In het verslag dat vandaag in het Nederlands Dagblad staat van de wandeltocht van afgelopen woensdag, kwam ook de ouderling even langs die op een klassiek huisbezoek de Bijbel open doet. En opeens blijkt het gesprek dat al op gang was gekomen met de gemeenteleden waar hij op bezoek was te stokken. In het verslag in het ND staat het zo:
Er volgt een niet weer te geven discussie over taal, staan op de schouders van het voorgeslacht en Bijbelse kaders. Dan slaat Douma zijn bijbel open en leest als ‘luisteroefening’ Psalm 63.
Voor Sas maken de woorden iets kapot. ,,Voor je ging lezen voelde ik een verbinding tussen ons, zoals we hier lopen. Nu ben ik die verbinding kwijt.’’ Misschien komt dat omdat het Woord als ,,een tegenover binnenkomt’’, reageert Douma. ,,Denk aan een klassiek huisbezoek waar de ouderling opeens de Bijbel opent. Het gesprek is meteen weg.’’
Ik bracht zelf die ouderling in. Veel ouderlingen en gemeenteleden kennen deze ervaring: dat er al best een goed gesprek op gang gekomen is, maar dat op een gegeven moment – omdat de ouderling zich dat nu eenmaal heeft voorgenomen heeft – de bijbel open moet. Het zorgt dikwijls voor een kink in het gesprek. Nu denk ik dat er hier in de eerste plaats communicatief iets mis gaat. Heel veel ouderlingen (en andere bezoekers) weten dat ook wel en hebben allang andere manieren gekozen om de bijbel op een veel natuurlijker manier in het gesprek in te brengen.
Maar ik reageerde tijdens de wandeling dus op John Sas die zei: ‘Voor je ging lezen voelde ik een verbinding tussen ons, zoals we hier lopen. Nu ben ik die verbinding kwijt.’ Ik snapte dat heel goed, herkende wat er gebeurde en illustreerde dat dus met het voorbeeld van de ouderling. Maar ik voegde dus ook iets toe, omdat de verbroken verbinding niet alleen communicatief maar ook theologisch te duiden is: zodra de bijbel open gaat klinkt er een Tegenstem, is er de Tegenspraak, is er een Tegenover, word je gedwongen opeens vanuit een heel ander perspectief te gaan kijken, een perspectief dat niet zonder meer aansluit bij het perspectief van waaruit het gesprek tot dan toe werd gevoerd.
Dat kan ook in die huisbezoeken aan de hand zijn (geweest): het gesprek loopt best lekker zolang het over de alledaagse dingen gaat, en als Gods woorden dan open gaan wordt dat ervaren als een inbreuk. (Tussen haken: uiteraard weet ik ook dat dat gesprek dat op gang is gekomen aan het begin van het huisbezoek soms ook al een heel geestelijk karakter heeft; dán is het communicatief erg onhandig om te zeggen: ‘laten we dan nu beginnen met het huisbezoek en samen bidden en de bijbel open doen’.)
Overigens beleefden andere tochtgenoten het heel anders dan John Sas. Hoe dan ook, de centrale gedachte die ik wilde communiceren met het meenemen en openen van het zakbijbeltje was deze: ik geloof dat het heel belangrijk is om in ons zoeken naar God niet te vergeten dat Gods stem klinkt als de heilige schriften open gaan en ik geloof dat die woorden ook een tegenstem moeten zijn die voorkomt dat we al te zeer alleen met onze eigen gedachten en ideeën bezig zijn.
25/06/2010 op 18:35
Dag Jos,
Leuk om je stukjes te lezen over de Tochtgenoten van afgelopen woensdag. Ik vind het knap dat je dagelijks een dergelijke blog kan schrijven. In je blog van vandaag is er iets dat “in mij blijft haken”. Je schrijft: “Overigens beleefden andere tochtgenoten het heel anders dan John Sas”. Op mij heeft dat een effect van exclusie. Alsof je schrijft: de anderen waren het met mij eens. Ik ben heel benieuwd naar wat jou dreef om deze regel te schrijven. Eén (en misschien wele meerderen, ik heb hen er niets over horen zeggen) van onze tochtgenoten, Chris, beleefde namelijk wel “iets” van hetgeen ik verwoordde. Voor mij voelt het dat dit is waar het over gaat. Ook mijn opmerking van die morgen: inclusie en exclusie.
Met groet, John Sas
25/06/2010 op 19:24
Beste John,
Dank voor je reactie! Goed dat je aangeeft dat wat ik schrijf op jou het effect van exclusie heeft. Dat is niet wat ik bedoelde. Ik schreef de zin (waarin het woordje ‘de’ bewust heb weggelaten: er staat ‘andere tochtgenoten’ en niet ‘de andere tochtgenoten’) om er recht aan te doen dat jouw reactie niet de enige was (die indruk kan het ND-verslag wel wekken).
Van één tochtgenoot weet ik dat hij de schriftlezing in elk geval niet als inbreuk ervoer op wat er gebeurde of daardoor voelde dat de verbinding verdween. Maar het gaat me er hier helemaal niet om of anderen het wel of niet eens zijn met mij of met jou.
