3.1 Alles nieuw

In deze les gaan we verder met het boekje ‘Alles nieuw’. Tot nu toe kwamen het Voorwoord en de Inleiding aan de orde. Nu kun je hieronder van het eerste hoofdstuk ‘Al het overige’ de paragrafen ‘Inleiding’ en ‘Vol’ lezen en als podcast beluisteren. (Zie Les 1 voor de inhoudsopgave van ‘Alles nieuw’.)

Onder de tekst van je enkele reflectievragen!

“Al het overige

Inleiding

Spiritueel leven voltrekt zich niet buiten ons dagelijks leven om. Integendeel, er is pas echt sprake van spiritueel leven als het geleefd wordt in het verdriet en de vreugde van elke dag.

Laten wij daarom eens heel nauwkeurig gaan kijken naar de manier waarop we denken, voelen en doen, zodat ons verlangen naar de Geest ons concreter voor ogen komt te staan. We bekijken ons leven van uur tot uur, van dag tot dag, van week tot week, van jaar tot jaar.

Zolang we slechts een vaag gevoel van ontevredenheid hebben over de manier waarop we leven, en geen duidelijk zicht hebben op wat dat verlangen naar ‘spirituele dingen’ nu eigenlijk inhoudt, zal ons leven blijven steken in een algeheel gevoel van melancholie.

We zeggen vaak: ‘Ik ben niet echt gelukkig’; ‘Ik ben niet tevreden over de manier waarop mijn leven verloopt’; ‘Echt blij of in harmonie met mezelf ben ik niet, maar ik weet gewoon niet hoe het anders moet, en ik denk dat ik maar beter realistisch kan zijn en mijn leven moet accepteren zoals het is.’ Zo’n houding van gelatenheid weerhoudt ons ervan om actief op zoek te gaan naar het leven van de Geest.

Onze eerste opdracht is om dat vage, duistere gevoel van ontevredenheid te verdrijven en kritisch te kijken naar onze manier van leven. Daarvoor is eerlijkheid, moed en vertrouwen nodig. Alle spelletjes waarmee we onszelf tot nu toe misleid hebben, dienen we eerlijk aan het licht te brengen en er moedig naar te kijken. Daarbij vertrouwen we erop dat onze oprechtheid en moed ons niet tot wanhoop zullen brengen, maar ons uiteindelijk zullen voeren naar de blijdschap van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.

Wij, moderne mensen, zijn – meer dan de mensen uit Jezus’ tijd – bezorgd van aard. Maar hoe ziet die bezorgdheid van ons er precies uit? Ik heb met een kritisch oog gekeken naar mijn eigen leven en naar dat van mensen om mij heen. Er komen dan twee woorden bij mij op die onze situatie goed kunnen beschrijven: vol en onvervuld.

Vol

Het meest opvallende kenmerk van ons dagelijks leven is dat we druk zijn. Onze dagen voelen aan alsof ze vol zijn: we moeten dingen doen, mensen ontmoeten, plannen uitvoeren, brieven schrijven, telefoontjes plegen, en afspraken nakomen. Ons leven lijkt vaak op een koffer die tot barstens toe vol gepakt zit. Bijna nooit liggen we op schema. Ergens zeurt het besef dat er taken niet afgemaakt zijn, beloften niet ingelost, voorstellen niet uitgevoerd. Steeds is er weer iets dat we hadden moeten onthouden, of hadden moeten doen of zeggen. Er zijn altijd mensen die we niet gesproken, geschreven of opgezocht hebben. En daarom hebben we, hoe druk we ook zijn, voortdurend het gevoel dat we onze verplichtingen nooit echt nakomen.

Het vreemde doet zich echter voor dat het heel moeilijk is om niet druk te zijn. Druk zijn is een statussymbool geworden. Mensen verwachten van ons dat we druk zijn en veel aan ons hoofd hebben. Vrienden bedoelen het als een compliment als ze zeggen: ‘Je bent natuurlijk druk zoals altijd!’ Daarmee bevestigen ze wat iedereen veronderstelt: dat het goed is om het druk te hebben.

Degenen die niet weten wat ze in de komende tijd te doen hebben, werken hun vrienden op de zenuwen. Druk zijn lijkt vaak identiek met belangrijk zijn. Heel wat telefoongesprekken beginnen als volgt: ‘Ik weet dat je druk bent, maar heb je ’n minuutje tijd voor me?’ Alsof een minuut die je vraagt van iemand met een volle agenda, meer waard is dan een uur van iemand die weinig te doen heeft. 

In onze op productie gerichte maatschappij is druk zijn, een bezigheid hebben, bijna de enige manier geworden om iemand te zijn. Als we geen baan hebben, loopt niet alleen onze economische zekerheid, maar zelfs onze persoonlijkheid gevaar. Wellicht verklaart dit de grote vrees waarmee veel mensen hun pensionering tegemoet zien. Want wie zijn we nog als we geen baan meer hebben?

Maar meer nog dan onze zorgen zijn het onze voorzorgen die ons onvrij maken. We zijn gepreoccupeerd, en dat betekent dat we onze tijd en ruimte al gaan opvullen met zorgen, lang voordat het beslissende moment is aangebroken. Hier is sprake van bezorgdheid in specifieke zin. Het woordje ‘als’ beheerst onze gedachten. We zeggen tegen onszelf: ‘En als ik griep krijg?’ ‘En als ik mijn baan verlies?’ ‘En als mijn kind niet op tijd thuis is?’ ‘En als er morgen niet genoeg eten in huis is?’ ‘En als ik op straat word aangevallen?’ ‘En als er een oorlog uitbreekt?’ ‘En als de wereld vergaat?’ ‘En als…?’

