1.2 Kerk na corona?

Wat je leest in deze les, schreef ik ver vóór corona. De coronacrisis had de wereld en ook het kerkelijke leven twee jaar lang in haar greep (maart 2020 tot 2022). Heel veel moest en ging anders, wat we vooral merkten rond de zondagse kerkdiensten. Meer dan ooit zijn sindsdien deze vragen actueel: Wat ís kerk zijn nu? Wat is echt belangrijk? Wat is de plek van de kerkdienst in het leven van de kerk? Wat is de betekenis van een gebouw?

Over leven in de kerk

Jarenlang stond er boven mijn weblog als titel: ‘over leven in de kerk’. Want er valt veel te vertellen over het leven in de kerk. Er gebeurt van alles. Heel veel mooie dingen. Er zijn heel veel mooie mensen en mooie gebeurtenissen. Er is verbondenheid. Er stroomt genade. Mensen helpen en dienen elkaar. Je komt er Jezus tegen. De heilige Geest ritselt er. De kerk is een thuis, een gezin, met kinderen van één Vader. Leven. Ja, dat kun je vinden in de kerk. Het echte leven, zoals God het bedoeld heeft. Vol trouw en bewogenheid. Woorden die inspireren. Een warme omhelzing. Een bemoedigend woord. Een goed gesprek. Zorg voor je ziel. Verlangen. Veel verlangen. Troost. Genade. En liefde, heel veel liefde.

Overleven

Maar er is ook een andere kant. Soms vraag ik me af hoe ik de kerk overleef. Hoe kun je overleven in een kerk waar zo vaak gedoe is, waar zoveel kleinmenselijkheid is? Hoe kun je overleven in een kerk waar ruzies en conflicten zijn, waar niet het goede nieuws van het evangelie de toon zet maar het slechte nieuws van een wettische omgang met Gods woorden. Eindeloze vergaderingen die tot niets leiden. De meest uiteenlopende wensen: eraan tegemoet komen kan gewoon niet omdat ze vaak gewoon tegenover elkaar staan. En dan heb ik het nog niet over de financiën, de vacatures, de kliekvorming, de benepenheid, de tradities, de regels, de angst. Ja, best veel angst. Angst om het verkeerd te doen. Angst om een verkeerde opvatting te hebben. Angst om verkeerde keuzes te maken. Angst voor wat andere mensen vinden. Soms lijkt de kerk een huis van de angst te zijn in plaats van een huis van de liefde.

God en mensen

Maar eerlijk is eerlijk: ik geniet toch uiteindelijk vooral van het leven in de kerk. Van levendigheid en vitaliteit, van vernieuwde mensenlevens. Want in de kerk gaat het uiteindelijk om mensen. Dat is een beetje een gevaarlijke uitspraak natuurlijk. Gaat het dan niet om God? Jazéker! Maar het gaat God om mensen die léven, die nieuw gaan leven, die anders gaan leven, die door te sterven weer opstaan. Het gaat God in de kerk (en ook daarbuiten overigens) om mensen.

Het gaat dus niet om gebouwen en programma’s. Het gaat dus niet om aangepaste organisatieschema’s en nieuwe structuren. Het gaat dus niet om beleidsplannen, stroperige veranderingstrajecten en smart geformuleerde doelstellingen. Het gaat om mensen. Het gaat om mensen die elkaar ontmoeten en die in die ontmoeting iets ontvangen en ervaren van God. Ik merk bij mezelf dat daar een verlangen zit dat gevoed wordt door teleurstelling over veel gedoe dat meekomt in het traditionele kerk zijn met een focus op het gebouw, de zondagse erediensten, het invullen van de vacatures en de pogingen om iedereen tevreden te houden. Dat moet toch anders kunnen? Ik verlang naar anders kerk zijn. Waar we radicaal leren ontdekken wat het betekent dat kerk is: waar Jezus in het midden is.

Mensen bij Jezus brengen

Al een heel aantal jaren werk ik vanuit deze missie: ‘mensen bij Jezus brengen’ (ik formuleer dat ni ook wel als: mensen helpen te leren leven in de Geest van Jezus). Dat is waar ik mee bezig wil zijn. Dat klinkt eenvoudig en dat is het in wezen ook. Maar hoe snel merk ik niet dat er toch andere doelen naar voren schuiven: de boel bij elkaar houden, mensen bij een bepaalde leer brengen, goede programma’s bedenken, brandjes blussen, de bijbel van kaft tot kaft omarmen, aan verwachtingen voldoen, niet in stijd komen met kerkelijke afspraken. En dan moet ik mezelf ook regelmatig weer voorhouden waar het allemaal nogal weer om ging: mensen bij Jezus brengen. 

