Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven.

Matteüs 11:28

Kom naar mij. Het zijn maar drie woordjes. Maar er ligt een hele wereld achter. Allereerst de wereld van hem die naar ons is gekomen. Want dat moet vanaf het begin duidelijk zijn: Jezus heeft heel veel opgegeven om naar ons toe te komen. Iemand zei het eens zo: ‘Jezus heeft negenennegentig komma negen negen negen negen enzovoort procent van de weg naar ons toe afgelegd en vraagt nu aan mij om dat allerlaatste kleine, o zo kleine stukje te komen.’

En het is waar. Jezus heeft zo ongelooflijk veel gedaan om op dit punt uit te komen dat hij ons uitnodigt om naar hem toe te gaan en alles in hem te vinden wat ik nodig heb. Hij heeft de heerlijkheid van de hemel achter zich gelaten, hij is mens geworden, hij heeft de glorie die hij in de hemel had afgelegd om op aarde een zwakke verschijning te zijn. Alles had hij er voor over om te komen. En ik geloof dat hij zelfs nog alles doet, door zijn heilige Geest, om mij in dat allerlaatste stukje te helpen om te komen.

Meer hoef ik niet te doen. Alleen maar komen. Jezus stelt geen eisen vooraf. Ik hoef me niet eerst aan Gods geboden te houden. Ik hoef niet eerst mijn leven op orde te brengen: ik mag komen zoals ik ben. Ik hoef zelfs niet eerst mijn zonden te belijden, want dat komt later wel. Ik hoef alleen maar te komen. Meer vraagt Jezus niet.

Misschien vraagt hij toch wel wat: een nieuw inzicht. Namelijk dat ik vermoeid ben en onder lasten gebukt ga. Diep van binnen weet ik het wel: ik word eindeloos moe van al die lasten die de mensen om me heen op me leggen, van de lasten die ik in de kerk opgelegd krijg als we weer proberen om iets in een regel te vangen, zoals eens de Farizeeën en schriftgeleerden, van de lasten die ik mezelf opleg (misschien is dat laatste nog wel het ergste: altijd moeten presteren en me beter voor moeten doen dan ik ben).

Ik moet tot de ontdekking en de erkenning komen hoezeer ik door die vermoeiende lasten een en al onrust ben geworden, soms van buiten, maar in elk geval van binnen. En dan is daar de Zoon van God, gekomen om mensen te redden. Hij kwam. Hij zag mij en hij zei: kom naar mij.

En ik begin alles los te laten: mijn prestaties en mijn drang om het zelf te willen doen. Ik maak mijn handen leeg, klaar om naar Jezus te komen en ik merk dat ik het niet zelf doe, maar dat zijn Geest mij zacht en liefdevol naar Jezus toe beweegt. Ik merk dat ik naar hem toe getrokken wordt.

Niemand kan bij mij komen, tenzij de Vader die mij gezonden heeft hem bij me brengt.
Johannes 6:44

En ik ervaar dat ik tot rust kom, thuis bij de drie-enige God, die God van eeuwige verbondenheid en eeuwige liefde. Ik hoef niets meer te doen, want alles is al voor mij gedaan.

Gebed

Jezus, u zegt: kom naar mij. Wat een geweldig liefdevolle en barmhartige uitnodiging! Vader, breng mij bij Jezus. Geest, leid mij in zijn armen. Leer me, drie-enige God om alles los te laten, vooral mijn eigen prestaties, en bij u te komen en u alle eer te geven voor uw reddende werk in het leven van uw kinderen. Amen.