Gisteren opende prinses Maxima het nieuwe onderkomen van Stem in de Stad in Haarlem. Stem in de Stad is een oecumenisch diaconaal centrum in het hart van Haarlem. Om de verhuizing van het ene naar het andere gebouw te markeren is er een boek gemaakt (uitgegeven in de Serie Haarlemse Miniaturen van Uitgeverij Spaar en Hout) waarin verhalen staan over de historische gebouwen aan de Nieuwe Groenmarkt en de Zoetestraat. Al sinds de 19e eeuw is het zogenaamde Vincentius Carré, waar Stem in de Stad nu is gevestigd, een plek waar diaconaat vorm en inhoud krijgt. De Haarlemse Vincentiusvereniging, opgericht in 1850, speelt hier een cruciale rol in. Deze vereninging noemde zich naar Vincentius van Paulo (1589-1660): ‘Hij wilde opkomen voor mensen die in nood verkeren en de strijd aanbinden tegen de oorzaken van menselijk leed.’

Als je meer wilt lezen over Vincentius, over de gebouwen van het Vincentius Carré én over het werk van Stem in de Stad, kom je in dit mooi uitgegeven boekwerk helemaal aan je trekken. Ook Jurjen Beumer schrijft er samen met Ans van Keulen (resp. predikant-directeur en adjunct-directuer van Stem in de Stad) een mooi verhaal in over de drie centrale begrippen van het werk: gastvrijheid, gemeenschap en geloof. Over gastvrijheid twee citaten:

Of je nu gast bent, gastvrouw of gastheer, je wordt van je bekend plaats weggetrokken en meegenomen op een avontuur waarvan de uitkomst onzeker is, niets staat meer op de plaats. De zielige en de stumper blijkt een mens zoals jij en ik, de arme sloeber heeft een warm kloppend hart en de asielzoeker krijgt opeens een gezicht en een naam.

We delen samen veel meer dan we van elkaar verschillen. Waarom? Omdat we ten diepste allemaal mensen zijn die hunkeren, die verlangen, die geluk willen, die gekend willen worden. En omdat we allemaal mensen zijn die daar nooit mee klaar zijn, altijd onderweg, altijd op zoek, dikwijls eenzaam en alleen.

Mooi om te lezen dus!