[Naar de overzichtspagina]

Vooraf

Hieronder vind je de achtste les van de cursus.

  1. Neem de les globaal een keer helemaal door zodat je ongeveer weet wat er aan de orde komt.
  2. Doe zo mogelijk direct in elk geval één onderdeel van de les.
  3. Verspreid de andere onderdelen van de les over de week die voor je ligt op momenten dat je er tijd voor hebt, of op momenten die je daarvoor apart in je agenda reserveert.

Vragen stellen

We gaan al richting het einde van de cursus. Via onderstaande button kom je bij het vragenformulier waar je vragen kunt stellen voor het laatste webinar en waar je ook kunt reageren op de vraag: Wat heb je (tot nu toe) geleerd door het volgen van deze cursus?

Kijk het vierde webinar terug

Het vierde webinar ging voor een groot deel over: polyvagaal geïnspireerde lectio divina. Dat wil zeggen: een spirituele manier van bijbellezen waarin ook inzichten uit de polyvagaaltheorie worden verwerkt.

In dit webinar ontdek je hoe lectio divina en de polyvagaaltheorie elkaar raken. Je leest Johannes 20:19-22, waar Jezus zijn leerlingen vrede toewenst en over hen blaast: “Ontvang de Heilige Geest.” Je leert de tekst niet alleen met je hoofd maar ook met je lichaam te ontvangen. Via adem, aandacht, aanwezigheid, aanraking en aarding luister je met je zenuwstelsel. De vier stappen (lezen, overwegen, bidden, verstillen) worden lichamelijke bewegingen van rust en verbinding. Je merkt hoe spanning kan zakken en hoe vrede voelbaar wordt.

In het slotdeel van het webinar worden inzichten van Stefan Paas gedeeld over de Geest als adem, wind, vuur en olie: zacht, warm, doordringend.

Vragen als de Geest van de vrede dichterbij komt

In hoofdstuk 5 van ‘De weg van vrede’ schrijft Stefan Paas over de vrede van de Geest. Op blz. 129-131 stelt hij zichzelf (en daarmee ook de lezer) een groot aantal vragen om te onderzoeken in hoeverre de Geest van de vrede werkelijk ons leven kleurt. Hij verbindt dat ook met het kruis van Jezus waar hij in hoofdstuk 4 over schreef.

Ik laat die passage met al die vragen hieronder volgen en nodig je uit om er ruim de tijd voor te nemen al die vragen te overwegen.

De drie onderdelen lopen parallel met de drie dimensies die Paas onderscheid binnen de werkelijkheid van de vrede: recht en gerechtigheid, verzoening en gemeenschap, vreugde en feestvieren.


Aan het kruis heeft Jezus de machten ontmaskerd en overwonnen. Ben ik dus vrij van hun verleidingen en bedreigingen? Ben ik voldoende kritisch op de beloften van politiek, religie en economie, op de positie van onze welvaartsstaat in de wereld? Geloof ik echt dat mijn waarde niet afhangt van mijn inkomen, mijn positie en status, mijn succes en gezondheid, mijn seksuele potentie, mijn vitaliteit? Ben ik vrij van gehechtheid aan bezit en statussymbolen? Kan ik vredestichtend reageren op kritiek, op aanvallen op mijn positie, op onrecht dat me wordt aangedaan? Ben ik zo vrij van sociale controle en zucht naar waardering dat ik mij zonder angst kan overgeven aan recht doen en verzoening – ook als mijn vrienden en partijgenoten mij daarom minachten? Ben ik vrij om mij werkelijk te laten raken door alles wat leeft, ook als dat betekent dat ik geen vlees meer moet eten of moet stoppen met vliegen?

Aan het kruis heeft Jezus het verbond met God en elkaar vernieuwd. Niets staat mij in de weg om mij te verzoenen met God en mensen. Geloof ik werkelijk dat die weg van verzoening de diepste werkelijkheid is, dat die weg toekomst heeft? Kan ik mij losmaken van vooroordelen over medemensen met een andere huidskleur, andere politieke overtuigingen, mensen met een andere (of geen) religie? Ben ik bereid mijn bezit te delen met anderen? Ben ik zelfs bereid dat te doen als er geen enkele waardering tegenover staat, als mensen zelfs niet weten dat ik het ben die ze geholpen heeft? Kan ik afstand doen van paternalistische, bevoogdende, betweterige houdingen tegenover anderen? In hoeverre wil ik diepe menselijke relaties opbouwen met mensen uit andere culturen, sociale klassen, levensovertuigingen en van hen leren? Kan ik vergeven en om vergeving vragen? Kan ik openstaan voor het eerlijke oordeel van anderen? Ben ik bereid te luisteren als anderen mij duidelijk maken dat ik hen gekwetst, misbruikt of beschadigd heb? En kan ik dan doen wat zij vragen, in plaats van ook hier mijn eigen belang te zoeken? Ben ik bereid te luisteren als anderen mij zo redelijk zijn in mijn ogen en te veel vragen? Kan ik de tweede mijl met hen gaan? Durf ik er werkelijk te zijn in relaties, mij echt te geven, zonder angst voor afwijzing?

