In dit inleidende hoofdstuk wil ik je graag meenemen op een korte ontdekkingstocht. Ik hoop dat je aan het einde van het hoofdstuk wat meer inzicht hebt in wat aanbidden is en in wat de glorie van Christus inhoudt.

Aanbidding

Wat is aanbidding? Als je een antwoord zoekt op die vraag, kunnen je gedachten al snel gaan in de richting van een lofprijzende groep christenen die in een kerkgebouw of een andere grote zaal onder leiding van een aanbiddingsgroep met opgeheven handen de sterren van de hemel zingen voor hun God. Maar je kunt ook denken aan iemand die in de stilte ligt neergeknield op de grond om vol eerbied en ontzag God met woorden te loven. Of je kijkt iemand in de ogen die net heeft verteld hoe dankbaar ze is voor wat God heeft gedaan in haar leven, en je ziet haar intens stralen.

Aanbidden kan heel veel verschillende vormen aannemen. Maar ik denk dat dit de kern van aanbidding is: dat je je met heel je hart richt op de grootheid van God om die te bewonderen en te beminnen. Aanbidding komt dus van binnenuit, recht uit je ziel. Het gaat niet om bepaalde woorden of bepaalde muziek of bepaalde houdingen en gebaren. Het gaat om wat er van binnen gebeurt als je je openstelt voor Gods grootheid.

Daar moet meteen iets bij gezegd worden: aanbidding is altijd onze reactie op Gods openbaring. Aanbidding en bewondering komen niet als vanzelf vanuit ons binnenste naar buiten, maar worden geïnspireerd door hoe God zich openbaart. Aanbidding gebeurt dus altijd op basis van wat de Bijbel zegt over God en op basis van wat God over zichzelf heeft bekend gemaakt. 

Daarom spelen onze levensomstandigheden ook niet zo’n belangrijke rol als het om aanbidding gaat. Vaak denken we dat je alleen maar kunt aanbidden als het goed met je gaat, als je blij bent en dankbaar voor de zegeningen die God aan je uitdeelt: dán is er alle reden om God te aanbidden. Maar als er moeite is in je leven, een diep verdriet, een heel erg pijnlijk gemis, ja, dan is aanbidden voor jou niet weggelegd. Zo ervaar ik dat zelf ook wel. Ik heb vaak helemaal geen zin om God te aanbidden, omdat ik niet lekker in mijn vel zit, omdat ik teleurgesteld ben, omdat ik me gekwetst voel of als ik me ergens heel veel zorgen over maak. Dan staat mijn hoofd er niet naar, en mijn hart al helemaal niet.

Maar dan wil ik opnieuw leren wat ik in elk geval met mijn hoofd al wel weet: aanbidding is allereerst belangrijk gewoon omdat God het waard is! Zijn grootheid, zijn schoonheid, zijn lieflijkheid, zijn heiligheid zijn het waard om aanbeden en bewonderd te worden, altijd. Niet alleen als ik er zin in heb of als ik me dankbaar en blij voel, maar ook als ik er helemaal niet voor in de stemming ben.

Sterker nog: je zou kunnen zeggen dat aanbidding de meest veelbelovende manier is om weg te raken uit je teleurstelling en bezorgdheid. Want Gods lieflijkheid en heiligheid is altijd weer groter en overweldigender dan de ellende die mij bezig houdt of die ik in mijn binnenste voel. 

Heel mooi vind ik in dit verband dat David in Psalm 103 zichzelf aanspoort en oproept om God groot te maken. Blijkbaar gaat dat niet vanzelf. Je moet je er zelf toe zetten, je ziel aanspreken:

Prijs de HEER, mijn ziel, 
prijs, mijn hart, zijn heilige naam. 
Prijs de HEER, mijn ziel, 
vergeet niet één van zijn weldaden. 
Psalm 103:1-2

Hier zie ik voor me wat aanbidding is: dat een kind van God zichzelf aanspoort de naam van de HEER te prijzen en de weldaden van de HEER te loven, zonder er ook maar één te vergeten. 

