Jezus spreekt woorden van leven. Voor mijzelf zijn in de afgelopen jaren vooral de woorden die we in Johannes 15 vinden erg belangrijk geworden. Vandaag wil ik daarover graag iets met je delen. Neem even de tijd om eerst Johannes 15:1-11 te lezen.

Ik stel me zo voor dat Jezus op dat moment samen met zijn leerlingen aan het wandelen is. Ze komen langs een wijngaard. En omdat Jezus ervan houdt voorbeelden en beelden te gebruiken als hij onderwijs geeft, zegt hij: ‘Zien jullie die wijnstok daar? Ik ben de wáre wijnstok!’

En dan moet je bedenken dat dat in de oren van de Israëlieten geklonken heeft als een werkelijk ongehoorde uitspraak. Een uitspraak die elke rechtgeaarde Israëliet wel een steek in het hart moest zijn. Want in het Oude Testament waren de wijnstok en de wijngaard beelden van het volk Israël. Bijvoorbeeld in de Psalmen: ‘U hebt een wijnstok uitgegraven in Egypte, en volken verdreven om hem te planten’ (Psalm 80:9). Dat gaat over het vólk Israël. En zo vinden we in de profetieën van Jesaja een lied over de wijngaard: ‘Voor mijn geliefde wil ik zingen het lied van mijn lief en zijn wijngaard’ (Jesaja 5:1). En even verderop staat dan ‘Israël is de wijngaard van de HEER van de hemelse machten, de uitgelezen aanplant zijn de inwoners van Juda’ (Jesaja 5:7).

En wat doet Jezus nu? Hij verlegt als het ware het zwaartepunt van heel de Bijbel. Hij zegt, en het is ongehoord in de oren van de Israëlieten: ‘Ik ben de wáre wijnstok.’ Het gaat nu dus niet langer om een volk en om de vraag of je bij dat volk hoort. Het is niet meer belangrijk of je een afstammeling van Abraham bent. Er is vanaf nu één ding het allerbelangrijkste: de verbondenheid met een persoon: Jezus Christus. Hij is de ware wijnstok. Dat is dus een hele aardverschuiving zou je kunnen zeggen, een radicale en exclusieve uitspraak van Gods Zoon op aarde.

Dat is het eerste wat ik vandaag aan je duidelijk wil maken. Het tweede is dit: dat ons leven volkomen afhangt van de vraag of we ranken zijn die zijn verbonden met de wijnstok. Het mooie van zo’n beeld is weer dat je het voor je ziet. Misschien heb je in de tuin wel een druif staan, of ben je in een warm land wel eens door een wijngaard gelopen. Dat stuk natuur is een beeld van onze verbondenheid als volgelingen met onze Heer Jezus Christus. Het gaat dan ook om een natuurlijke verbondenheid, niet om een verbinding in een meer technische sfeer. Een pen-gat-verbinding bijvoorbeeld, of een houtje-touwtje-verbinding, of een soldeerverbinding. Dan kijk je als het ware naar de plek waar die verbinding zit. En dat is natuurlijk prima, maar als we het even bij een houtverbinding houden: het ene stuk hout wordt er niet anders van wanneer het verbonden wordt met een ander stuk hout.

In het beeld van de wijnstok en de ranken is dat dus totaal anders. We moeten niet allereerst naar de verbinding zelf kijken, maar naar de verbondenheid die van binnen zit. Als je een wijnstok hebt, dan stromen daar in die wijnstok, in de stam, levenssappen die onmisbaar zijn voor de groei. En precies datzelfde levenssap stroomt ook in de ranken. Tenminste, áls die ranken echt goed vastzitten aan de wijnstok. Maar dat is niet altijd het geval. Dan is er iets mis waardoor er geen vrucht komt. Een vruchteloze rank ben je dan. Misschien was het wel een rank die bijvoorbeeld met een paar touwtjes was vastgebonden. Het leek heel stevig, maar van binnen was er dus geen verbondenheid. Het sap kon niet doorstromen. Zo’n rank wordt weggehaald en verbrand.

Als we Jezus vandaag horen zeggen dat hij, en hij alleen de ware wijnstok is, dan moet het dus tot ons doordringen dat er nergens anders leven te vinden is. Alleen in de verbondenheid met Christus zal ons leven opbloeien en zullen we geestelijk groeien. Op geen enkele andere manier is dat mogelijk.

Dat is denk ik ook de reden dat we Jezus in Johannes 15:1-8 steeds maar weer horen spreken over het in hem blíjven: ‘Blijf in mij, dan blijf ik in jullie. Een rank die niet aan de wijnstok blijft, kan uit zichzelf geen vrucht dragen. Zo kunnen jullie geen vrucht dragen als jullie niet in mij blijven’ (Johannes 15:4). Het is niet genoeg om te weten dat Jezus de wijnstok is. Het is zelfs niet genoeg om te weten dat Jezus de wáre wijnstok is. Het gaat erom dat we in hem blíjven.

Ken jij de wijnstok?

Ben jij een rank? 

Zo een die in hem is én blijft?

Om te doen

Bestudeer eens van dichtbij hoe een rank van een druif is verbonden aan de stam. Of zoek een andere plant uit waaraan je hetzelfde principe kunt afzien. Breek voor de aardigheid eens een rank van een wijnstok of een tak van een ander soort plant af, en kijk wat ermee gebeurt.

Om te leren

Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Als iemand in mij blijft en ik in hem, zal hij veel vrucht dragen. Maar zonder mij kun je niets doen.

Johannes 15:5

Om te bidden

Jezus Christus, u bent de ware wijnstok. Alleen in verbondenheid met u is er eeuwig leven, leven dat vrucht draagt, veel vrucht. Ik wil u vragen om mij door uw Geest gehoorzaam te maken aan uw gebod om in u te blijven. Ik belijd met schaamte dat ik vaak los raak van u om even voor mezelf te kunnen leven. Laat me dat steeds opnieuw zien, en herstel de verbondenheid door de genade van uw Geest. Amen.