertrouwen wankelt vaak. Want geloven is een aangevochten zaak. Dat we dat hardop mogen zeggen, is pure genade. We hoeven ons niet geloviger voor te doen dan we zijn. Juist als we dat ontdekken, kan er ook een verlangen gaan groeien om tóch te geloven. En we zoeken onze toevlucht tot de Geest van de Heer omdat hij de vrucht van het geloof in ons leven zorgzaam en voorzichtig toch tot bloei kan brengen.
Heer, ik geloof en ik geloof niet. Geef me uw Geest en laat geloof mogen rijpen in mijn hart en leven.
Extra materiaal
…