De Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen.

Matteüs 20:28

Ik moet er eigenlijk nog steeds aan wennen: dat het er niet allereerst om gaat dat ik Jezus dien, maar dat Jezus mij dient. Dat lijkt een beetje de omgekeerde wereld. Want de dienaar is toch de mindere? En daarom ben ik toch vooral geroepen om samen met al Gods kinderen de Heer te dienen?

Toch gaat het allereerst hier om: dat de Heer mij dient, dat Jezus gekomen is om een dienaar te zijn. Dat hij Mensenzoon heet, heeft daar alles mee te maken. Gods Zoon is op aarde gekomen en is daar mens geworden. Hij is het leven van ons mensen komen delen om het uiteindelijk te redden. Want zijn dienstbaarheid ging tot het uiterste: hij heeft zijn leven gegeven als losgeld voor velen.

Steeds is het Jezus zelf die in de evangeliën deze naam in de mond neemt. Daarmee wordt telkens weer duidelijk hoezeer hij mens onder de mensen is: ‘Ik ben de afstammeling van een mens!’ Zo kwam hij bij ons, heel gewoon, om te dienen, om voeten te wassen, om mensen weer op weg te helpen.

Maar juist als Mensenzoon is Jezus ook tot bovenmenselijke, ja goddelijke dingen in staat. Luister naar wat hij zelf zegt:

Ik zal u laten zien dat de Mensenzoon volmacht heeft om op aarde zonden te vergeven.
Matteüs 9:6

Want de Mensenzoon is heer en meester over de sabbat.
Matteüs 12:8

Ik verzeker jullie: wanneer de tijd aanbreekt dat alles vernieuwd wordt, wanneer de Mensenzoon in zijn majesteit zal zetelen op zijn troon, zullen ook jullie die mij gevolgd zijn plaatsnemen op de twaalf tronen en rechtspreken over de twaalf stammen van Israël.
Matteüs 19:28

Wanneer de Mensenzoon komt, omstraald door luister en in gezelschap van alle engelen, zal hij plaatsnemen op zijn glorierijke troon.
Matteüs 25:31

Jezus is de Mensenzoon. Echt helemaal mens. Hij kwam bij ons wonen om ons leven te delen en om ons te dienen met zijn leven. Zo wil ik hem aanbidden.

Gebed

Jezus, u bent de Mensenzoon: mens op aarde geworden terwijl u in de hemel zoveel goddelijke glorie had. Ik aanbid u omdat u als mens bent gekomen om mij te dienen, om voor mij liefdevol uw leven te geven. Ik prijs u omdat u als Mensenzoon de macht hebt om te vergeven en om te oordelen. Ik zie uit naar uw terugkomst op de wolken. Ik zie al iets van uw machtige luister! Amen.