Met het hoofd vol angstige gedachten en veronderstellingen vragen we ons voortdurend af: wat moeten we zeggen en doen ingeval er iets gebeurt in de toekomst? Mogelijke veranderingen in onze loopbaan, mogelijke conflicten in de familie, mogelijke ziektes, mogelijke rampen, een mogelijke kernoorlog – ze maken ons ongerust, bang, wantrouwerig, hebberig, nerveus en chagrijnig. We hebben veel, zo niet het meest, te lijden van de dingen die we op voorhand vrezen.

Dit alles zorgt ervoor dat we ons niet meer echt innerlijk vrij voelen. Doordat we ons steeds maar voorbereiden op wat er zou kunnen gebeuren, vertrouwen we ons zelden helemaal toe aan het hier en nu. Ons persoonlijke en sociale leven is zo diepgaand gevormd door onze zorgen voor morgen dat we nauwelijks kunnen genieten van de dag van vandaag.

Onze maatschappij werkt dat bezig zijn en die voorzorgen sterk in de hand. Kranten, radio en televisie schotelen ons de nieuwsfeiten zodanig voor dat er voortdurend een noodtoestand in de lucht lijkt te hangen. De opgewonden stemmen van verslaggevers, de beelden van gruwelijke ongelukken, wrede misdrijven en pervers gedrag, en de continue berichtgeving over menselijke ellende dicht bij huis en ver weg in het buitenland: dit alles sleept ons langzamerhand mee in een algehele ondergangsstemming.

Boven op al dat slechte nieuws komt nog de golf van reclame die over ons wordt uitgestort. De niet-aflatende boodschap daarvan is dat we iets heel belangrijks zullen missen als we niet dit boek lezen, deze film bekijken, naar die spreker gaan luisteren, of dit nieuwe product kopen, versterkt onze rusteloosheid en voegt tal van nieuw bedachte preoccupaties aan de bestaande toe.

Soms lijkt het alsof het voortbestaan van onze maatschappij afhangt van het in stand houden van deze kunstmatige zorgen. Wat zou er gebeuren als we ophielden met ons zorgen te maken? Zou onze maatschappij nog in haar huidige gedaante kunnen functioneren als de behoefte om zoveel vertier te zoeken, zoveel te reizen, zoveel te kopen, ons zo sterk te bewapenen, niet langer ons gedrag zou bepalen?

Het tragische is dat we inderdaad met huid en haar vastzitten in een web van bedrieglijke verwachtingen en kunstmatige behoeften. Ons innerlijk leven en ons waarneembaar gedrag zijn helemaal vervuld van bezigheden en voorzorgen. Deze beletten de Geest van God om vrijelijk in ons te ademen en zo ons leven te vernieuwen.”

Reflectie

  • Lees bovenstaande passage nog eens door en ontdek welke zinnen je het meest aanspreken.
  • Henri Nouwen vindt het belangrijk om – voordat we ons richten op ‘spiritueel leven’ – éérst in alle eerlijkheid onder ogen te zien hoe ons leven er nu eigenlijk uitziet. ‘Vol zorgen’ zegt Henri Nouwen. Herken je dat? Welke zorgen heb jij? Waardoor ben jij gepre-occupeerd (volledig in beslag genomen)?
  • Onze zorgen “maken ons ongerust, bang, wantrouwerig, hebberig, nerveus en chagrijnig”. Herken je deze gevoelens en emoties? Zou je er ook andere woorden aan toe kunnen voegen?
  • “We hebben veel, zo niet het meest, te lijden van de dingen die we op voorhand vrezen.” Herken je dat?

3.2 Het wiel

Leven vanuit ons centrum. Dat is voor Henri Nouwen erg belangrijk, en daar ghaat het evrderop in ‘Alles nieuw’ ook over. Luister nu naar een passage uit zijn boek ‘Hier en nu’ waarin hij het beeld van een wagenwiel gebruikt om dit te verduidelijken.

Je kunt deze passage hier ook lezen.

Reflectie

  • Hoe helpt dit beeld jou als het gaat om je eigen verlangen naar spiritueel leven?
  • Welke ‘spaken’ zijn er in jouw leven allemaal?
  • Is er ook een plek of een manier in jouw leven om bij die naaf te komen?

3.3 De kwetsbare voorganger

In de inleidende video op deze cursus (rond minuut 13 van de video) liet ik het boekje ‘Nederigheid en dienstbaarheid. Het neerwaartse pad van Christus’ van Henri Nouwen zien en gaf ik aan dat ik in 2015 een verhaal had gehouden n.a.v. dit boekje. Dat verhaal kun je nu lezen als blog:

Lees: Gezocht: kwetsbare voorgangers

3.4 Podcast: Waarom de moderne mens Henri Nouwen nodig heeft

Rond de 25e sterfdag van Henri Nouwen verschenen er meerdere podcasts waarin hij centraal stond. Onder meer in De Ongelooflijke Podcast. Aflevering 63: “Waarom de moderne mens Henri Nouwen nodig heeft met Talitha Muusse en Stefan Paas”. Hieronder kun je het gesprek terugluisteren.

“Het was het mooiste wat jongerenexpert en presentator Talitha Muusse ooit heeft mogen doen: het voorwoord schrijven voor een nieuwe uitgave van Henri Nouwens meest geliefde boek: ‘Eindelijk Thuis’. Het werk van de priester heeft veel in het leven van Muusse betekend, volgens haar snakken jongeren van nu naar de ideeën van Nouwen zonder dat ze het zelf weten.”

Henri Nouwen als spirituele gids voor een jonge generatie – daar gaat het in deze podcast over!