De voorbije vrijdag en zaterdag stonden in het teken van de Total Church studiedagen in Amerongen. Er vond veel ontmoeting plaats en er wereld veel getwitterd. Kijk maar: tweets met #totalchurch. Voor mijzelf was de belangrijkste ontdekking dat Total Church geen nieuw concept is of wil zijn, maar vooral een levensstijl. Lees ook wat Jan Wolsheimer daarover schrijft in zijn blogpost naar aanleiding van de studiedagen.
Dat het om een levensstijl gaat komt voor mij het sterkst tot uitdrukking in deze cruciale zin binnen het gedachtegoed van Total Church: ordinary people doing ordinary things with gospel intentionality. Maar hoe vertaal je nu ‘gospel intentionality’ in het Nederlands? (Lees trouwens ook even wat Tim Chester erover schrijft: Ordinary Lifes With Gospel Intentionality.) Een vraag van deze strekking leverde via Twitter heel wat reacties op:
- met bedoeling om het evangelie te laten zien, ervaren en horen
- gewone levens leiden waarin het Evangelie centraal staat
- “gericht volgens het evangelie” of “gezindheid van het evangelie” of “focus van het evangelie”
- gewone mensen die gewone levens leiden waarin het Evangelie centraal staat
- gewone mensen die het evangelie leven; of: de Handelingen van Alle Gelovigen
- Gods bedoeling met het evangelie; dus misschien als alliteratie: Blijde Boodschap Bedoeling
- evangelische doelbewustheid
- de Jezus Mentaliteit
Een paar mogelijke formuleringen (want het is natuurlijk best belangrijk om goede taal tot je beschikking te hebben als je deze levensstijl deel wilt gaan laten uitmaken van het DNA van een kerkelijke gemeente): Total Church betekent:
- gewone mensen die gewone dingen doen met een blijde boodschap bedoeling
- gewone mensen die gewone dingen doen met een Jezus mentaliteit
- gewone mensen die het evangelie leven
- gewone mensen die gewone levens leiden waarin het evangelie centraal staat
Maar je moet ook weer een beetje oppassen dat je niet uitkomt bij alleen maar: ‘gewoon als christen leven’. Want in mijn oren klinkt dat ongeveer hetzelfde als: ‘de deuren van de kerk staan elke zondag open’ (de ultieme dooddoener in gesprekken over missionair gemeente zijn). Als we zeggen dat we ‘gewoon christen moeten zijn’ doen we te weinig recht aan het gegeven dat het de meeste christenen eenvudigweg helemaal niet zo gemakkelijk afgaat om bewust missionair vorm te geven aan hun levens. Ik herken wat Johannes van den Akker op zijn weblog schrijft:
Het spreekt mij enorm aan om zo’n 17/7 mission te leven. Maar mij bekruipt soms wel het gevoel/de vraag waarom ik niet al zo leef. En als je al niet zo leeft of je het dan wel kunt. Het moet namelijk uiteindelijk wel een soort natuurlijke habitat worden, want anders gaat het niet werken ben ik bang.
Het gaat niet vanzelf. Er is dus ook niets gewoons aan (als het gewoon was, gebeurde het al massaal). Daarom geloof ik dat die ‘intentionality’ ook zo wezenlijk is. Daar zit iets in van ‘opzettelijkheid’, ‘met voorbedachte rade’, maar dan wel zo dat het er niet duimendik bovenop ligt, want dan is het niet meer gewoon-natuurlijk. Misschien is ‘intentionality’ wel: ‘onopvallende opzettelijkheid’. Of is het juist: ‘opvallende onopzettelijkheid’?
Ik denk dat een kerntaak voor de kerk (geloofsgemeenschap) die missionair (‘missional’) wil zijn of worden ligt – en dan heb ik toch weer het Engels nodig – in ‘cultivating gospel intentionality’. Hoe doe je dat? Hoe cultiveer je een ‘blijde boodschap habitus’, een ‘alledaagse Jezus-mentaliteit’, een ‘evangelie-doelbewustheid’ die op natuurlijke wijze integreert in het alledaagse leven van christenen?
Maar ook: hoe ben je dat: ‘gewoon mens’? Want het gaat om ‘gewone mensen’ die ‘gewone dingen doen’. Het gaat dus niet om ‘christenen’ die gewone dingen doen (want dan sluipt er een zekere opzettelijke onnatuurlijkheid binnen in je leven: je zet even je christen-pet op, terwijl dat dan volgens mij juist niet de bedoeling is).