Ik vond het belangrijk dat je je opmerking maakte: ‘Voor je ging lezen voelde ik een verbinding tussen ons, zoals we hier lopen. Nu ben ik die verbinding kwijt.’ En nogmaals: ik herken tot op zekere hoogte ook dat er sprake was van verbinding die verdween. Of iets anders gezegd: er ontstond een breuk die een nieuwe fase van het gesprek inleidde. Gezien de loop van het gesprek kan ik me ook goed voorstellen dat de schriftlezing ervaren kon worden als een te gehaaste, vroegtijdige of zelfs onnodige invulling van ‘het lege midden’ waaromheen ons gesprek zich afspeelde.
Tegelijk vermoed ik dat hier tussen ons een verschil van inzicht bestaat: ik hecht er waarde aan dat ‘het lege midden’ (waarover Boele spreekt) kleur krijgt doordat er woorden tot klinken komen waarin ik de stem van God herken. Ik begrijp – denk ik – de intentie van het spreken over ‘het lege midden’ (we moeten er ongelooflijk voor oppassen dat we God niet vastleggen met onze woorden en gedachten, want dan hebben we zomaar een beeld van God gemaakt) maar vind het zelf wezenlijk dat dat midden steeds opnieuw kleur krijgt door woorden, beelden, verhalen van de Geest zoals ze klinken in de heilige schriften.
Voor mij zit de belangrijkste verbinding daar waar tochtgenoten samen zich gewonnen proberen te geven aan die woorden, beelden en verhalen.
Met hartelijke groet,
Jos
25/06/2010 op 21:52
Dag Jos. Je geeft een mooie reactie zeg! Heel zorgvuldig ook. Dank je wel daarvoor. Daarin kan ik van je leren! Je hebt gelijk, je schrijft inderdaad “andere” en niet “de andere” een essentieel verschil. Doordat mijn vrouw Christine, net terug van een masterclass systemisch werk, mij wat vragen stelde over jouw stukje en mijn reactie daar op, realiseerde ik mij ook dat jouw lezen uit de Bijbel op dat moment ook een oude laag bij mij triggerde. Het voert op het moment te ver om daar over te schrijven, maar het lijkt mij mooi om daar eens, op enig moment, op terug te komen. Tenslotte en daar wil ik op een ander moment ook nog wel eens bij je op terug komen, het lege midden heeft voor mij een belangrijke betekenis binnen het systemisch werk als begeleider van familie- en organisatieopstellingen. Kortom, een prachtige dag en inspirerende dag afgelopen woensdag! Gegroet Tochtgenoot!
26/06/2010 op 08:38
Bij gesprekken heb ik heel vaak gehad dat ik dacht: “oh ja, daar zegt Paulus/Jezus/een psalm etc. ook iets over in dit of dat bijbelvers”. Ik heb geleerd om de neiging te onderdrukken om dat vers meteen erbij op te zoeken en me eerst even af te vragen wat het bijdraagt op dat moment. Wilde ik even pronken met mijn bijbelkennis? Of biedt het stukje mogelijk een sleutel tot de vraag die aan de orde is? Of een hint.
Ik ben benieuwd naar het motief dat je had om op dat moment een bijbelstukje erbij te lezen. Ik vermoed dat het jouw ervaring is dat een bijbelgedeelte een gesprek kan verrijken door er iets nieuws in te brengen. Was dat de reden om een stukje voor te lezen? Verrijking of verdieping van het gesprek?
12/08/2010 op 14:15
Dag Jos,
Daar heb je inderdaad gelijk in. Van onszelf als natuurlijke mensen willen wij Gods woord niet. En dan komt het erop aan wat wij doen: verharden wij ons hart, of verootmoedigen wij ons? Dat er verzet kan zijn in ons leven ook al zijn we al jaren christen, is iets een houding christenen denk ik niet altijd van zichzelf vermoeden. Als je christen bent heb je dat immers niet, wordt wel eens gehoord. Veelal moet het vandaag de dag fijn, gezellig en leuk zijn. Alle christenen zijn goed bezig, want het gaat tenslotte om liefde, wordt misschien is het niet zo? Liever geen kritiek. Kritiek wordt ten onrechte nog al eens gelijk getseld aan het geven van een oordeel over iemands motieven. Het is goed om ons ervan bewust te zijn dat als we vanuit de Bijbel worden aangesproken, er een natuurlijk verweer in ons opkomt. Iets dat de profeten aan in het Oude Testament, maar ook de apostelen in het Nieuwe Testament aan den lijve ondervonden.
De Geest staat altijd tegenover het vlees. Op het moment dat wij in een vleselijke toestand worden gecorrigeerd door de Geest die de Bijbel opent, moeten wij ons – op het moment dat wij verzet voelen – ervan bewust zijn dat dit wel eens de Heer kan zijn die ons corrigeert. Ook al wordt dit door een mens naar voren gebracht. Misschien iemand die wij in onze hoogmoed niet al te hoog aanslaan. Mogen wij nog gewaarschuwd worden? Laten wij dit nog toe?
“Verhardt u niet, maar laat u leiden”, wordt in een psalm gezongen. Deze tegenstem is de natuurlijke mens door wie wij in de praktijk het vlees zijn zegje laten doen. Door het geloof echter zijn wij als natuurlijke mensen met hem gekruisigd. Laten wij dit voor oegen houden als wij onder het gehoor van Gods Woord komen.
26/06/2024 op 12:20
zo is het