De vorige post eindigde ik met deze woorden: “het gesprek over het belang en de inhoud van de dienst loopt direct uit het spoor als er alleen maar prachtige theologische betogen over de wekelijks heilige ontmoeting met God en de hoogheid van de bediening van het Woord worden gehouden en er eenzijdig gefocust wordt op de rol van de predikant.”

In de bijdrage van Peter Bergwerff (hoofdredactioneel commentaar ‘Preken‘) dreigt dat te gebeuren. Eerst wordt in aansluiting bij Klaas Wierenga de gedachte dat een preek niks meer dan een toespraak is nog wat nader ingekleurd:

En dan soms nog een beroerde ook. Geformuleerd in kreupel Nederlands, voorgedragen zonder kraak of smaak, dor, doods, spitsvondig intellectualistisch, of juist bol van opgeklopte opwekkingsclichés. Wie herkent het niet?

Kwalificaties

Dergelijk kwalificaties lijken me niet echt een bijdrage te leveren aan een constructief gesprek over de prediking en ook geen recht te doen aan predikanten. Ik zou me, na het lezen van dit naar mijn smaak nogal denigrerende stukje hoofdredactioneel proza, niet erg gelukkig voelen als Bergwerff regelmatig onder mijn gehoor zou zitten.

Maar vervolgens is het toch de al dan niet hooggeachte predikant die als eerste een zware last opgelegd krijgt. Veel fiducie heeft Bergerff er blijkbaar niet in als hij vervolgens een aantal mogelijke aberraties (c.q. verleidingen) aan de zijde van de predikant benoemt:

  • ze gaan hun eigen verhaaltje vertellen omdat ze daarmee populariteit kunnen verwerven, of omdat mensen er om vragen
  • ze hebben een bril op (die afgezet moet worden)
  • ze moeten hun spitse themakeuze opbergen
  • ze lopen God met hun eigen specialiteiten voor de voeten

Oplossing

Maar Bergwerff heeft de oplossing: gewoon aanstaande zondag opnieuw beginnen met preken, te beginnen met Genesis 1 en dan 2 en dan 3 en zo door naar Openbaring 22. Ik weid nu niet uit over de onhaalbaarheid en onwenselijkheid van dit voorstel, maar constateer alleen: de last ligt aan de kant van de predikanten.

Uiteindelijk is dat een illustratie van wellicht een van de grootste problemen rond de kerkdienst: dat we serieus menen, dat als de predikanten het anders gaan doen, alles beter zal worden. Die loden last ligt op hun schouders. Is dat terecht?