Waar ligt dus de primaire uitdaging van Total Church als levensstijl? In leren om ‘gewoon mens’ te zijn (dat is voor ‘professionele’ christenen zoals predikanten best nog wel een uitdaging;-) en in het leren cultiveren van een ‘gospel intentionality’. Volgens mij doen we de hele dag al ‘gewone dingen’;-)
11/04/2011 op 16:31
Hoi Jos,
Ik heb al genoeg fysiek getweet op 8 en 9 april, dus ik doe het nu maar via de ouderwetse comment 😉
Wat is TC? Ik heb niet meteen een goede vertaling, maar ik kan wel wat commentaar leveren.
Iemand suggereerde: gewone mensen die gewone dingen doen met een blijde boodschap bedoeling. En dat “met bedoeling” is het volgens mij nu weer net niet. De bedoeling is dan een extra. Maar het gaat m.i. om een “vanuit.” Niet “vanuit een bijbedoeling” maar “vanuit het evangelie als context / wereldbeeld / verhaal.”
Onze gewone levens worden vooral gevormd door reclame, kranten, films, muziek. Die presenteren een of meerdere gefragmenteerde evangelieverhalen. En daarin krijgt al ons handelen een bepaalde betekenis. Zo heeft het opspuiten van Axe Deo een verlossende betekenis in de wereld van de consument. En als we dat niet bedoelen of overdreven vinden, dan bevestigt Axe mannen toch onbewust in een identiteit waarin ze geacht worden op zoek te zijn naar gewillige vrouwtjes.
Maar vanuit welke wereld, welk verhaal leven we? En is het evangelie een extra in onze consumentenwereld, of beginnen we met het evangelieverhaal? Ik denk, dat onze cultuur ons te goed past. We passen de boodschap van het evangelie toe op ons leven, maar we zouden ons leven moeten toepassen op het evangelie. In het eerste hoofdstuk van TC vind je dat soort omdraaiingen ook, geciteerd uit het boek van Chris Wright.
We kunnen pas een contrastgemeenschap worden, als we ook in een contrastverhaal durven leven. Dat is de natuurlijke habitat die Johannes zoekt.
Groeten,
Pieter
12/04/2011 op 08:32
Hi Jos,
Je stelt belangrijke vragen die er toe doen. Sorry voor dit pleonasme dat uitdrukken wil dat ik diep ben geraakt door wat ik zaterdag te horen kreeg en op maandag heb bijgelezen. Als dynamisch equivalente vertaling van ‘gospel intentionality’ wil ik voorstellen: ‘met het evangelie in de hand’. Chester en Timmis stellen immers voor ‘om relaties op te bouwen, het christelijke geloof voor te leven en over het Evangelie te praten als natuurlijk onderdeel van een gesprek’ (TC, 48). Onnodig te zeggen dat het evangelie in de hand veronderstelt ‘het evangelie in het hart’.
Wat mij enorm aanspreekt is de constatering dat de kerk vaak antwoorden geeft op vragen die mensen (in eerste instantie) niet hebben. Het valt me bijvoorbeeld op dat in het door jou (terecht) bejubelde boek ‘Het wonder van het kruis’ onmiddellijk de zondekaart wordt getrokken. Volstrekt onbruikbaar in Osdorp als onderwerp op eerste bladzijden! Maar er is een andere communicatie mogelijk: de etalage van de leefgemeenschap van christenen. Gewone mensen die gewone dingen doen, maar dan met elkaar en met jou, en dat in falen en genade. Dat spreekt!
Wat mij hier zo in raakt is dat TC impliceert dat ik geen andere dingen ga doen, maar de dingen die ik nu doe met meer mensen samen ga doen. Dus het eeuwige argument dat ik daar geen tijd voor heb, klopt niet. Ik word hier geraakt in mijn individualisme en in het feit dat ook mijn leven dreigt te fragmentariseren in stukjes huisje, boompje, beestje, kerkje, werkje, etc. Ik voelde me zaterdag tentoongesteld als door en door beïnvloed door de westerse cultuur. En dat niet alleen. Ik voel me ook aangespoord om een beweging terug te maken naar een leven dat onvoorwaardelijk is gestempeld door een leven met Jezus. Onvoorwaardelijk voor hem, voor mezelf en voor de ander.
Heb ik iets nieuws gehoord zaterdag? Eigenlijk niet. Maar soms moet je aan een boodschap toe zijn, blijkbaar. Zucht.
Met een vrolijke groet!
Henno