Deze week is een boek verschenen over het preken: ‘Predikant in de praktijk. Voorgangers over preken en preekvoorbereiding‘. Het is een mooie bundel geworden waarin 19 predikant hun gedachten en gevoelens delen over het preken en over preekvoorbereiding.

Ik mocht er zelf ook een bijdrage aan leveren. Hieronder volgt mijn antwoord op de vraag: ‘Welke reacties ontvangt u op uw preken? Wat doet dat met u?’

‘Welke reacties ontvangt u op uw preken? Wat doet dat met u?’

“Het spookbeeld dat je als predikant na de dienst bestookt wordt met (boze) mailtjes en telefoontjes is in mijn predikantjaren nooit echt werkelijkheid geworden. Wel herinner ik me het moment van een kleine twee jaar geleden dat iemand die als gast aanwezig was me direct na de dienst, bij het geven van een hand, toevertrouwde dat ik echt een waardeloos verhaal had gehouden. Later bleek dat hij stelselmatig alle preken in ‘ons’ type kerken waardeloos vond, dus dat verzachtte de pijn weer een beetje.

In mijn eerdere predikantsjaren was ik wel heel erg gevoelig voor kritiek. In de Haarlemse tijd beleefde dat een dieptepunt toen er zelfs een gemeentevergadering werd gewijd aan de kritiek die er leefde op mijn preken (die niet heilshistorisch en exegetisch en gereformeerd genoeg waren). Ja, want kritiek was er en is er. Je krijgt ook feeling voor gemeenteleden die ontbreken als jij preekt.

Voor mij is dat ook wel echt een geestelijk leerproces geweest: dat mijn identiteit niet bepaald wordt door wat mensen van mijn preken vinden maar door hoe Jezus naar mij kijkt. En nog altijd vind ik het lastig als gemeenteleden zeer lovende verhalen vertellen over preken die ze onlangs hebben gehoord, als dan blijkt dat dat eigenlijk altijd preken van gastvoorgangers waren of preken in andere kerken. Dan gaat er van binnen even iets op slot, niet zo lang meer als vroeger (toen soms dagenlang), maar toch.

Want preken zitten wel heel dicht bij mijn hart, bij wie ik zelf ben en wat ik waardevol vind. Kritiek daarop (of gebrek aan respons) blijft toch pijnlijk.”