Introductie Deel 1
Namen van Jezus
De naam is in de Bijbel een heel belangrijk gegeven. Namen hebben er heel vaak een diepe betekenis. In onze cultuur van vandaag is dat wat minder: we geven onze kinderen vaak namen die we gewoon mooi vinden klinken of die positieve gedachten en gevoelens bij ons oproepen, zonder dat we veelwaarde hechten aan een diepere betekenis.
Tegelijk voelen we ook nu nog wel aan hoe belangrijk een naam is. Het is vervelend als iemand je naam verkeerd spelt. Het is ook niet prettig als iemand je naam vergeten is: dat voelt aan alsof die ander jou vergeten is. Onze naam is heel nauw verbonden met onze identiteit.
Als het gaat over Gods naam geldt dat in een nog veel sterkere mate. De Bijbel kan zonder meer spreken over ‘de naam’ en daarmee de HEER zelf bedoelen. In het Oude Testament is vooral de naam JAHWEH veelbetekenend, vertaald met ‘HEER’. Dit is de naam waarmee God zich bekend maakt:
Ik ben die ik zijn zal. IK ZAL ER ZIJN.
Exodus 3:14
Deze ene naam krijgt op talloze manieren een verdere invulling, doordat er voor God in de Bijbel vele namen en beelden worden gebruikt: heer van de legermachten, rots, koning, vader, schuilplaats, de eeuwige, de rechtvaardige, de almachtige enzovoort.
Het is deze God die aan zijn zoon de naam geeft die elke naam te boven gaat:
Daarom heeft God hem hoog verheven en hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat, opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde, en elke tong zal belijden: ‘Jezus Christus is Heer,’ tot eer van God, de Vader.
Filippenzen 2:9-11
Hier leren we hoe kostbaar de naam van Gods Zoon in Gods eigen ogen is: Jezus! De naam is door God zelf zorgvuldig uitgezocht. Een engel uit de hemel openbaart het aan Jozef in een droom:
Geef hem de naam Jezus, want hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden.
Matteüs 1:21
Ook deze ene naam breekt uiteen in vele namen. Tien dagen lang proeven we tien van die namen om ons te oefenen in het aanbidden van Jezus in zijn vele namen.