Vanuit mijn persoonlijke gevoelde onvrede met een discipelschapsbenadering die misschien toch te veel gericht is op doen en actie en het veranderen van de kerk en haar structuren (zoals ik daar ook zelf de achterliggende maanden over heb geschreven op dit weblog), ben ik weer gaan lezen in boeken van Henri Nouwen. En het is nu vooral zijn boek Nederigheid en dienstbaarheid. Het neerwaartse pad van Christus  dat me helpt om een begaanbare weg te vinden.

Sterker nog: ik heb dit boek tot mijn ‘vademecum’ gemaakt voor de komende tijd. Een ‘vademecum’ – letterlijk: ‘ga met mij’ – is een boek van vaak beperkte omvang dat dient als naslagwerk voor een specifiek thema, in dit geval: het geestelijke leven. Henri Nouwen dus in dit boek als mijn geestelijk begeleider voor de komende tijd. Om steeds meer te ontdekken wat nu dat neerwaartse pad van Christus is, in tegenstelling tot het opwaartse streven dat zo kenmerkend is voor het leven in deze wereld.

Het boek gaat in wezen over discipelschap, maar dan wel vanuit de spirituele insteek die zo kenmerkend is voor Henri Nouwen. Discipelschap en dienstbaarheid worden hier zo’n beetje synoniemen.

Wanneer ons dienstbaar-zijn niet wordt gevoed door een persoonlijke ontmoeting, wordt het algauw een vermoeiende sleur en een saaie bezigheid. Anderzijds: wanneer ons geestelijk leven niet langer leidt tot actieve dienstbaarheid, verwordt het snel tot navelstaren en zelfbeschouwing, en verliest het zijn dynamiek. Ons leven in Christus en ons werken in zijn naam horen bij elkaar als de twee balken van het kruis. (blz. 15)

De volgende citaten zijn prachtige manier om discipelschap te omschrijven:

Een spiritueel leven is een bestaan dat wordt geïnspireerd door dezelfde Geest die Jezus Christus leidde. De Geest is de ademtocht van Christus in ons, de goddelijke kracht van Christus die werkzaam is in ons, de mysterieuze bron van nieuwe bezieling, die ons ervan bewustmaakt dat niet wij degenen zijn die leven. maar dat het Christus is die leeft in ons (cf. Gal 2,20). Het leiden van een geestelijk bestaan betekent dus dat we levende Christussen worden. (blz. 19)

De leerling is degene die Jezus volgt op zijn neerwaartse pad en die zo samen met Hem een nieuw leven binnentreedt. (blz. 29)

In en door de Geest van Christus worden we Christussen voor anderen, overal en altijd. (…) Discipelschap is dus het leven van de Geest in onszelf, waardoor we opgetild worden naar het goddelijke leven en nieuwe ogen krijgen om te zien, nieuwe oren om te horen en nieuwe handen om aan te raken. (…) De weg van het kruis, het neerwaarts gerichte pad van God, wordt ons eigen pad, niet omdat we proberen om Jezus na te volgen, maar omdat we door onze verwantschap met zijn Geest getransformeerd zijn in levende Christussen. Het geestelijke leven is het leven van de Geest van Christus in ons, een leven dat ons vrijmaakt om sterk te zijn ook al zijn we zwak, vrij ook als we gevangen zijn, opgewekt terwijl we lijden, rijk terwijl we ons arm weten, georiënteerd op de neerwaartse weg naar verlossing terwijl we ons bevinden in het gewoel van de opwaarts gerichte maatschappij. (blz. 37-38)

Als je nog wat meer wilt lezen, kun je terecht bij de preek die ik gisteren hield in de Plantagekerk: Het licht begint te wandelen door het huis en raakt de dingen aan. Het neerwaartse pad van Christus ontdekken.