En hier zien we dus ook al direct dat aanbidding aan de ene kant opkomt uit ons binnenste, recht uit de ziel, maar dat deze aanbidding aan de andere kant gevuld wordt met wat God zelf heeft geopenbaard: het gaat niet om mijn gevoelens maar om zijn naam en zijn daden! Aanbidding is daarom ook niet in de eerste plaats een gevoel of een ervaring. Daar kan het soms op lijken als je je beeld van aanbidding eenzijdig laat bepalen door aanbiddingsliederen zingende groepen christenen. Aanbidding is in de eerste plaats gehoorzaamheid: luisteren naar God die om zijn grootheid graag geprezen wil worden.

In een van de belijdenisgeschriften van de kerken worden hier mooie dingen over gezegd. Ik denk dan aan de uitleg die de Heidelbergse Catechismus geeft van het eerste gebod. Daar wordt iets gezegd over de positieve keerzijde van het negatief geformuleerde gebod ‘Vereer naast mij geen andere goden’ (Exodus 20:3):

De HEER gebiedt dat ik de enige ware God naar waarheid leer kennen, Hem alleen vertrouw, met alle ootmoed en geduld mij aan Hem alleen onderwerp, al het goede van Hem alleen verwacht en Hem met heel mijn hart liefheb, vrees en eer.

Dit zou je wel een beschrijving in notendop kunnen noemen van wat aanbidding is. Aanbidding heeft dus alles te maken met het allereerste gebod van de tien geboden. Het gaat om iets wat dus ook echt belangrijk is. Aanbidding is niet iets voor enthousiastelingen die op een heel bijzondere manier door de Heer zijn aangeraakt, een extraatje. Nee, aanbidding is levensnoodzaak, aanbidding is onze gehoorzaamheid aan Gods allereerste gebod: hem liefhebben, hem vrezen, hem eren door hem te leren kennen, hem alleen te vertrouwen, mij aan hem alleen te onderwerpen en al het goede alleen van hem te verwachten.

Ik zou je willen vragen om deze zinnen uit de Catechismus eens heel rustig op je in te laten werken om zo te proeven wat aanbidden is.

Er is uiteraard heel veel meer te vertellen over aanbidding. Maar voor het verder gebruiken van dit boek is het genoeg om te weten dat de kern van aanbidding is: dat je je in gehoorzaamheid van binnenuit richt op het bewonderen en beminnen van Gods grootheid.

Glorie

Tot nu toe heb ik een aantal keren de uitdrukking ‘Gods grootheid’ gebruikt. Dat is een manier om te spreken over wat in de Bijbel ook wel de glorie of de heerlijkheid van God wordt genoemd. Aanbidding heeft alles te maken met de glorie van God. In de taal van het Oude Testament (het Hebreeuws) wordt daarvoor vooral dit woord gebruikt: kabood. Letterlijk betekent dit woord: zwaar. Het gaat over iets dat gewichtig is, belangrijk en indrukwekkend. In de taal van het Nieuwe Testament (het Grieks) gaat het om het woord: doksa. Dit woord wordt ook wel vertaald met eer of lof. Het Nederlandse woord doxologie komt er vandaan: lofverheffing. 

Hoe kunnen we nu omschrijven wat glorie is? Wat bedoelen we als we zeggen dat de glorie van God al onze aanbidding waard is? We proberen een antwoord te vinden door eerst vast te stellen dat het woord kabood of doksa met onder andere de volgende zeven woorden vertaald kan worden:

  • majesteit (in Exodus 24:15-18)
  • aanwezigheid (in Exodus 29:43)
  • luister (in Deuteronomium 5:24)
  • glorie (in Psalm 57:12)
  • stralend licht (in Lucas 2:9)
  • grootheid (in Johannes 1:14)
  • nabijheid (in Romeinen 3:23).

