Dag 5 Tot eer van God de Vader
Er is een Bijbelwoord dat voor mij de basis vormt van mijn werk als predikant. Een soort kristallisatiekern, een focus: hier wil ik altijd weer beginnen en hier wil ik altijd weer uitkomen. Het is dit woord: ‘Daarom heeft God hem hoog verheven en hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat, opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde, en elke tong zal belijden: ‘Jezus Christus is Heer,’ tot eer van God, de Vader’ (Filippenzen 2:9-11).
Het bijzondere vind ik hier, dat God alle eer aan zijn Zoon Jezus geeft: hij wordt door hem verhoogd, hij ontvangt van hem de naam die elke naam te boven gaat, hij wil dat iedereen in de naam van Jezus knielt en dat iedereen die naam belijdt. Jezus Christus is Heer! Maar juist daarin wordt de Vader verheerlijkt.
Mensen vragen wel eens: als je zoveel aandacht vraagt voor Christus, de Zoon, gaat dat dan niet ten koste van de Vader? Dan denk ik altijd aan de schaatskampioenschappen die ik eens op de televisie zag. Ik weet geen naam meer (want eigenlijk interesseert de schaatssport me helemaal niet), maar wat ik wel onthield is dat de vader van de schaatskampioen ook op het ijs was. En alle aandacht ging natuurlijk uit naar zijn zoon: die was immers kampioen geworden. Wat juichten de mensen op de tribune geweldig hard voor hem! En wat denk je: liep de vader daar op het ijs wat te mokken omdat hij geen aandacht kreeg? Natuurlijk niet: hij straalde als geen ander, want hij was onvoorstelbaar trots op zijn zoon. En er was geen haar op zijn hoofd die eraan dacht: ze mogen mij ook wel een beetje aandacht geven. Want de eer die zijn zoon te beurt viel, was ook eer voor hem.
Nou, zo stel ik me dat ook voor bij God de Vader en zijn Zoon. De Vader vindt het heerlijk als zijn Zoon alle eer en heerlijkheid ontvangt. Want daarin wordt Hij zelf ook geëerd. Ik denk dat dat ook de betekenis is van deze uitspraak van Jezus: ‘Wie de Zoon niet eert, eert ook de Vader niet die hem gezonden heeft.’ (Johannes 5:23).
En tegelijk: de Zoon wil op zijn beurt weer niets liever dan zijn Vader verheerlijken. Dat zie je voortdurend terug in vooral het evangelie van Johannes. Steeds weer wijst Jezus erop dat hij door de Vader gezonden is, en dat hij alleen kan doen wat de Vader hem zegt. Ook maakt hij duidelijk: ‘Wanneer ik mezelf zou eren, zou mijn eer niets betekenen, maar het is de Vader die mij eert, de Vader van wie u zegt dat hij onze God is’ (Johannes 8:54). En: ‘Wie mij dient moet mij volgen: waar ik ben zal ook mijn dienaar zijn, en wie mij dient zal door de Vader geëerd worden.’ (Johannes 12:26). Zo richt de Zoon de ogen van ons hart voortdurend op zijn Vader. Want Hij heeft zijn Vader lief met een eindeloze liefde zoals de Vader zich in zijn Zoon verheugt met een eindeloze vreugde.
En als Jezus, vlak voordat hij de weg naar het kruis opgaat, in gebed is, vat hij zijn voltooide missie op aarde zo samen: ‘Ik heb op aarde uw grootheid getoond door het werk te volbrengen dat u mij opgedragen hebt’ (Johannes 17:4). En: ‘Ik heb aan de mensen die u mij uit de wereld gegeven hebt uw naam bekendgemaakt’ (Johannes 17:6). Als je Jezus wilt leren kennen, zul je dus ook dit moeten ontdekken: dat hij op aarde was zodat wij zijn Vader zouden leren kennen in zijn grootheid.
Jezus wil dat wij goede werken doen om zijn Vader te eren: ‘Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel’ (Matteüs 5:16). Jezus wil dat we veel vrucht dragen om zijn Vader te eren: ‘De grootheid van mijn Vader zal zichtbaar worden wanneer jullie veel vrucht dragen en mijn leerlingen zijn’ (Johannes 15:8). Jezus maakt de naam van zijn Vader bekend en hij blijft dat doen zodat de liefde van de Vader in ons is: ‘Ik heb hun uw naam bekendgemaakt en dat zal ik blijven doen, zodat de liefde waarmee u mij liefhad in hen zal zijn en ik in hen’ (Johannes 17:26).
Zo wordt duidelijk dat Jezus zich volledig richt op de Vader. Het gaat hem om zijn eer, om zijn grootheid, om zijn wonderbare naam. Maar tegelijk kunnen we die eer voor de Vader niet anders vorm geven dan door ons te richten op de Zoon. Want de Zoon maakt ons vertrouwd met de Vadernaam en de Vaderliefde die in ons woont, heeft de gestalte van Christus.
Als ik daar lang over nadenk, begrijp ik er steeds minder van. Gaat het nu om de Vader of gaat het nu om de Zoon? Misschien is dat ook wel helemaal geen goede vraag. Want het gaat om een geheim: de onverbrekelijke eenheid van een Vader met zijn Zoon, een Zoon met zijn Vader. Als ik de één eer, komt de ander nooit tekort.
Om te doen
Eer de Vader van de Zoon door voor jezelf eens te bedenken wat kenmerkend is voor goede vaders en te benoemen wat de Vader betekent voor zijn Zoon Jezus.
Om te leren
God heeft hem hoog verheven en hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat, opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde, en elke tong zal belijden: ‘Jezus Christus is Heer,’ tot eer van God, de Vader.
Filippenzen 2:9-11
Om te bidden
Vader in de hemel, in de naam van uw Zoon wil ik u eren en loven. Wat bent u groot en machtig en liefdevol. Wat is het geweldig dat u uw Zoon hebt gegeven voor mij, en dat Jezus zo vol lof is over u. Dank u voor wie u bent als Vader: voor uw zorgzaamheid, uw liefde, uw trouw, uw geduld. Dank u dat ik door het kruis van Christus uw kind mag zijn! Amen.