Eén van de manieren (zo niet de belangrijkste) om de huidige malaise van het Nederlandse protestantisme te overwinnen is: de preek weer centraal stellen!

Dat is althans een van de beweringen die Wim Dekker doet in zijn boek ‘Marginaal en missionair. Kleine theologie voor een krimpende kerk‘ (waarvan inmiddels een tweede druk is verschenen). Een tussenkop op blz. 101 luidt: ‘Preek dient centrale plaats terug te krijgen’. Maar waarom eigenlijk? Waarom zou het opnieuw centraal stellen van de preek hét middel zijn om tot vernieuwing te komen?

Vernieuwd protestantisme

Dekkers stelling staat tegen de achtergrond van een pleidooi om het protestantisme te vernieuwen:

Vernieuwing van het protestantisme is dringend geboden. Het ligt voor de hand dan in eerste instantie aan de prediking te denken. De preek werd in de Reformatie gezien als het instrument bij uitstek om in contact te komen met het heilige, met de wereld van God in oordeel en genade. (blz. 101)

Dat laatste wil ik niet ontkennen. Maar is wat we vandaag nodig hebben een vernieuwing van het protestantisme? En vind je die vernieuwing alleen maar door terug te keren naar de wortels van dit protestantisme in de Reformatie? Is het niet denkbaar dat je het protestantisme zou kunnen vernieuwen door juist níet naar de wortels terug te keren (en dan inderdaad bij de prediking uit te komen) maar door eens naar andere tradities te kijken en meer oog te krijgen voor eenzijdigheden in de protestantse traditie (waarvan de monomane nadruk op de prediking er één zou kunnen zijn)?

Andere geloofstradities

Dekker heeft uiteraard oog voor andere tradities. Hij benoemt ze ook in een betoog over de vraag hoe de heilsbemiddeling in de verschillende tradities met name plaats vindt. In de Rooms-Katholieke traditie ligt daarbij het accent op het mysterie van de eucharistie. In de oosters-orthodoxe traditie ligt de nadruk op de liturgie, waarin als het ware de hemel op de aarde neerdaalt  (de mystieke dimensie van de ontmoeting met God). En, om me nu te beperken tot de door Dekker genoemde drie tradities, in de charismatische variant van het evangelicalisme gaat het vooral om de Geest die werkt in elke gelovige en in de gemeenschap (blz. 97). Maar in de kerken van de Reformatie werd de preek als de bediening van het woord van God het eigenlijke. ‘Protestanten gaan vooral voor de preek naar de kerk.’

Dekker nog eens:

Wanneer de protestantse traditie zichzelf serieus neemt als traditie waarin het heilige wordt bemiddeld, dan dient in het protestantisme de preek de oorspronkelijke centrale plaats terug te krijgen, namelijk als van vitaal belang voor de heilsbemiddeling. Dat vergt van de prediker en van de gemeente een nieuw bewustzijn. De preek is niet maar een toespraak van een of andere bijbelgeleerde. Het is God zelf die het Woord neemt, door de mond van de prediker. (blz. 102)

De zinnen klinken me vertrouwd in de oren (ik ben tenslotte gepokt en gemazeld in de gereformeerde, protestantse traditie). Maar als ik me in alle oprechtheid afvraag of ik dit nu ook zo geloof, dan komt er een helder ‘nee’  naar boven borrelen. Ik kan werkelijk niet inzien waarom het een Gebot der Stunde zou zijn om het protestantisme te vernieuwen door terug te keren naar de wortels en uit te komen bij de centrale plaats van de prediking.

De waarde van de preek

Dat betekent uiteraard op geen enkele manier dat ik de prediking van nul en generlei waarde vind. Sterker nog: ik zie de prediking als de kern van mijn werk als predikant, ik geloof ook erg in de kracht van de zondagse prediking, ik heb aardig wat jaren van mijn leven gewijd aan het bestuderen van de prediking (uitmondend in mijn dissertatie: ‘Veni Crator Spiritus. De meditatie en het preekproces‘) en ik heb mijn best gedaan om passie voor de prediking te promoten. Maar de ervaring leert

  • dat God voor de heilsbemiddeling (het centrale begrip dat Dekker gebruikt) beslist ook andere wegen dan de prediking gebruikt,
  • dat heel erg veel christenen het heil langs andere kanalen hun leven binnen zien komen dan door de zondagse preek,
  • dat de prediking (breder: Woordverkondiging) voor talloze gelovigen niet het ene brandpunt van een cirkel maar een van de twee brandpunten van de ellips is waar het ander brandpunt wordt gevormd door de geloofsgemeenschap,
  • en dat gelovigen (en zoekers) in kerkdiensten veel vaker eerder door een lied, een gebaar, een stiltemoment, een arm om de schouder, een ervaring van diepe pastorale verbondenheid worden geraakt en op die wijze het heil ervaren, dan door de preek.

Ik zou dus helemaal geen pleidooi willen voeren voor de vernieuwing van het protestantisme, maar een pleidooi voor vernieuwing van Nederlandse christelijke kerken door te putten uit het vele waardevolle wat de verschillende christelijke geloofstradities hebben te bieden.

Op het scherpst van de snede geformuleerd zou ik dan dit willen zeggen: laten we in de kerkdienst (om me daar nu even toe te beperken) ook gewoon eens onze mond houden en stil zijn. Gewoon net zolang als een preek normaliter duurt. En er klinkt zo nu en dan maar één zin als woord van de Heer: ‘ik heb je bij je naam geroepen, je bent van mij!’