Dag 28 De gaven van de Geest van Christus
Er is vandaag de dag veel belangstelling voor de gaven van de Geest. En dat is helemaal terecht, want het is bijbels: God geeft gaven aan zijn gemeente, zodat de gemeente kan worden opgebouwd. En het veronachtzamen van die gaven zou betekenen dat we hulpbronnen die God zelf heeft gegeven voor de groei van het lichaam van Christus weigeren te gebruiken.
Toch roept de bijzondere aandacht voor de Geestesgaven ook veel discussie op. Zolang het gaat over de gaven van bijvoorbeeld het dienen, het geloof, het geven en het leiding geven, is er nog weinig aan de hand: van die gaven ziet iedereen hoe onmisbaar ze zijn voor de kerk van Jezus. Maar als het gaat over bijvoorbeeld spreken in klanktaal, genezing en profetieën (als woorden die rechtstreeks van de Geest ontvangen worden), gaat het mis. Dan staan christenen al snel tegen over elkaar.
Aan de ene kant zijn er christenen die niet genoeg kunnen krijgen van alle bijzondere en krachtige dingen die de Geest in hun leven en in de gemeente wil doen. Ze zijn enthousiast, gedreven en vol van de heilige Geest. Hun leven wordt gekleurd door grote verwachtingen van wat Jezus als overwinnaar allemaal wil doen.
Aan de andere kant zijn er christenen die zeggen: ‘Zulke bijzondere gaven waren alleen bestemd voor de eerste christelijke gemeenten. Nu zijn ze niet meer nodig: wij hebben de Bijbel. Gods Woord is ruim voldoende, meer dan genoeg zelfs. En bovendien: aandacht voor bijzondere zaken als genezingswonderen en spreken in klanktaal leidt heel gemakkelijk tot een ongezonde aandacht voor de mensen die die gaven hebben, en het doet zomaar vergeten dat de hemel nog niet op aarde is. We moeten toch vooral, als zwakke en zondige mensen, leren leven van genade. ’
Zonder nu een uitspraak te willen doen over het blijvende of voorbijgaande van sommige gaven die er in de eerste christelijke gemeente zeker waren, wil ik nu op drie dingen wijzen.
In de eerste plaats: er bestaat het reële gevaar dat de gaven worden losgemaakt van de gever. Dat gebeurde in de gemeente van Korinte ook heel concreet rond het spreken in klanktaal. Daar liepen mensen rond die zeiden: ‘Kijk mee eens, ik spreek in klanktaal, ik ben me d’r eentje, moet je mij horen!’ Dat gaat echt in tegen de Geest van God. Want de Geest wil de gaven geven, niet zodat wij ons er zelf mee kunnen verheerlijken, maar om er Christus mee te verheerlijken, tot opbouw van de gemeente.
In de tweede plaats: er bestaat het reële gevaar dat de Geest wordt losgemaakt van Christus. Dan wordt Christus vooral gezien als degene die voor ons aan het kruis is gestorven voor onze zonden (genade), en dan wordt de Geest degene die grote en vernieuwende en blijde dingen in ons leven doet (kracht). Maar zo’n onderscheid is onbijbels. Want de Geest is nooit los van Christus. Hij is de Geest van Christus!
In de derde plaats: er bestaat het reële gevaar dat we Christus niet in zijn volheid kennen. Veel gelovigen leven met een Christus die alleen maar de gekruisigde is: hij stierf voor onze zonden en kent ons in onze diepe zwakheid. Maar ze vertrouwen niet op zijn opstandingskracht en zijn heerlijkheid. En als het dan gaat over de gaven van de Geest, dan zeggen ze al snel: ‘Pas op met die gaven, want voor je het weet, denk je dat het hier op aarde al een en al kracht en vernieuwing en overwinning is. En dan vergeet je dat we leven in het tijdperk van het ‘nog niet’, een tijdperk dat getekend wordt door gebrokenheid en zwakheid en zonde. We moeten leven van de genade van het kruis.’
Ik geloof dat we vooral dit moeten leren: als de Geest de Geest van Christus is (en dat is hij), dan zal het werk van de Geest ook de gestalte van Christus aannemen. En we hebben Christus leren kennen in zijn glorie: leeuw en lam tegelijk. Niet het een los van het ander. En dat betekent weer dat het werk van de Geest, die de Geest is van de verheerlijkte Christus, zowel leeuw-achtige als lam-achtige trekken zal vertonen! Wie niet meer wil weten van zwakheid en zonde, kent Christus niet als het lam. Wie niet wil weten van grote krachten en bijzondere gaven, kent Christus niet als de leeuw.
En het is voor ons maar moeilijk te doorgronden goddelijke wijsheid dat hier geen eenzijdige keuze kan worden gemaakt. Dat zou wel veel helderder zijn en gemakkelijker. Maar we zouden er de volheid van Christus mee verliezen. Hij is zó krachtig en zó genadig! En zijn kracht is genadig en zijn genade is krachtig. Zo hebben de gaven van de Geest van Christus uiteindelijk allemaal dit ene doel: de verheerlijking van Jezus, lam en leeuw van God (Openbaring 5:5-6), kracht van God en wijsheid van God (1 Korintiërs 1:24)!
Om te doen
Denk vandaag eens na over de gaven die jij van de Geest ontvangen hebt: hoe zet je die in voor de gemeente zodat Christus ermee verheerlijkt wordt? Oefen je vandaag ook concreet in het gebruiken van je gaven.
Om te leren
Er zijn verschillende gaven, maar er is één Geest; er zijn verschillende dienende taken, maar er is één Heer; er zijn verschillende uitingen van bijzondere kracht, maar het is één God die ze allemaal en bij iedereen teweegbrengt.
1 Korintiërs 12:4-6
Om te bidden
Geest van Jezus Christus, u die Gods gemeente op aarde bezielt en begenadigd, leer mij om samen met mijn broers en zussen oog te hebben voor uw bedoeling met de gaven die u zo overvloedig uitdeelt. Help mij en anderen om onze gaven als blijken van genade te ontvangen en tot uw eer te gebruiken. Leer ons het genadige karakter van uw kracht en het krachtige karakter van uw genade te ontdekken en te vieren. Amen.