Op de mannendagen in Wezep heb ik regelmatig verwezen naar het werk van Dallas Willard. Met name: ‘The Great Omission. Reclaiming Jesus’s Essential Teachings on Discipleship’. Willards centrale stelling is dat de kerk haar meest centrale opdracht vergeten is: discipelen maken. Vandaag de dag lijkt het in de westerse kerk de norm te zijn dat je geen discipel bent, maar alleen kerklid.

In mijn verhaal heb ik daarvoor de begrippen bekeerling en leerling gebruikt. De bekeerling is degene die over Jezus heeft gehoord, zijn zonden heeft beleden en vergeving heeft ontvangen en nu zeker is van een plaatsje in de hemel. De leerling is degene die een sterk verlangen heeft en een doelgericht keuze heeft gemaakt om Jezus te bewonderen, dichtbij hem te zijn en te blijven, zich in alles door hem te laten leiden om zo steeds meer op hem te gaan lijken. De volgende schriftelijke vraag heeft daar alles mee te maken (ik zal steeds de vragen die ik gekregen heb vet en cursief zetten en ze waar nodig ook een beetje redigeren):

Je hebt mensen in de kerk die geen idee hebben waar je het over hebt, als het gaat over discipelschap, laat staan dat ze een persoonlijke relatie hebben met de Here God, Jezus, zo van: ‘ik ga naar de kerk, altijd al gedaan, wat doe ik dan niet goed, ik heb belijdenis gedaan toen ik oud genoeg was, maar verder moet je niet zeuren.’

Deze vraag (eigenlijk is het een opmerking) illustreert tamelijk goed wat Willard met ‘nondiscipleship’ aanduidt. Hij noemt dit de olifant in de kerk: zo groot dat je het niet meer kunt zien. In zijn boek ‘The Divine Conspiracy. Rediscovering Our Hidden Life in God’ schrijft hij (blz. 301):

Nondiscipleship is the elephant in the church. It is not the much discussed moral failures, financial abuses, or the amazing general similarity between Christians and non-Christians. These are only effects of the underlying problem. The fundamental negative reality among Christian believers now is their failure to be constantly learning how to live their lives in The Kingdom Among Us. And it is an accepted reality. The division of professing Christians into those for whom it is a matter of whole-life devotion to God and those who maintain a consumer, or client, relationship to the church has now been an accepted reality for over fifteen hundred years.

Nondiscipelschap lijkt de kerkelijke norm te zijn. Vandaar dat velen discipelschap als iets onbekends ervaren, hooguit als een plus-variant van het normale christen zijn, voor de enthousiastelingen die nu eenmaal meer willen. Een soort christen-de-luxe versie van het kerklidmaatschap.

Nu gebeurt er in kerken gelukkig ook heel veel wat alles met discipelschap te maken heeft zonder dat die term er ooit voor wordt gebruikt. Wie trouw bijbelleest om daarin God te ontmoeten, wie een gebedsleven heeft, wie zich in kerkdiensten laat toerusten, wie in de dagelijks praktijk als christen probeert te leven, wie ernaar verlangt om zachtmoediger, geduldiger, vriendelijker te zijn – die is bezig met discipelschap: leven als een leerling van Jezus. Maar is het terecht dat die aanduiding niet gebruikt wordt? Ik vind het nogal onthutsend als Willard stelt dat in het Nieuwe Testament het woord ‘discipel’ (‘leerling’) 269 keer wordt gebruikt tegenover drie keer het woord ‘christen’.  Heel to the point merkt hij op (blz. 3):

The New Testament is a book about disciples, by disciples, and for disciples of Jesus Christ.

Als dat waar is, en de kerk wil kerk van de Schrift zijn, specifiek ook van het Nieuwe Testament, dan is het minstens merkwaardig dat het in veel kerken niet gebruikelijk is dat er veel over discipelschap wordt gesproken en dat er in (traditionele) kerken nauwelijks doordachte en doelgerichte manieren zijn om de leden te helpen groeien in leerling van Jezus zijn.

Ik besef tegelijk ook dat het woord ‘discipelschap’ bepaalde associaties kan oproepen als: ‘er radicaal voor gaan!’, ‘activisme’, ‘de kerk als trainingscentrum’ en dat discipelschap ook gezien zou kunnen worden als een meer evangelische specialiteit. Maar dat neemt niet weg dat de thematiek en de werkelijkheid van discipel-zijn buitengewoon centraal staat in het evangelie van Jezus en zijn koninkrijk.