Afgelopen zondag preekte ik over de doop van Johannes. Het ging er vooral over dat het water van de doop diep is en dat gedoopt worden betekent dat je dood gaat: er moet een kruis door je leven. Ik had zelf niet verwacht dat juist deze eerste preek zou gaan over datgene waarvan ik zelf vind dat het veel te veel wordt benadrukt in de gereformeerde leer over de doop: onze zondigheid. Nu is mijn stelling helemaal niet dat je daar geen aandacht aan moet besteden – de gehouden preek is daar het bewijs van. Als we ons van geen kwaad bewust zijn, slaat de doop nergens op.

Maar de doop markeert nu juist dat we dat achter ons laten! De rest van ons leven na de doop staat in het teken van Gods koninkrijk van Geest en vreugde. Juist dat komt zo sprankelend en veelbelovend in beeld bij de doop van Jezus in de Jordaan, de doop aller dopen! Elke doop die nu wordt bedient, heeft een een diepgaande verbinding met Jezus’ doop in de Jordaan. Daar ging hij onder in het water – hij was één van ons – maar daar kwam hij boven het water uit en ondervond de intense liefde en vreugde van de hemel. Daarin deelt iedereen die wordt gedoopt: de Geest daalt neer in je leven en blijft op je rusten, en de stem van de Vader slaat haast over van passie: ‘Jij bent mijn Zoon. Jij mag er zijn. Ik houd van je. Ik heb je lief. Je bent mijn alles. Ik word zo ongelooflijk blij als ik je zie!’

De doop is niets minder dan dit: dat we innig worden omhelsd door de drie-enige God die ons welkom heet in het nieuwe leven van het koninkrijk op aarde zoals in de hemel.

Hieronder staan links naar de twee preken tot nu toe en de preeksamenvattingen. Ik ga er nu een week tussen uit om herfstvakantie te vieren!

Het water is diep. De doop van Johannes (Marcus 1:4-8) | Bronwater

In jou vind ik vreugde! De doop van Jezus (Marcus 1:9-11) | Bronwater