Toen ik als predikant begon, hield ik mijn intredepreek over Psalm 119 vers 130: ‘Als uw woorden opengaan, is er licht en inzicht voor de eenvoudigen.’ Preken willen er allereerst dienstbaar aan zijn dat Gods woorden tot klinken komen. Voorafgaand aan de behoeften van de gemeente en aan mijn eigen verlangen om in elk geval authentiek te zijn, moet de Bijbel open gaan en zich kunnen uitspreken. Dat geeft me zelf heel veel houvast: ik hoef niet zelf een preek te bedenken maar mag het evangelie vanuit een concreet Bijbelwoord als nieuw ter sprake brengen.

Dan gaat het overigen wel om meer dan alleen goede en degelijke tekstuitleg (of exegese). Want ik heb ook nog een ander principe me eigen gemaakt: aan het begin van de preek staat niet een tekst, maar een Persoon: Jezus Christus! We gaan niet naar de kerk om teksten beter te begrijpen maar om een Persoon te ontmoeten. Jezus komt naar ons toe door de woorden van de Schrift heen. De Schriften zijn het gewaad van Christus. Het gaat erom dat Hij verkondigd wordt. En de beste manier om dat te doen is een Bijbelgedeelte tot uitgangspunt te nemen (zodat de boodschap ieder keer weer een eigen en unieke kleur kan krijgen), er zeer zorgvuldig naar te luisteren en te ontdekken hoe de Heer hier spreekt.

Daarbij is vervolgens van belang dat de Bijbel ook niet alleen maar op een paar aantrekkelijke plaatsen open gaat, maar dat heel de Schrift tot klinken kan komen in het Oude en Nieuwe Testament, in profetie en verhaal, in lied en brief, in genade en oordeel, in bemoediging en confrontatie. De Schriften zijn soms weerbarstig, maar ook die weerbarstigheid heeft er recht op tot uitdrukking te komen in de verkondiging. Want we geloven in een God die altijd ook weer anders is dan we dachten. In die zin is het van belang dat de prediking van de Schrift hoorbaar en zichtbaar maakt dat we God niet in onze broekzak hebben en dat het leren kennen van deze God een altijd doorgaand leerproces is.

Uiteraard is het niet alleen voor de prediker maar ook voor de hoorder van belang dat er een verlangen is om dichtbij de tekst blijven  of te komen. Als we gaan luisteren naar een preek, zijn we dan ook oprecht nieuwsgierig naar wat er geschreven staat?