Aan het kruis heeft Jezus ons en heel de schepping verzekerd van Gods liefde. Wordt mijn behoefte aan liefde en status verzadigd door de wetenschap dat Jezus voor me wilde sterven? Is het werkelijk tot me doorgedrongen dat Gods liefde genade is en niet iets wat ik verdien of ooit kan verdienen? Kan ik medemensen zien als kostbare wezens voor wie Jezus wilde sterven? Kan ik niet-menselijke medeschepselen werkelijk zien als wezens met een eigen bestaansrecht, met wie God een verbond heeft? Zie ik mijn leven iets veranderen als gevolg van de liefde van God? Word ik geduldiger, minder narrig, voel ik mij minder snel aangevallen, heb ik minder zelfmedelijden, ben ik vrijer om kritiek en feedback te accepteren? Laat ik zien dat mijn leven niet het leven is van een afgebeulde arbeider, maar van een kind dat speelt in de zon van Gods liefde? Wil ik tijd zoeken om bij God te zijn, om te mediteren over het kruis?”

👉 Neem de tijd om op een open en kwetsbare manier al deze vragen door je heen te laten gaan vanuit het verlangen om werkelijk eerlijk te zijn over de aanwezigheid en de afwezigheid van vrede in je leven en in je hart en gedachten.


Lees nu ook het vervolg van wat Stefan Paas schrijft:

“Op al die vragen wil ik ‘ja’ zeggen. Ik ben er diep van overtuigd dat ik alleen zo een mens van vrede kan zijn. Maar op de meeste van die vragen moet ik ‘nee’ zeggen. Of misschien ‘een beetje’, ‘af en toe’, ‘zo nu en dan’. Ben ik hier en daar gegroeid naar vrede? Ja, maar veel minder dan ik zou willen. Veel minder dan zou moeten. Om eerlijk te zijn: vaak merk ik dat ik me verzet tegen de vrede. Om het minder abstract te zeggen: vaak merk ik dat ik boos word op mensen die eindelijk de moed hebben gevonden om te zeggen wat ze echt van me denken. Vaak merk ik dat ik nog altijd bang ben om hulp te vragen aan anderen. Vaak merk ik dat ik al te snel in bevoogdende houdingen schiet als ik mensen zie die volgens mij hulp of advies nodig hebben. Ik vrees dat ik zulke mensen weinig gelegenheid geef om mij duidelijk te maken dat ik misschien wel meer deel van het probleem ben dan van de oplossing.”

Oefeningen

Ga terug naar les 5 en kies daar een of twee oefeningen uit om (nog eens) te doen.

Spirituele bypassing

Als je bezig bent met vrede en heel graag innerlijke vrede en rust wilt ervaren, kun je ook het gevaar lopen dat je niet helemaal eerlijk bent over hoe het er echt voor staat met je. Dan word je ‘overgeestelijk’ en negeer je lichamelijke of geestelijke problemen of weerstanden.

Dat heet spirituele bypassing: het overslaan van de rauwe werkelijkheid van pijn, angst, boosheid of verdriet door te vluchten in mooie gedachten of verheven idealen. Je zegt dan te vertrouwen op God en het werk van de Geest, maar eigenlijk gebruik je spiritualiteit als afscherming tegen ongemak. De woorden over vrede, rust en kalmte klinken dan wel, maar onder de oppervlakte borrelt onvrede.

Werkelijke vrede vraagt juist dat je ook daar durft te kijken waar het schuurt. Dat je spanning, schaamte of woede niet wegademt, maar ontmoet, erbij blijft. Dat je met mildheid aanwezig blijft bij wat in jou weerstand oproept. Innerlijke vrede ontstaat niet door de storm te ontkennen, maar door er met open ogen en een zacht hart in te blijven staan. Alleen dan kan de Geest van de vrede echt landen: niet als een dun laagje over de pijn, maar als diepe adem die je hele lichaam doortrekt.

De term ‘spiriuele bypassing’ werd in de jaren tachtig door John Welwoord geïntroduceerd om het verschijnsel te duiden waarin spirituele ideeën, gedragingen of praktijken worden gebruikt om te ontwijken wat nog innerlijk werk vraagt: onopgeloste emoties, psychologische wonden, onvoltooide ontwikkelings-opdrachten.Hier zijn tien vragen in de geest van John Welwood — zacht, maar niet ontwijkend. Ze zijn bedoeld om te proeven, niet te beantwoorden als toets.

Onderstaande vragen helpen je om eerlijk te kijken, met mildheid en nieuwsgierigheid.

  1. Als ik over vrede spreek, voel ik die dan ook in mijn lichaam? Of blijft het vooral een gedachte in mijn hoofd?
  2. Welke gevoelens probeer ik het vaakst te ‘vergeestelijken’ met taal of met gebed?
  3. Waar wordt stilte of gebed voor mij een rustpunt? En waar een manier om iets niet te hoeven voelen?
  4. Wanneer iemand me emotioneel raakt, wil ik het dan vooral begrijpen of durf ik het te voelen?
  5. Welke kanten van mezelf (gedachten, gevoelens, gedragingen, overtuigingen) vind ik te ‘onspiritueel’ om te laten zien aan God of aan mensen?
  6. Hoe reageer ik op verdriet of boosheid van een ander? Wil ik het snel oplossen? Of kan ik het eenvoudig verdragen en aanwezig blijven?
  7. Waar is mijn geloof een brug tussen hemel en aarde? En waar wordt het soms een ladder om van de aarde weg te klimmen?
  8. Wat gebeurt er in mijn lichaam als ik woorden hoor als kwetsbaarheid, afhankelijkheid of behoefte?

Lees de vragen langzaam.
Blijf even stil bij wat ze in je oproepen.
Het gaat niet om antwoorden maar om aanvoelen en laten landen.