Omdat het de afgelopen dagen ging over God de Vader en over zijn Christus, ging het over grote en buitengewone dingen. En nu we ons negen dagen lang op Jezus de Christus zelf gaan concentreren, moet het allereerst gaan over kleine en heel gewone dingen.

Want hij kwam bij ons heel gewoon. Dat komt misschien wel nergens beter tot uitdrukking dan in zijn geboortegeschiedenis. Want het kerstevangelie is zo buitengewoon gewoon. Lees maar: ‘Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het nachtverblijf van de stad’ (Lucas 2:6-7). Dit is zó gewoon, zó sober, zó eenvoudig. Er wordt een baby geboren. In een stal. Het is de eerste, de moeder is nog onervaren (en ook erg jong). Om allerlei redenen waren zij en haar man niet thuis maar ergens in een stal, omdat er verder geen plaats was. Er is een voederbak voor dieren, die als wieg moet dienen. Het kindje wordt zoals gebruikelijk in die tijd in doeken gewikkeld (wij zouden zeggen: het krijgt een luier om, een rompertje aan en het klaargelegde stelletje kleertjes, en een mutsje).

Zo gewoon komt God de wereld binnen. Eeuwen geleden al was zijn komst aangekondigd. Reikhalzend had Gods volk uitgekeken naar de komende messias, de verlosser, de koning. En hier is hij dan: een kind in een voederbak. Want hij kwam bij ons heel gewoon.

Laat dat eens even op je inwerken. Je hebt de grote woorden van de afgelopen dagen hopelijk nog in je hoofd en in je hart (heerlijkheid, glorie, Ik ben, licht, afstraling), en nu moet je dat leren combineren met een in een doek gewikkelde baby. Ik denk niet dat we dat zelf zouden hebben bedacht. Dit is zo bijzonder onverwacht, zo tegendraads, zo ongelooflijk niet-goddelijk. En toch is dit de waarheid die leven geeft: God werd mens.

Zelf vind ik het altijd mooi om Lucas 2:6-7 te combineren met deze woorden: ‘Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader’ (Johannes 1:14). Dan zie je zo scherp het contrast tussen de haast journalistieke Lucas die gewoon weergeeft wat er te zien was, en de meditatieve Johannes die diepe gedachten denkt over wat gewoon een wonder is.

Lucas zegt: er wordt een baby geboren en het is een jongetje! En Johannes zegt: het Woord is mens geworden. Dat kind in de kribbe is niemand minder dan Gods eigen Woord: God spreekt zich uit in zijn Zoon. En dat diepe Woord komt diep binnen in de aardse werkelijkheid, want het wordt vlees: kwetsbaar, broos, vergankelijk.

Lucas zegt (hij had het in elk geval kunnen zeggen): hij lijkt op zijn aardse moeder, deze eerstgeborene in het jonge gezin van Maria en Jozef. En Johannes zegt: hij lijkt op zijn hemelse Vader, deze eniggeboren Zoon van God. Want Jezus is in al zijn aardse gewoonheid echt de enige echte, de absoluut unieke en eeuwenlang verwachte verlosser van Gods volk.

Lucas zegt: er was geen plaats meer in het nachtverblijf. En Johannes zegt: het Woord heeft onder ons een tent opgeslagen (want dat betekent letterlijk het woord wonen dat hier gebruikt wordt: tabernakelen). Voor de pasgeboren baby was geen fatsoenlijke plek beschikbaar, maar toch kwam hij ‘tabernakelen’ onder de mensen. En uiteindelijk bleek er toch nog plek te zijn: één vierkante meter, precies genoeg voor een kruis…

En waar Lucas spreekt over heel gewone dingen, spreekt Johannes over verheven zaken als grootheid, genade en waarheid. In Jezus komt het heel gewone samen met het heel buitengewone. Om het kind in de voederbak, een kind zoals jij en ik eens waren, straalt intens het licht van Gods genade.

‘Hij kwam bij ons heel gewoon.’ Er is een lied met die titel. En er is ook een lied met deze titel: ‘Jezus, Gods heerlijkheid verschijnt’. Soms vinden we het moeilijk om die twee werkelijkheden bij elkaar te houden. Dan maken we een keuze. Jezus wordt dan óf vooral een heel gewoon mens, zoals jij en ik, en wat we over hem zeggen wordt zo alledaags dat het bijna banaal wordt, óf hij wordt iemand aan wie bijna niets menselijks meer te ontdekken valt, zó heilig, zó goddelijk, zó verheven. Maar wat God heeft samengevoegd mag een mens niet scheiden.

Dus hier blijft het bij. Hij kwam bij ons heel gewoon, want Jezus timmerde in Nazareth. En juist in hem verscheen Gods heerlijkheid, want Jezus was zo vol van genade en waarheid.

Om te doen

Vier vandaag een beetje kerst (ook al zijn we nu op weg naar Pasen, maar doe het toch maar): prijs God dat hij in Jezus mens werd, gewoon een wonder!

Om te leren

Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader.

Johannes 1:14

Om te bidden

Heer Jezus Christus, u die mens werd, een gewone baby zoals we allemaal eens waren, dank u dat u zo intens het leven met ons meegeleefd hebt. Het was u niet te min om een menselijke gestalte aan te nemen terwijl u toch al van eeuwigheid God was bij de Vader. Duizend, duizendmaal dank voor uw gewoonheid die zo vol heerlijkheid was. Dank u dat u speelde, lachte, leerde praten, leerde lopen, timmerde en vrienden maakte. Dank u dat u het mensenleven kent, door en door, en dat u dus mijn leven ook kent. Amen.