Al deze verschillende woorden willen helpen om een beeld te krijgen van de grootheid en glorie van God. Trouwens, de schepping van God kan daar natuurlijk ook heel krachtig bij helpen. We voelen allemaal wel aan wat we bedoelen met Gods glorie als we kijken naar een zon die ondergaat, naar een machtige hoge berg met een besneeuwde top, naar een immense waterval, naar de sterrenlucht tijdens een heldere nacht. Als je dat op je in laat werken, zeg je haast als vanzelf: ‘Wat is God groot!’ Dan proef je iets van zijn glorie!

Ik wil je de volgende zeven omschrijvingen nog aanreiken om je iets te laten proeven van de glorie van God. De glorie van God is:

  • zijn heilige schoonheid
  • zijn transformerende uitstraling
  • zijn krachtige aantrekkelijkheid
  • zijn ontzagwekkende nabijheid
  • zijn genadige indrukwekkendheid
  • zijn huiveringwekkende aanwezigheid
  • zijn adembenemende grootheid.

Hierover gaat het dus als we in dit boek de weg van de aanbidding proberen te bewandelen: God van binnenuit bewonderen en eren om zijn heerlijke grootheid en zijn glorievolle nabijheid.

Christus

In dit inleidende hoofdstuk moeten we nu nog een stap zetten. Want dit boek  wordt gedragen door een overtuiging, namelijk deze: dat we Gods glorie het allermooist zien in Jezus, omdat Jezus in eigen persoon de glorie van God is! De volgende Bijbelverzen maken duidelijk dat we de glorie van God leren kennen in Christus en dat dus het aanbidden van de glorie van Christus de weg is om Gods grootheid te bewonderen en te beminnen.

De God die heeft gezegd: ‘Uit de duisternis zal licht schijnen,’ heeft in ons hart het licht doen schijnen om ons te verlichten met de kennis van zijn luister, die afstraalt van het gezicht van Jezus Christus.
2 Korintiërs 4:4

In Gods Zoon schittert Gods luister, hij is zijn evenbeeld, hij schraagt de schepping met zijn machtig woord.
Hebreeën 1:3

Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader.
Johannes 1:14

Omdat de glorie van God in Jezus Christus zichtbaar is geworden en zichtbaar is gebleven, geloof ik dat onze aanbidding zich op hem mag concentreren. Daarom staat in dit boek de glorie van Christus centraal. In Jezus Christus, die ons kent en liefheeft, en die wij mogen kennen en liefhebben – in Christus gaan de meest uiteenlopende volmaakte voortreffelijkheden samen. Dat is zijn glorie. En ik zou die glorie zo willen omschrijven: het is de volheid van zijn voortreffelijke en veelkleurige volmaaktheden waarin wij ons vol vrees verheugen!

Dat is een hele mondvol, en tegelijk is het maar een heel bescheiden poging om in woorden iets tot uitdrukking te brengen van de onuitsprekelijke grootheid van de Zoon van God en van onze roeping om die grootheid te bewonderen en te beminnen.

Veertig

De teksten die ik in wat nu volgt voor veertig dagen heb geschreven, vormen samen een bescheiden handreiking om Jezus te leren aanbidden en zijn glorie te leren prijzen. Ik hoop dat je begrijpt dat het echt maar een bescheiden handreiking is: er is nog zoveel meer te weten van en te vertellen over en te ervaren met Jezus Christus dan hier onder woorden gebracht kan worden.

Ik heb ervoor gekozen om telkens tien dagen te schrijven over achtereenvolgens namen van Jezus, deugden van Jezus, daden van Jezus en woorden van Jezus (deze vier verschillende invalshoeken zal ik aan het begin van elk nieuwe deel kort toelichten). Zo hoop ik dat er een evenwichtig en inspirerend beeld mag ontstaan van de persoon en het werk van Jezus, zodat we in staat zijn om hem te aanbidden op basis van Gods openbaring. Bijbelteksten zullen daarom op elke volgende bladzijde een belangrijke rol spelen!