John Mark Comers boek ‘Practicing The Way’ is in het Nederlands vertaal onder de titel ‘De Weg volgen’. In deze blog wil ik daar even bij stil staan.

Want ‘practicing’ en ‘volgen’ zijn niet hetzelfde: het zijn verschillende woorden met elk een eigen betekenis.

Een letterlijker vertaling van de titel zou zijn geweest: ‘De Weg praktiseren’ of ‘De Weg beoefenen’ (‘De Weg leren leven’ zou ook een optie zijn geweest die directer aansluit bij ‘practicing’ dan ‘volgen’).

Intentie van ‘practicing’

De oorspronkelijke intentie van de titel “Practicing The Way” lijkt mij dat er een nadruk valt op het actieve en procesmatige aspect van het volgen van Jezus. Het suggereert dat discipelschap niet alleen gaat om navolging, maar ook en heel concreet om bewuste oefening, experimenteren en een herhaaldelijke toewijding aan een bepaalde levensstijl. Het idee van ‘beoefenen’ wijst erop dat je zelf actief aan het werk bent om te leren en te groeien in het leven op de weg van Jezus.

De term de ‘weg’ verwijst ook en vooral naar de levensstijl die Jezus voorleefde en onderwees: een holistische manier van leven waarin geestelijke disciplines, relaties en missie samenkomen.

Door de term ‘volgen’ in de vertaling van de titel van het boek kan er iets van het actieve, procesmatige, oefenende karakter van het leerling van Jezus zijn naar de achtergrond te raken. (Overigens gebeurt dat in het boek zelf niet. Het gaat me nu puur om de titel.)

De Weg beoefenen

Nu staan hier niet per se heel grote dingen op het spel. We hebben meerdere woorden nodig om de werkelijkheid van het leerling van Jezus zijn aan te duiden. ‘Volgen’ legt meer de nadruk op het relationele: we volgen Jézus. ‘Volgen’ benadrukt dat Jezus voorop gaat en dat Hij de weg die we moeten gaan effent, ja zelf de Weg is.

Toch pleit ik ervoor (en dat zal ik in deze cursus ook gaan doen die in januari 2025 start) om ook de uitdrukking ‘De Weg beoefenen’ een duidelijk plek te geven in het spreken over de navolging van Jezus als zijn leerling.

Schiet veel christelijk onderwijs en veel christelijk vorming niet juist op dat punt vaak tekort. Hoe brengen we ons geloof nu in de praktijk? Dat is een veelgehoorde vraag. Maar onderwijs blijft toch wat steken in kennisoverdracht en in theorie en weet onvoldoende recht te doen aan de noodzaak en het ‘hoe’ van de concrete en praktische beoefening van de weg van Jezus.

‘De Weg beoefenen’ drukt beter dan ‘De Weg volgen’ uit dat het volgen van Jezus om dagelijkse oefening vraagt, om bewuste gewoontes in de praktijk van elke dag. Daar gaat het boek van John Mark Comer ook over. Er ligt daarbij terecht veel nadruk op de actieve en procesmatige van de weg die we gaan als we Jezus volgen en als we transformatie in ons leven met de Heer willen ervaren.

Doordenking, ervaring, beoefening

Het christendom (en daarin is ook verwantschap met bijvoorbeeld het Boeddhisme, dat in de kern het ‘beoefenen van de weg’ is, samengevat in ‘het achtvoudige pad’) is een godsdienst die om beoefening vraagt.

Het christelijke geloof vraagt niet alleen om doordenking en ervaring, maar ook, en misschien zelfs wel in de eerste plaats, om beoefening. Ik geloof dat het goed is om het Nederlandse gesprek over discipelschap en leerling van Jezus zijn te verrijken met dit woord ‘beoefening’.

Ik beoefen de Weg.

Dat is christelijk geloof.

Ik beoefen de Weg. Jij beoefent de Weg. Wij beoefenen de Weg.

De Weg beoefenen.

En de Weg, dat is Jezus.