Begin

Al heel snel heb ik daar overigens aan toegevoegd: te beginnen bij mezelf. Want ook dat is allesbehalve vanzelfsprekend: dat ik zelf dichtbij Jezus leef. Vaak word ik beheerst door wat anderen van mij vinden of laat ik mij regeren door wat er allemaal in mijn agenda staat. Wat heb ik het dan zelf ook nodig om de weg naar Jezus weer te vinden door tot rust te komen, zijn stem te horen, stil te zijn en bevestigd te worden in mijn identiteit: ‘je bent mijn geliefde zoon, ik vind vreugde in jou.’ Het gaat dus om Jezus en om mensen: om mensen bij Jezus brengen, te beginnen bij mezelf. En dan ook dichtbij Jezus blijven en ontdekken wat hij door zijn Geest voor vernieuwende dingen in onze levens gaat doen.

Popupkerk

Anders kerk zijn, met Jezus radicaal in het midden. Daar ben ik steeds naar op zoek. In die zoektocht maakte ik via internet ook kennis met het fenomeen popupkerk. Dat is een oorspronkelijk Amsterdams initiatief (maar er zijn meer popupkerken) om kerk te zijn voor niet-kerkelijken. Deze manier van kerk zijn wordt ingevuld vanuit deze drieslag: eten, lezen, leven. Op de site van de Amsterdamse popupkerk staat deze tekst:

‘we eten, lezen en leven – omdat eten verbindt, omdat lezen ons verdiept en als het niet over ons leven gaat, gaat het nergens over. Het is een popupkerk omdat het in een niet-kerkse omgeving met niet-kerkse mensen een poging waagt om heel dat idee kerk opnieuw uit te vinden als blijvend experiment.’

Dat klinkt in elk geval als ánders kerk zijn! En het inspireerde me om na te denken over de vraag hoe het DNA van een popupkerk vertaald kan worden naar een bestaande kerk. Daarom boeide die drieslag me ook zo, omdat daarin een kern wordt aangereikt, geformuleerd in actieve werkwoorden: eten, lezen, leven. Een verdere invulling ervan luidt zo:

‘Eten: eten delen, oud als de wereld en überhip, bak een broodje of mix een sap en share. Lezen: we keren de oude teksten van de kerk binnenstebuiten op zoek naar nieuw licht. Leven: als het niet over ons leven gaat, gaat het nergens over – over ons succes en falen.’

Drieslag

Inmiddels was ik zelf ook op zoek naar een drieslag in het kader van een gemeentethema waar we in de Plantagekerk aan de slag wilden gaan rond ons verlangen naar het goede leven. Samen met twee andere gemeenteleden (tegelijk collega-theologen: Pieter Vos en Wolter Huttinga) raakte ik in een denkoefening verzeild waarin we zochten naar een manier om woord (de preek) en sacramenten (de doop en de maaltijd) als de belangrijkste praktijken van de christelijke geloofsgemeenschap als uitgangspunt te nemen.

Al pratend kwamen we vanuit die klassieke drieslag van de preek, de doop en de maaltijd ook uit bij een drieslag van werkwoorden, met daarvoor het woordje ‘samen’: ‘samen lezen, samen delen, samen eten’. Dat zijn de drie kernpraktijken van kerk zijn. in de volgende les zal ik dit uitgebreid toelichten zodat je een helderder beeld krijgt van hoe samen lezen, samen delen en samen eten er in de praktijk uitzien én hoe ze samenhangen met preek, doop en maaltijd.


Reflectievragen

  1. ‘Soms vraag ik me af hoe ik de kerk overleef’ Herken je dat? Of is dat voor jou helemaal geen thema?
  2. Jezus radicaal in het midden. Is dat ook wat jij wilt?  En wat betekent dat precies?
  3. Kijk eens naar een gemiddelde week en ontdek momenten waarop je (alleen of samen): leest, deelt of eet.

Extra materiaal

1.

Hierboven las je iets over de popupkerk. Als je het leuk vindt om daar nog wat meer over te ondekken kun je op deze site terecht:

www.popupkerk.nl

2.

Het Gemeenteproject Verlangen naar het goede leven startte in de Plantagekerk in september 2015, zeven jaar geleden alweer. Er is toen een soort van startdocument geschreven (gedateerd april 2015). Dat kun je lezen via onderstaande link:

‘Verlangen naar het goede leven. Praktijken die karakters vormen’ (pdf)